[TrgSens3] Rejection (verwerping)
Deze pagina bevat drie verschillende instellingen om 'valse
aanslagen' te voorkomen — zoals dubbele triggering veroorzaakt
door plakresten, of overspraak veroorzaakt door padtrilling of
interferentie tussen triggeringangen. Triggersignalen die als valse
aanslagen worden herkend, produceren geen enkel geluid.
[TrgSens3] SelfRej Rej
Input=16
6ms
1
2
1 Input=
Selecteer een doeltriggeringang (1 t/m 16).
2 SelfRej
Gebruik dit om dubbele triggering te voorkomen die wordt veroorzaakt
door de doelingang 1 zelf, ten gevolge van plakresten. Als er twee trig-
gersignalen binnen een bepaalde periode op ingang 1 worden gegene-
reerd, wordt het tweede signaal als een dubbele triggering herkend.
❏ Instellingen: 5 ms (milliseconden) ~10.0 s (seconden)
3 Rej
Gebruik dit om overspraak te voorkomen die wordt veroorzaakt door
trillingen tijdens het bespelen van de drumkit. Als er een triggersignaal
op de doelingang 1 wordt gegenereerd en zijn niveau is lager dan dat
hier wordt aangegeven, wordt dat triggersignaal als overspraak herkend.
❏ Instellingen: 0 (geen verwerping) ~9
4 Spec Rej
Gebruik dit om overspraak te voorkomen die wordt veroorzaakt door op een
bepaalde (interfererende) pad te slaan. Als er een triggersignaal op de doel-
ingang 1 wordt gegenereerd met een niveau dat lager is dan hier wordt aan-
gegeven, na het triggersignaal op de hier aangegeven interfererende ingang,
wordt het triggersignaal op ingang 1 als overspraak herkend.
❏ Instellingen: Level: 0 (geen verwerping) ~9, Ingang: IN1~IN16
n
Gebruik de twee rechterknoppen voor het instellen van het niveau en
OPM.
de interfererende triggeringang.
Spec Rej
4
9 from IN16
3
4
[TrgFunc] Triggerfunctie
Naast het triggeren van een drumvoice, kunnen op de triggeringangen
aangesloten pads voor verscheidene besturingen worden gebruikt.
Aangezien deze besturingsfunctie ook aan de padrim kan worden toe-
gewezen, kunt u de slagplaat van de pad gewoon gebruiken, terwijl u
de rim gebruikt om een parameter of functie te besturen. Een padrim
of slagplaat dat aan een besturingsfunctie is toegewezen, kan niet wor-
den gebruikt om een drumgeluid te triggeren.
[TrgFunc]
Func
Input=16
padsong
1
2
1 Input=
Selecteer een doeltriggeringang (1 t/m 16). Voor triggeringangen
1 t/m 8 kunt u uit twee rims kiezen (1R1, 1R2, ..., 8R1, 8R2).
n
Riminstellingen werken met een dubbele triggerpad. In het 'Aansluit-
OPM.
overzicht pad op ingang' (blz. 16) kunnen bij combinaties die zijn aan-
gegeven door [rondje] of [vierkantje] tot twee rims gebruiken. U kunt
de rimpad niet bij combinaties met een [driehoekje] gebruiken.
2 Func
Selecteer de functie van de doelingang 1. Dit bepaalt wat u
kunt triggeren door op de drumpad of rim te slaan.
❏ Instellingen:
• normal: Bespeelt een drumvoice en voert MIDI-events uit.
• padsong: Bestuurt een padsong. Geef een song aan met de
parameters 3~5.
• click: Zet de klik aan of uit.
• inc: Toename (increment) — selecteert de volgende
drum-kit in de speelmodusdisplay of selecteert de vol-
gende stap in de ketenafspeeldisplay
• dec: Afname (decrement) — selecteert de voorgaande
drumkit in de speelmodusdisplay of selecteert de voor-
gaande stap in de ketenafspeeldisplay.
• bypass: Schakelt tijdelijk de andere triggeringangen dan
doelingang 1 uit (blz. 37).
• strt/stp: Bestuurt het afspelen van de algemene song
(zelfde functie als de start/stop-knop van de transport-
besturing).
MIDI EG: Stuurt continu besturingswijzigingsdata uit
•
(blz. 44).
39
Song
Repeat
Mode
P1
off
cutoff
3
4
5