[Effect] Effectbeginselen
Druk op de knop EFFECT op het bedieningspaneel, in het ka-
der DRUMKIT, om te beginnen met het bewerken van effect-
instellingen voor de drumkit waar u momenteel mee werkt.
EFFECT
Categorie
[Effect]Localizer
off
1
n
De eerste pagina die verschijnt (degene die het laatste was opgeroepen)
OPM.
kan anders zijn dan de hierboven getoonde display (blz. 76).
1 Localizer
Ingeschakelen (on) of uitschakelen (off) van de Localizer.
❏ Instellingen: on, off
n
Als de Localizer is ingeschakeld, kunt u bij de andere effecten alleen het
OPM.
systeemreverbeffect gebruiken. Aangezien u de systeemchorus- en insertie-
effecten niet kunt gebruiken, zullen hun respectievelijke bewerkings-
pagina's niet verschijnen. Als de Localizer is uitgeschakeld, zullen in plaats
daarvan de bewerkingspagina's van de Localizer niet verschijnen.
2 RevSend
Bepaalt het zendniveau naar het systeemreverbeffect voor de
volledige drumkit. Dit werkt als een masterniveau voor de
reverbzendniveaus van de drumvoices (blz. 53).
❏ Instellingen: 0~127
3 ChoSend
Bepaalt het zendniveau naar het systeemchoruseffect voor de
volledige drumkit. Dit werkt als een masterniveau voor de
choruszendniveaus van de drumvoices (blz. 53).
❏ Instellingen: --- (uitgeschakeld als de Localizer actief is), 0~127
RevSend 2 en ChoSend 3 werken alleen voor het ritmepart (MIDI-
n
OPM.
kanaal 10) van de ingebouwde toongenerator. Deze zijn gelijk aan de
reverbzend- en choruszendniveaus (blz. 54) die beschikbaar zijn als
verzending naar MIDI-kanaal 10 mogelijk is.
Parameter
RevSend ChoSend
40
40
2
3
57
[Reverb] Systeemreverbeffect
Configureer het systeemreverbeffect. Deze instellingsdata zullen naar
de ingebouwde toongenerator worden gestuurd als u de drumkit die
u momenteel bewerkt oproept en bespeelt. Deze instellingsdata wor-
den niet alleen met alle drumvoices (MIDI-kanaal 10) gedeeld, maar
ook met alle andere parts van de ingebouwde toongenerator.
[Reverb]
Type
Time Diffusion InitDlay
HALL1
2.1
1
1 Type
Selecteer een reverbtype. Bij systeemreverb kunt u uit de vol-
gende 12 typen kiezen. Selecteer NONE als u de systeem-
reverb tijdelijk uit wilt schakelen.
❏ Instellingen: NONE, HALL1~2, ROOM1~3, STAGE1~2, PLATE,
WHITEROOM, TUNNEL, CANYON, BASEMENT
Voor gedetailleerd uitleg van de andere parameters, raadpleeg
de Effect Type List in de afzonderlijke Data List. Merk op dat
dezelfde parameternaam niet altijd voor exact dezelfde functie
staat.
n
Het systeemreverbeffect biedt een hier ingesteld, enkel reverbeffect op
OPM.
alle parts van de ingebouwde toongenerator. Gebruik een insertie-ef-
fect als u een ander reverbeffect op een drumvoice wilt toepassen.
10
12.7