Elektrische installatie
6.5 Aansluiten van externe stuurspanning
6.4.7
PTC-weerstanden van de motoren op de omvormer aansluiten
Handelwijze
● Sluit de PTC-weerstanden van niet -EX motoren zonder periferie-printplaat 2 / 4 aan op de
● Sluit de PTC-weerstanden bij aanwezige periferie-printplaat 2 / 4 aan op de klemmen 90
Zie ook
Technische gegevens en aanduiding van de PTC-ingang (Pagina 42)
6.5
Aansluiten van externe stuurspanning
6.5.1
Gebruik van externe stuurspanningen
Tijdens normaal bedrijf haalt de omvormer de stuurspanning uit de
tussencircuitspanning.
Maak in de volgende situaties gebruik van een externe stuurspanning:
90
klemmen 27, 28 - 58 van de aansluitstrip-X2 .
tot 94 van de aansluitstrip –X3. Verdere informatie vind u in de bijlage en in de beschrijving
van de onderdelen.
LET OP
Stoorsignalen in de sensorkabels
Wanneer sensorkabels naast vermogenskabels worden gelegd, kunnen de sensorkabels
door stoorsignalen worden beïnvloed. Leg de sensorkabels niet in de directe omgeving
van vermogenskabels. Maak bij sterkere inductieve of capacitieve inductie gebruik van
afgeschermde kabels. Neem de minimale diameter van de kabels voor de PTC-
weerstanden in acht.
Montage- en bedieningshandleiding typereeks T05/06/07
Montage- en bedieningshandboek, 07/2010, 4BS0535-008