Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Loher Dynavert I06/07 Series Montage- En Bedieningshandleiding

Laagspannings
Inhoudsopgave

Advertenties

Laagspanningsomvormer
I06/07
Montage- en bedieningshandleiding — 07/2010
Dynavert

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Loher Dynavert I06/07 Series

  • Pagina 1 Laagspanningsomvormer I06/07 Montage- en bedieningshandleiding — 07/2010 Dynavert...
  • Pagina 3 Veiligheidsaanwijzingen Voorwoord Overzicht van het apparaat Dynavert Planning toepassing I06/07 Montage- en bedieningshandleiding Mechanische installatie typereeks I06/07 Elektrische installatie Montage- en bedieningshandboek Inbedrijfstelling Bediening Doelwaardekanaal en regeling Aansluitklemmen Diagnose, storingen en waarschuwingen Onderhoud en instandhouding Technische gegevens Appendix 07/2010 4BS0643-002...
  • Pagina 4 De aanwijzingen in de bijhorende documentatie moeten in acht worden genomen. Waarmerk Alle benamingen die zijn voorzien van het symbool ®, zijn geregistreerde merken van de LOHER GmbH. De overige benamingen in dit document kunnen merken zijn waarvan het gebruik door derden voor eigen doeleinden de rechten van de eigenaar kan schenden.
  • Pagina 5: Inhoudsopgave

    Inhoudsopgave Veiligheidsaanwijzingen..........................9 Neem de vijf veiligheidsregels in acht...................9 Contactpersonen en technische ondersteuning .................10 Informatie over het gebruik van componenten................10 Bijzonder gevaarlijke zones......................11 Aanwijzingen voor de persoonlijke bescherming.................13 Tips voor de veiligheid van de installatie..................16 Elektrostatisch bedreigde elementen (ESD)................17 Aanbevelingen betreffende de elektromagnetische velden............19 Mobilofoons en mobiele telefoons....................20 1.10 Opmerking over optische kabels....................20...
  • Pagina 6 Inhoudsopgave 4.3.5 Stooruitzending..........................49 4.3.6 Ontstoringsfilters..........................50 4.3.7 EMC-omgevingscategorie......................50 4.3.8 Blindvermogen..........................52 Mechanische installatie..........................53 Omvormer monteren - Algemene opmerkingen................53 Externe display monteren......................54 Kastappararaten monteren......................56 Elektrische installatie..........................59 Omvormer beveiligen........................59 Stuurkabel aansluiten........................60 Netaansluiting..........................60 6.3.1 Geschikte netvormen........................60 6.3.2 Netkabel bepalen.........................61 6.3.3 Netkabels aansluiten op de omvormer..................61 6.3.4 Aansluiting van de omvormer bij verschillend pulsaantal............62 Motoraansluiting..........................62...
  • Pagina 7 Inhoudsopgave Standaard bedieningsinstellingen....................85 8.2.1 Bediening "std s i s s ".........................85 8.2.2 Bediening "std s i s d"........................86 8.2.3 Bediening "std d i d s"........................86 8.2.4 Bediening "std d i d d".........................87 NAMUR-bedieningsinstellingen....................88 8.3.1 Bediening volgens NAMUR-instellingen..................88 8.3.2 Bediening volgens "Namur 1"......................88 8.3.3 Bediening volgens "Namur 2"......................89 8.3.4...
  • Pagina 8 Tabel 4-1 Omgevingsvoorwaarden voor het transport van de omvormer...........43 Tabel 4-2 Omgevingsvoorwaarden voor de opslag van de omvormer............45 Tabel 4-3 Omgevingscategorieën en indeling van de Loher apparatuur.............51 Tabel 5-1 Betekenis van de beschermingsklassen..................53 Tabel 5-2 Omgevingsvoorwaarden voor bedrijf van de omvormer..............53...
  • Pagina 9 Inhoudsopgave Tabel 6-1 Aantrekmomenten voor de kabelaansluitingen................62 Tabel 6-2 Netaansluiting afhankelijk van het pulsaantal................62 Tabel 6-3 Aantrekmomenten voor de kabelaansluitingen................64 Tabel 7-1 De onderstaande afbeeldingen geven een indruk hoe de aandrijving zich gedraagt bij optimale resp. niet-optimale regeling......................71 Tabel 8-1 Omvormer bediening via de displaytoetsen................77 Tabel 8-2 Functies - DIL-schakelaar "S1"....................98...
  • Pagina 10 Inhoudsopgave Beeld 8-2 Communicatiemogelijkheden......................82 Beeld 8-3 Bezetting van de aansluitklemmen bij bediening "std s i s s ".............85 Beeld 8-4 Bezetting van de aansluitklemmen bij bediening "std s i s d"............86 Beeld 8-5 Bezetting van de aansluitklemmen bij bediening "std d i d s"............86 Beeld 8-6 Bezetting van de aansluitklemmen bij bediening "std d i d d".............87 Beeld 8-7...
  • Pagina 11: Veiligheidsaanwijzingen

    Veiligheidsaanwijzingen Neem de vijf veiligheidsregels in acht Volg in het belang van een eigen persoonlijke veiligheid en om materiële schade te voorkomen de navolgende veiligheidsaanwijzingen en alle andere voor de veiligheid relevante aanwijzingen in uw productdocumentatie op. Neem vooral de op de veiligheid gerichte aanwijzingen op het product zelf in acht en lees altijd het in elk document aanwezige hoofdstuk ''Veiligheidsaanwijzingen''.
  • Pagina 12: Contactpersonen En Technische Ondersteuning

    Loher geschoold personeel Bepaalde componenten die in deze documentatie worden beschreven, mogen uitsluitend door Loher geschoold personeel worden vervangen of gerepareerd. Dit waarborgt steeds de veiligheid van het product. Niet vakkundig uitgevoerde werkzaamheden kunnen materiële schade aan het apparaat en storingen tijdens het bedrijf tot gevolg hebben.
  • Pagina 13: Bijzonder Gevaarlijke Zones

    Veiligheidsaanwijzingen 1.4 Bijzonder gevaarlijke zones Gebruik van de geteste en toegelaten componenten VOORZICHTIG Materiële schade aan het apparaat als gevolg van niet toegelaten componenten. Gebruik uitsluitend geteste en toegelaten componenten. Stel met name zeker dat de volgende componenten getest en toegelaten zijn: ●...
  • Pagina 14 Veiligheidsaanwijzingen 1.4 Bijzonder gevaarlijke zones ① De omvormer is na het indrukken van de NOODSTOP-knop niet direct spanningsvrij! ② Gevaar door aanwezige spanningen bij geopende kastdeuren! ③ In de omvormer kunnen als gevolg van zelfspanningsopbouw spanningen aanwezig zijn wanneer de verbinding naar de motor niet is verbroken! Tijdens bedrijf en enige tijd daarna zijn er hete oppervlakken aan de omvormer aanwezig! Ventilatoren in de omvormer kunnen ook na het uitschakelen nog ronddraaien! Beeld 1-1...
  • Pagina 15: Aanwijzingen Voor De Persoonlijke Bescherming

    Veiligheidsaanwijzingen 1.5 Aanwijzingen voor de persoonlijke bescherming GEVAAR Gevaar door aanwezige spanningen Tijdens het bedrijf en kort na de uitschakeling met de noodstop-knoppen zijn er in de omvormer en in de componenten hoge spanningen aanwezig. Deze spanningen kunnen ook verder aanwezig blijven, wanneer de verbinding met de motor niet verbroken of geaard is.
  • Pagina 16 Veiligheidsaanwijzingen 1.5 Aanwijzingen voor de persoonlijke bescherming product en die over de kwalificaties beschikken in overeenstemming met hun activiteit. Verder moet gekwalificeerd personeel vertrouwd zijn met alle voor de veiligheid relevante aanbevelingen en maatregelen van deze productdocumentatie. Hoge spanningen GEVAAR Gevaar door hoge spanningen Hoge spanningen kunnen bij een onvakkundige manier van werken of bij het negeren van de veiligheidsregels tot de dood of tot zware lichamelijke verwondingen leiden.
  • Pagina 17 Veiligheidsaanwijzingen 1.5 Aanwijzingen voor de persoonlijke bescherming Veiligheidsmaatregelen bij werkzaamheden aan het apparaat GEVAAR Algemene veiligheidsmaatregelen bij werkzaamheden aan het apparaat Houd u voor uw eigen veiligheid in ieder geval aan de volgende aanwijzingen: ● Voer de werkzaamheden alleen uit aan een vrijgeschakeld apparaat. ●...
  • Pagina 18: Tips Voor De Veiligheid Van De Installatie

    Het apparaat mag uitsluitend worden gebruikt voor de in de catalogus en in de technische omschrijving bedoelde toepassingen en in combinatie met toestellen en componenten van derden die door Loher zijn aanbevolen resp. toegestaan. Opmerking Neem de lokale veiligheidsvoorschriften en de nationale veiligheidsrichtlijnen in acht en volg deze altijd op.
  • Pagina 19: Elektrostatisch Bedreigde Elementen (Esd)

    Opmerking Loher-servicecentra Wij adviseren om voor plannings-, montage-, inbedrijfstellings- en servicewerkzaamheden een beroep te doen op de steun en de diensten van de bevoegde Loher-servicecentra. Opmerking Aanwijzing voor de projectering Installaties waarin de omvormers worden ingebouwd, moeten met aanvullende controle- en beschermingsinrichtingen worden uitgerust, om te voldoen aan de veiligheidsbepalingen (bijv.
  • Pagina 20 Veiligheidsaanwijzingen 1.7 Elektrostatisch bedreigde elementen (ESD) ● Raak de elektronische modues alleen aan als u absoluut noodzakelijke werkzaamheden aan deze modules moet uitvoeren. ● Als elektronische modules moeten worden aangeraakt, moet het lichaam van de betrokken persoon onmiddellijk daarvoor elektrostatisch worden ontladen en geaard zijn. ●...
  • Pagina 21: Aanbevelingen Betreffende De Elektromagnetische Velden

    Veiligheidsaanwijzingen 1.8 Aanbevelingen betreffende de elektromagnetische velden [ID 6006.02] Aanbevelingen betreffende de elektromagnetische velden Veiligheidsaanwijzingen WAARSCHUWING Elektromagnetische velden "Elektrosmog" Tijdens bedrijf van installaties met elektrische energietechniek zoals transformatoren, omvormers, motoren enz. worden elektromagnetische velden opgewekt. Door elektromagnetische velden kunnen elektronische apparaten worden gestoord. Dat kan tot een slechte werking van deze apparaten leiden.
  • Pagina 22: Mobilofoons En Mobiele Telefoons

    Veiligheidsaanwijzingen 1.10 Opmerking over optische kabels Mobilofoons en mobiele telefoons Veiligheidsaanwijzingen VOORZICHTIG Mobilofoons Wanneer u mobilofoons met >2W in de onmiddellijke omgeving van het apparaat gebruikt, kan dit onder andere de volgende materiële schade veroorzaken: ● Tijdens het bedrijf van de omvormer kunnen stoorimpulsen gegenereerd worden. ●...
  • Pagina 23 Veiligheidsaanwijzingen 1.10 Opmerking over optische kabels VOORZICHTIG Door flitslicht veroorzaakte stoorimpulsen in optische kabels kunnen leiden tot het slecht functioneren en beschadigingen van omvormeren motor. Tijdens het bedrijf mogen omvormers met optische kabels niet met flitslicht worden gefotografeerd! Fotografeer dergelijke omvormersuitsluitend in spanningsvrije toestand. Montage- en bedieningshandleiding typereeks I06/07 Montage- en bedieningshandboek, 07/2010, 4BS0643-002...
  • Pagina 25: Voorwoord

    Voorwoord Weergave van de displaytoetsen in de bedieningshandleiding Tabel 2-1 Weergave van de displaytoetsen in de tekst Toets op het omvormer-display Weergave in de tekst <Aan> <Uit> <P> <S> <I> <Return> <Pijl omhoog> <Pijl omlaag> Speciale aanduidingen In deze bedieningshandleiding worden de volgende tekstformaten gebruikt. Displaytoetsen Tabel 2-2 Weergave van speciale aanduidingen...
  • Pagina 26 Voorwoord 2.2 Speciale aanduidingen Displaytekst "P-SYSTEM DATA" Op deze manier wordt tekst weergegeven die op het display van de bedieningsinterface wordt weergegeven. Als u in een menu van niveau moet wisselen, wordt de tekst als volgt weergegeven: "P- EXTRAS/Language". Hierbij staat "P-EXTRAS" voor het hoofdmenu, "Language" voor het submenu.
  • Pagina 27: Overzicht Van Het Apparaat

    Overzicht van het apparaat Toestelsoftware of handleiding actualiseren Deze bedieningshandleiding geldt voor DYNAVERT® I van de serie 06/07, vanaf softwareversie 11C0202-BD52. Handelwijze 1. Controleer op de omvormer-display, de actuele softwareversie in het menu "I-INVERTER DATA/Version". 2. Als de versie van de omvormer-software hoger is dan de versie in de handleiding, dient u de actuele beschrijving bij de hieronder vermelde website te downloaden.
  • Pagina 28: Tabel 3-1 Voorbeeld Voor Korte Beschrijving

    Overzicht van het apparaat 3.2 Type-aanduidingen Tabel 3-1 Voorbeeld voor korte beschrijving Voorbeel Betekenis DYNAVERT® I Modificatiestand 6 1000 Duur-asvermogen [kW] van de aangesloten motor Nominale aansluitspanning [V] 12/6 Pulsaantal ingang/uitgang. Als deze informatie ontbreekt, betreft het een 6 / 6-pulsige omvormer.
  • Pagina 29: Tabel 3-3 Verdere Uitvoeringsaanduiding

    Overzicht van het apparaat 3.2 Type-aanduidingen Voorbeel Benaming Optie Betekenis Netspanning 400 V-apparaat 440 V-apparaat 500 V-apparaat 690 V-apparaat 950 V-apparaat Aantal parallel geschakelde Eenvoudig apparaat met een systeem apparaten 2 … 7 Meervoudig apparaat met bijbehorend aantal parallelle omvormersystemen Mogelijk asvermogen [kW] bij …...
  • Pagina 30 Overzicht van het apparaat 3.2 Type-aanduidingen Voorbeeld Benaming Optie Betekenis Commutatie Speciale capaciteit (veldverzwakkings Speciale spanning graad) Standaard uitvoering Speciale spanning en speciale capaciteit Interne omvormer- Zonder interne omvormer-display display Met interne omvormer-display Met externe omvormer-display Met interne en externe omvormer-display Bus-printplaat Zonder bus-printplaat Met Profibus-printplaat...
  • Pagina 31: 3.3 Aanvullende Onderdelen

    Overzicht van het apparaat 3.3 Aanvullende onderdelen Aanvullende onderdelen 3.3.1 Periferie-printplaten 1 tot 4 3.3.1.1 Algemene informatie over de periferie-printplaten 1 tot 4 Eigenschappen Periferie-printplaat 1 Periferie-printplaat 4 Aansluitklemmen periferie-printplaat ● Met de periferie-printplaat wordt de functionaliteit van de omvormer uitgebreid. ●...
  • Pagina 32: Ptc-Ingangen Voor Ptc-Motorweerstanden

    Overzicht van het apparaat 3.3 Aanvullende onderdelen Tabel 3-4 Uitvoering van de periferie-printplaten Periferie-pr. 1 Periferie-pr. 2 Periferie-pr. 3 Periferie-pr. 4 2 PTC-ingangen, eenmaal uitschakeling, eenmaal waarschuwing. Motortemperatuur-bewaking, nietvoor motoren in Ex-zones 9 digitale ingangen (DI) 3 relais-uitgangen (DO) 2 analoge uitgangen (AO) Voeding, 24 V, 300 mA De periferie-printplaten twee en vier zijn naast de hoofdprintplaat nog voorzien van een opzetprintplaat, die de schakeling van de PTC-ingangen bevat.
  • Pagina 33: Tabel 3-5 Ptc-Ingang - Gegevens

    Overzicht van het apparaat 3.3 Aanvullende onderdelen De uitschakelfunctie van de PTC-weerstanden controleren Handelwijze Test de uitschakelfunctie voordat u de printplaat in gebruik neemt. Volg hiervoor de volgende procedure: 1. Vervang de 100 Ω-weerstand van klem –X3:90,91 door een potmeter van ten minste 10 kΩ.
  • Pagina 34: Parameteroverzicht

    Een uitgebreid overzicht van alle parameters vindt u in de software "IMS" of in het parameteroverzicht 4BS0550. U vindt beide overzichten op internet onder het aangegeven adres. Zie ook www.loher.com () 3.3.3 Toepassing "Standaardinstelling" In deze toepassing zijn apparaatinstellingen opgeslagen die tijdens de controle in de fabriek zijn ingevoerd.
  • Pagina 35: Hoofdschakelaar Dynavert Q 2J

    Overzicht van het apparaat 3.3 Aanvullende onderdelen 3.3.4 Hoofdschakelaar DYNAVERT Q 2J... of DYNAVERT W 2J... U kunt uw omvormers optioneel laten voorzien van een hoofdschakelaar als lastscheidingsschakelaar. In de versie "W" vindt u de handmatige bediening van de schakelaar aan de binnenzijde.
  • Pagina 36: Tabel 3-7 Profibus-Printplaat - Externe Elementen

    Overzicht van het apparaat 3.3 Aanvullende onderdelen ① Profibus-aansluiting ② Schakelaar voor afsluitweerstand ③ Profibus-adres, instelbaar ④ LED "Busdiagnose" ⑤ LED "Offline" ⑥ LED "Status" groen/rood ⑦ Niet gebruikte LED ⑧ LED "Online" Beeld 3-1 Profibus-printplaat Tabel 3-7 Profibus-printplaat - Externe elementen Onderdeel Functie LED "Status"...
  • Pagina 37: Modbus Rtu

    Overzicht van het apparaat 3.3 Aanvullende onderdelen Onderdeel Functie Instelbaar Profibus-adres U kunt het Profibus-adres als volgt via de software instellen: onder"P-INTERFACE/P-Profibus/Modbus/P-Profibus/BUS address" kan een waarde tussen 0 … 125 worden ingesteld. Als u als waarde 0 invoert, wordt het adres via de hardware ingesteld. Stel in dit geval met een schroevendraaier een adres tussen 0 ...
  • Pagina 38: Tabel 3-8 Profibus-Printplaat - Externe Elementen

    Overzicht van het apparaat 3.3 Aanvullende onderdelen Typesleutel _ _ _ _ M _" ziet op het typeplaatje aan de hand van de benaming "DYNAVERT _ dat er een Modbus-printplaat is ingebouwd. ① Modbus-aansluiting ② Schakelaar voor afsluitweerstand ③ DIL-schakelaar 1 ... 7: Modbus-adres, instelbaar ④...
  • Pagina 39 Overzicht van het apparaat 3.3 Aanvullende onderdelen Onderdeel Functie Modbus-aansluiting Sub-D-aansluiting voor Modbus Schakelaar voor Een busleiding moet worden afgesloten met een afsluitweerstand. Let op: de stekker kan afsluitweerstand ook een afsluitweerstand bevatten. Hou hiermee rekening bij de schakelaarpositie. Schakelaar boven = weerstand Aan Instelbaar Modbus-adres U kunt het Modbus-adres als volgt via de software instellen: onder"P-INTERFACE/P-Profibus/Modbus/P-Modbus RTU/BUS address"...
  • Pagina 40: Modbus Tcp-Ip

    Overzicht van het apparaat 3.3 Aanvullende onderdelen Tabel 3-9 Pinindeling van de Modbus-aansluiting met Sub-D-aansluiting Benaming Functie Behuizingen Afscherming Kabelafscherming niet bezet RS 232 - TX Signaal (zenden) RS 232 - RX Signaal (ontvangen) niet bezet Signaal massa + 5 V Voedingsspanning RS 485 D0 RS 485 D1...
  • Pagina 41 Overzicht van het apparaat 3.3 Aanvullende onderdelen Typesleutel _ _ _ _ T _" ziet op het typeplaatje aan de hand van de benaming "DYNAVERT _ dat er een Modbus TCP-IP-printplaat is ingebouwd. Beeld 3-3 Modbus TCP-IP-printplaat Montage- en bedieningshandleiding typereeks I06/07 Montage- en bedieningshandboek, 07/2010, 4BS0643-002...
  • Pagina 42: Tabel 3-10 Modbus Tcp-Ip-Printplaat - Externe Elementen

    Overzicht van het apparaat 3.3 Aanvullende onderdelen interne busverbinding Ethernet-aansluiting RJ45 Configuratieschakelaar Anybus Watchdog Status-LED's: Beeld 3-4 Modbus TCP-IP-printplaat Tabel 3-10 Modbus TCP-IP-printplaat - Externe elementen Onderdeel Functie LED 1 "Link (Activity)" geen verbinding gevonden Groen oplichtend Verbinding gevonden LED 2 "Module Status" geen voedingsspanning Groen knipperend (1 Hz) IP-adres niet via configratieschakelaar ingesteld...
  • Pagina 43: Tabel 3-11 Rj45 Pinindeling

    Overzicht van het apparaat 3.3 Aanvullende onderdelen Onderdeel Functie Modbus-aansluiting Ethernet-aansluiting RJ45 Configuratieschakelaar U kunt de TCP/IP-instellingen als volgt via de software instellen: IP-adres onder "P-INTERFACE/P-Profibus/Modbus/P-Modbus TCP/IP" Sub-Net onder"P-INTERFACE/P-Profibus/Modbus/P-Modbus TCP/SN" Gateway onder"P-INTERFACE/P-Profibus/Modbus/P-Modbus TCP/GW" Als u voor het IP-adres de waarde 0-0-0-0 invoert, worden de volgende standaardwaarden gebruikt, het IP-adres wordt via de hardware aangevuld: IP-adres: 192.168.0.x (x = waarde van de configuratieschakelaar) Gateway: 0.0.0.0...
  • Pagina 45: Planning Toepassing

    Planning toepassing Omvormer transporteren Handelwijze WAARSCHUWING Tijdens transport en bij het optillen bestaat een verhoogd gevaar voor lichamelijk letsel. Neem de transportaanwijzingen in deze bedieningshandleiding alsmede de algemene veiligheidsvoorschriften in acht, met name BGI 556. De omvormers worden door de fabrikant zo verpakt dat ze met vrachtwagens kunnen worden getransporteerd.
  • Pagina 46 Planning toepassing 4.1 Omvormer transporteren ● Transporteer de apparaten uitsluitend met moderne vrachtwagens met luchtvering over geasfalteerde wegen. Als deze voorwaarden niet kunnen worden nagekomen, verpak de apparaten dan zodanig dat aan de speciale vereisten kan worden voldaan. Neem hiervoor contact op met de fabriek, bijvoorbeeld voor verscheepbare verpakking.
  • Pagina 47: Opslag Van De Omvormers

    Planning toepassing 4.2 Opslag van de omvormers Beeld 4-2 Transport met vorkheftruck Opslag van de omvormers ● Sla de apparaten alleen met onbeschadigde verpakking op in een droog magazijn. ● Neem bij de opslag het temperatuurbereik in de volgende tabel in acht. De omgevingsvoorwaarden voor de opslag conform EN 61800‑5‑1 zijn voor temperatuur, klasse 1K4 resp.
  • Pagina 48: Emc

    Planning toepassing 4.3 EMC VOORZICHTIG Zware schade aan de omvormers Als de omvormers in de open lucht worden opgeslagen, is er kans op zware schade aan de omvormers. Sla de omvormers op in gesloten, droge ruimten. WAARSCHUWING Lichamelijk letsel door exploderen van de condensatoren Als het apparaat langer dan twee jaar in opslag heeft gelegen, kunnen de tussencircuitcondensatoren bij het in gebruik nemen exploderen.
  • Pagina 49: Voorbeeld Voor Emc-Compatibele Aansluiting

    Planning toepassing 4.3 EMC ● Voorzie de zekeringen, relais, magneetventielen etc. in de schakelkast van RC- interferentie-onderdrukkers. – Gebruik geen dioden of varistoren. – Voer de bekabeling direct aan de betreffende spoel uit. ● Niet-geïsoleerde kabels dienen te worden afgeschermd. Dit geldt met name voor analoge signalen van hetzelfde stroomcircuit, d.w.z.
  • Pagina 50: Storingsbestendigheid

    Planning toepassing 4.3 EMC Optie: Netsmoorspoel met hogere inductiviteit (bv. 6 %) Bij installaties met omvormertransformator komt de smoorspoel in de regel te vervallen. 4.3.4 Storingsbestendigheid Resonantiestromen en commutatie-inbreuken De norm EN 61800‑3 definieert de tolerantieniveaus voor resonantiespanningen in industriële omgevingen: ●...
  • Pagina 51: Stooruitzending

    Planning toepassing 4.3 EMC 4.3.5 Stooruitzending Commutatie-inbreuken De omvormers genereren bij het commuteren van de netzijdige stroomomvormer spanningsinbreuken. De hoogte van de inbreuken in het tijdsverloop van de aansluitspanning is omgekeerd proportioneel met het kortsluitvermogen van het voedende net aan het aansluitpunt.
  • Pagina 52: Ontstoringsfilters

    Planning toepassing 4.3 EMC De omvormers zijn ontworpen voor toepassing in een industriële omgeving. Bij een EMC- compatibele opbouw werken de omvormers zonder aanvullende filtermaatregelen zo, dat andere elektrische voorzieningen niet worden gestoord. Hiermee wordt voldaan aan de wezenlijke doelstellingen van de EMC-richtlijn. 4.3.6 Ontstoringsfilters Zeer belangrijk:...
  • Pagina 53: Omgevingscategorieën En Indeling Van De Loher Apparatuur

    Planning toepassing 4.3 EMC problemen bij de omvormers optreden. Neem in dit geval contact op met de service-afdeling van de fabrikant. Tabel 4-3 Omgevingscategorieën en indeling van de Loher apparatuur Categorie en 1. Omgeving 2. Omgeving omgeving (woonomgeving - openbaar net) (industriële omgeving - geen openbaar net)
  • Pagina 54: Blindvermogen

    Planning toepassing 4.3 EMC Wanneer grenswaarden van de categorie C3 (Klasse A Groep 2 volgens EN 55011, waarbij deze grenswaarden onder de waarden van de Klasse A Groep 1 liggen) zijn vereist, geldt de volgende waarschuwing: Opmerking Voor apparaten van de categorie C3 geldt: "Dit product is niet geschikt voor aansluiting op een openbaar net voor de voorziening van woonomgevingen.
  • Pagina 55: Mechanische Installatie

    Mechanische installatie Omvormer monteren - Algemene opmerkingen Handelwijze ● Monteer de omvormer zo, dat er ongehinderd schone en droge lucht kan worden aan- en afgevoerd. ● Houdt hiervoor de in de maattekening opgegeven ruimte voor de koellucht vrij. ● De beschermingsklasse van het apparaat vindt u op het typeplaatje. ●...
  • Pagina 56: Externe Display Monteren

    Mechanische installatie 5.2 Externe display monteren Externe display monteren Het externe display met artikelnummer L0296033 heeft dezelfde functionaliteit als het interne display. Handelwijze De externe display kan worden ingebouwd in de deur van een schakelkast of in een bediening op afstand tot ca 1.000 m. Montage van het display in schakelpanelen of deuren.
  • Pagina 57 Mechanische installatie 5.2 Externe display monteren Aansluiting bij inbouw in de deur van een schakelkast met max. 5 m lange aansluitkabel Omvormer 9-polige Sub-D Beeld 5-2 Display - inbouw in de deur van een schakelkast Maak voor de aansluitkabel gebruik van een paarsgewijs gedraaide en afgeschermde kabel, b v.
  • Pagina 58: Kastappararaten Monteren

    Mechanische installatie 5.3 Kastappararaten monteren Aansluiting bij externe inbouw op afstand met max. 1.000 m lange aansluitkabel Beeld 5-3 Display - externe inbouw Maak gebruik van afgeschermde aansluitkabels. Kastappararaten monteren Handelwijze ● Monteer kastapparaten op een vlakke vloer. Opstelling aan een wand is toegestaan. ●...
  • Pagina 59 Mechanische installatie 5.3 Kastappararaten monteren ● Wanneer de kabeldoorvoer te groot is, kan de veiligheid door vastschroeven op de vloer worden verbeterd. ● Wanneer grotere apparaten voor transport uit elkaar worden genomen, moeten alle verbindingen bij de montage weer op de juiste plaats worden bevestigd. VOORZICHTIG Oververhitting Wanneer de op het dak gemonteerde transportrails voor inbedrijfstelling niet worden...
  • Pagina 61: Elektrische Installatie

    Elektrische installatie Omvormer beveiligen Bij het beveiligen van de omvormer kunnen twee situaties worden onderscheiden. Procedure wanneer de motor ongeveer zo groot is als de omvormer (Imot>=0,5 * Ifu) ● Beveilig de omvormer tegen kortsluiting. ● De waarde van de zekering vindt u in de technische gegevens resp. op het typeplaatje. ●...
  • Pagina 62: Stuurkabel Aansluiten

    Elektrische installatie 6.3 Netaansluiting Stuurkabel aansluiten Handelwijze ● Sluit de stuurkabels aan zoals beschreven in het hoofdstuk "Communicatie" of volgens de meegeleverde documentatie van het apparaat. ● Maak voor het aansluiten van signaalkabels gebruik van afgeschermde, paarsgewijs gedraaide kabels, b v. type JE-Y(St)-Y 2*, om de kwaliteit van het signaal te verbeteren. ●...
  • Pagina 63: Netkabel Bepalen

    Elektrische installatie 6.3 Netaansluiting 6.3.2 Netkabel bepalen Berekening ● Spanningsbelasting: – Maak bij een bedrijfsspanning tot 690 V gebruik van kabels met minimaal U U = 0,6/1 kV. – Maak bij een bedrijfsspanning van 950 V gebruik van kabels met minimaal U U = 1,8/3 kV.
  • Pagina 64: Aansluiting Van De Omvormer Bij Verschillend Pulsaantal

    Elektrische installatie 6.4 Motoraansluiting Handelwijze ● Sluit de netkabel aan L1-L2-L3 op de klemmen U1, V1, W1 van de aansluitstrip ‑X1 van de omvormer met de volgende momenten: Tabel 6-1 Aantrekmomenten voor de kabelaansluitingen Klem UK6N, 6,2 mm Klem UK35, 15,2 mm breed breed 1,5 Nm …...
  • Pagina 65: Motorspanning En Type Schakeling

    Elektrische installatie 6.4 Motoraansluiting ● Tijdens bedrijf mag de verbinding tussen de motor en de omvormer niet worden verbroken. Bij een onderbreking zal de bewaking van de omvormer reageren: Storing overspanning (SU). ● Wanneer uit veiligheidsoverwegingen tussen de omvormer en de motor een scheiding noodzakelijk is, moet bij het openen een voorijlend hulpcontact op ‑X2:8 de omvormeruitschakelen.
  • Pagina 66: Berekenen Van De Motorkabels

    Elektrische installatie 6.4 Motoraansluiting 6.4.3 Berekenen van de motorkabels Handelwijze ● Spanningsbelasting – Maak bij een bedrijfsspanning tot 690 V gebruik van kabels met minimaal U U = 0,6/1 kV. – Maak bij een bedrijfsspanning van 950 V gebruik van kabels met minimaal U U = 1,8/3 kV.
  • Pagina 67: Ptc-Weerstanden Van De Motoren Op De Omvormer Aansluiten

    Elektrische installatie 6.4 Motoraansluiting 6.4.5 PTC-weerstanden van de motoren op de omvormer aansluiten Handelwijze ● Sluit de PTC-weerstanden van niet -EX motoren zonder periferie-printplaat 2 / 4 aan op de klemmen 27, 28 - 58 van de aansluitstrip-X2 . ● Sluit de PTC-weerstanden bij aanwezige periferie-printplaat 2 / 4 aan op de klemmen 90 tot 94 van de aansluitstrip –X3.
  • Pagina 69: Inbedrijfstelling

    Inbedrijfstelling Algemene opmerkingen met betrekking tot de inbedrijfstelling Voer de inbedrijfstelling uit aan de hand van de onderstaande instructies. Voor het bedienen van de omvormer leest u hoofdstuk Algemene informatie over de bediening (Pagina 77) Maak bij de inbedrijfstelling gebruik van een handleiding voor de inbedrijfstelling van een standaard omvormertoepassing.
  • Pagina 70: Hardware-Instellingen

    Inbedrijfstelling 7.3 Controle onbelast met netspanning (niet gekoppeld) Hardware-instellingen ● Stel de DIL-schakelaars S1 en S2 overeenkomstig de eisen in. – Verdere informatie vind u in het hoofdstuk DIL-schakelaars S1 en S2 (Pagina 98). Isolatie controleren 1. Neem de nodige veiligheidsmaatregelen in acht zoals afschermen van naastgelegen delen van de installatie etc.
  • Pagina 71 Inbedrijfstelling 7.3 Controle onbelast met netspanning (niet gekoppeld) ● Kies onder "P-DRIVE DATA/A" de door u gewenste applicatie en onder "P-OPERATION/ Opr." de gewenste bediening. – Maak hiervoor gebruik van het bijbehorende aansluitschema in de bijlage. De applicatie "Standaard" is in de fabriek ingesteld. –...
  • Pagina 72 Inbedrijfstelling 7.3 Controle onbelast met netspanning (niet gekoppeld) Stel in de regelvariant "asyn_FOC" onder "P-MOTOR DATA/" de volgende parameters in. 1. Stel onder "/Motor type" "asyn_FOC" in. 2. Kies bij "/Sensor" het toegepaste type snelheidsmeter in 3. Stel onder "/Pulses/360" het aantal impulsen per omwenteling in 4.
  • Pagina 73 Inbedrijfstelling 7.3 Controle onbelast met netspanning (niet gekoppeld) Tabel 7-1 De onderstaande afbeeldingen geven een indruk hoe de aandrijving zich gedraagt bij optimale resp. niet- optimale regeling. Toerentalregelcircuit - optimaal ingesteld Toerentalregelcircuit - te korte Tn-regelaar Toerentalregelcircuit - te hoge P-control Voor alle motortypen geldt: ●...
  • Pagina 74: Aandrijvinggegevens Aanpassen

    Inbedrijfstelling 7.4 Controles met netspanning en met motor Aandrijvinggegevens aanpassen Onder het menu "P-DRIVE DATA" legt u de toerentalgrenzen en de richting van het uitgangsdraaiveld vast. 1. Bepaal de minimale uitgangsfrequentie van het uitgangsdraaiveld bij de minimale doelwaarde "/fmin". De waarde "/fmax" legt de bovenste toerentalgrens vast. Gedetailleerde informatie vindt u in het hoofdstuk Motoraansluiting (Pagina 62).
  • Pagina 75: Controleren Met Motor, Gekoppeld Aan De Werkmachine

    Inbedrijfstelling 7.5 Controleren met motor, gekoppeld aan de werkmachine Vibratiecontrole 1. Doorloop langzaam het volledige toerentalgebied. Let hierbij op de motor. – Wanneer bij een bepaald toerental vibraties optreden, moet u overleggen met de fabrikant van de motor. Indien nodig kan deze frequentie worden verborgen. 2.
  • Pagina 76: Bedrijf In Een Omgeving Waar Explosiegevaar Bestaat

    Inbedrijfstelling 7.6 Bedrijf in een omgeving waar explosiegevaar bestaat Bedrijf in een omgeving waar explosiegevaar bestaat Omvormers in een explosiegevaarlijke omgeving WAARSCHUWING Zwaar letsel door explosie Wanneer u de omvormer gebruikt in een explosiegevaarlijke omgeving, kunnen er explosies optreden die ernstige materiële schade en ernstig of zelfs dodelijk letsel kunnen veroorzaken. Gebruik de omvormer uitsluitend in een beveiligde explosiegevaarlijke omgeving.
  • Pagina 77 Inbedrijfstelling 7.6 Bedrijf in een omgeving waar explosiegevaar bestaat Bij reactie van de bewakingsapparatuur moet de motor door een aardlekschakelaar of een motorbeveiliging worden uitgeschakeld resp. worden losgekoppeld. Sleep het stuurcontact van de CALOMAT® in dit geval direct in het spoelcircuit van de aardlekschakelaar.
  • Pagina 79: Bediening

    Bediening Algemene informatie over de bediening 8.1.1 Werking van de omvormer-display Opbouw Beeld 8-1 Omvormer-display De display dient voor de bediening en de bewaking van de omvormer. De LED's "READY", "WORKING" en "FAULT" geven de huidige status van de omvormer aan. Op de display kunnen in duidelijke tekst de volgende gegevens worden afgelezen: ●...
  • Pagina 80: Talen Instellen

    Bediening 8.1 Algemene informatie over de bediening Alleen bij "lokaal bedrijf" zijn de functies "Omvormer aan" en "Omvormer uit" actief. Met deze toetsen navigeert u door het menu Door tweemaal snel op de toetsen te drukken, stelt u de doelwaarde van het toerental in.
  • Pagina 81: Resolutie Voor Het Menu Instellen

    Bediening 8.1 Algemene informatie over de bediening 8.1.3 Resolutie voor het menu instellen. ● Stel in het menu "P-EXTRAS" de resolutie voor het omvormermenu in om het aantal zichtbare menuniveaus in te stellen en de overzichtelijkheid te verbeteren. 8.1.4 Bedieningsopdrachten van de omvormer Werking De bediening van de omvormer vindt plaats via verschillende ingangen zoals bv.
  • Pagina 82 Bediening 8.1 Algemene informatie over de bediening ● "Emerg. stop (NC) OFF3" – Gecontroleerd afremmen op de "Snelstophelling" wordt uitgevoerd met de opdracht "Off3". Deze opdracht wordt bestuurd door de software. Na het afremmen wordt de omvormer uitgeschakeld. De optionele hoofdschakelaar valt af. Bevestig de omvormer voor een herstart met de opdracht "Reset".
  • Pagina 83: Bedieningsbronnen Instellen

    Bediening 8.1 Algemene informatie over de bediening 8.1.5 Bedieningsbronnen instellen Handelwijze ● Wijs de hiervoor genoemde functies toe aan de gewenste bedieningsbron. – De bedieningsbronnen kunnen worden geparametriseerd voor "Local", via de interne display, "Remote", via de aansluitstrip –X2 en "BUS", bijv. Profibus of RS 232, via de ●...
  • Pagina 84: Communicatiemogelijkheden

    Bediening 8.1 Algemene informatie over de bediening 8.1.7 Communicatiemogelijkheden Werking Beeld 8-2 Communicatiemogelijkheden Montage- en bedieningshandleiding typereeks I06/07 Montage- en bedieningshandboek, 07/2010, 4BS0643-002...
  • Pagina 85: Betekenis Van De Afkortingen Voor Bedieningsfuncties

    Bediening 8.1 Algemene informatie over de bediening 8.1.8 Betekenis van de afkortingen voor bedieningsfuncties Voor de bedieningsmogelijkheden van "Ctrl.inhib." en "Speed on" via de display of de aansluitstrip bestaan de volgende afkortingen: ● "siss" ● "sisd" ● "dids" ● "didd" De letters hebben de volgende betekenis: ●...
  • Pagina 86: Functie Van "P-Digital Outputs

    Bediening 8.1 Algemene informatie over de bediening 8.1.10 Functie van "P-DIGITAL OUTPUTS" Werking Op de omvormer zijn vier relais en twee LED's beschibaar. Deze kunnen via het menu "P- DIGITAL OUTPUTS" uit een lijst ("bitpool") het signaal kiezen dat het bijbehorende relais resp. de LED moet aansturen.
  • Pagina 87: Standaard Bedieningsinstellingen

    Bediening 8.2 Standaard bedieningsinstellingen Standaard bedieningsinstellingen 8.2.1 Bediening "std s i s s " Werking Dynamisch: Via toetsen Statisch: Via schakelaars Beeld 8-3 Bezetting van de aansluitklemmen bij bediening "std s i s s " Stuurgedrag bij "Local" (dynamisch) ● Voer de opdracht "Speed on" en "Speed off" in via de toetsen <Aan> en <Uit> op de display. ●...
  • Pagina 88: Bediening "Std S I S D

    Bediening 8.2 Standaard bedieningsinstellingen 8.2.2 Bediening "std s i s d" Werking Dynamisch: Via toetsen Statisch: Via schakelaars Beeld 8-4 Bezetting van de aansluitklemmen bij bediening "std s i s d" Van "std s i s s" afwijkende bediening De bediening "Speed on" bij bedrijf "Remote" is dynamisch. De aandrijving wordt gestart met de NO-schakelaar –X2:11.
  • Pagina 89: Bediening "Std D I D D

    Bediening 8.2 Standaard bedieningsinstellingen Stuurgedrag bij "Local" (dynamisch) ● Voer de opdracht "Speed on" en "Speed off" in via de toetsen <Aan> en <Uit> op de display. Stel de doelwaarde in met de toetsen <Pijl omlaag> en <Pijl omhoog>. Bevestig de storingen door gelijktijdig indrukken van de toetsen <S+I>.
  • Pagina 90: Namur-Bedieningsinstellingen

    Bediening 8.3 NAMUR-bedieningsinstellingen Van "std d i d s" afwijkende bediening De bediening "Speed on" bij bedrijf "Remote" is dynamisch. Start de aandrijving met een NO-schakelaar op –X2:11. Met een NC-contact op ‑X2:10 wordt de omvormer afgeremd op toerental 0. NAMUR-bedieningsinstellingen 8.3.1 Bediening volgens NAMUR-instellingen...
  • Pagina 91: Bediening Volgens "Namur 2

    Bediening 8.3 NAMUR-bedieningsinstellingen Stuurgedrag bij "Test" (dynamisch) ● Voer de opdrachten "Controller release" en "Ctrl. inhib." in via de toetsen <Aan> en <Uit> op de display. ● Stel de doelwaarde in met de toetsen <Pijl omlaag> en <Pijl omhoog>. ● Bevestig de storingen door gelijktijdig indrukken van de toetsen <S+I>. De blokkering en de UIT-uitgang op de aansluitstrip reset de stationaire opdrachten.
  • Pagina 92: Bediening Volgens "Namur 3

    Bediening 8.3 NAMUR-bedieningsinstellingen Van "Namur 1" afwijkende bediening De bediening van de blokkering van de regelaar bij "Normal" bedrijf is dynamisch. ● De aandrijving wordt gestart met de NO-schakelaar –X2:10. ● Met een NC-contact op ‑X2:11 wordt de omvormer geblokkeerd. 8.3.4 Bediening volgens "Namur 3"...
  • Pagina 93: Bediening Volgens "Namur 4

    Bediening 8.3 NAMUR-bedieningsinstellingen "Test"- en "Normal"-bedrijf ● "Interlocking" (NC): Wanneer het contact op –X2:15 wordt geopend, wordt de blokkering van de regelaar ingeschakeld. De aandrijving rolt uit en kan niet meer worden gestart. De omvormer-display geeft een melding "Interlocking". ● "Off" (NC): Wanneer het 24 V signaal op–X2:10 wordt uitgeschakeld, wordt de opdracht gegeven voor "Speed off".
  • Pagina 94: Bediening Volgens "Namur 5

    Bediening 8.3 NAMUR-bedieningsinstellingen 8.3.6 Bediening volgens "Namur 5" Werking Dynamisch, toetsbediening Statisch, schakelaarbediening Beeld 8-11 Bezetting van de aansluitklemmen bij bediening "Namur 5" Stuurgedrag bij "Test" (dynamisch) ● Voer de opdrachten "Speed on" en "Speed off" in via de toetsen <Aan> en <Uit> op de display.
  • Pagina 95: Bediening Volgens "Namur 6

    Bediening 8.4 Parametrisering 8.3.7 Bediening volgens "Namur 6" Werking Dynamisch: Via toetsen Statisch: Via schakelaars Beeld 8-12 Bezetting van de aansluitklemmen bij bediening "Namur 6" Van "Namur 5" afwijkende bediening De bediening "Speed on" bij "Normal" bedrijf is dynamisch. ● Start de aandrijving met een NO-schakelaar op –X2:10. ●...
  • Pagina 96: Beeld 8-13 Werking Parametrisering

    Bediening 8.4 Parametrisering krijgt u wanneer u in het menu op een verwerkingsfunctie staat, bv. u krijgt bij het veranderen van de functie "P-ContrlRelease/Local" altijd de keuze uit "\X2:8\X2:9…" Voor de uitvoer zijn verwerkingsfuncties beschikbaar, bv. "P-Digital outputs/Relay 1-4", "LED 1-2" of "P-Analog outputs". Voor de verwerking zijn meerdere functies beschikbaar, bv.
  • Pagina 97: Parameters Beveiligen Tegen Verandering

    Bediening 8.4 Parametrisering 8.4.2 Parameters beveiligen tegen verandering Handelwijze VOORZICHTIG Door onjuiste parametrisering kunnen de omvormer en de motor worden beschadigd. Beveilig de parameterinstellingen tegen onbevoegde toegang met de onderstaand maatregelen. Alle parameters van de omvormer zoals geleverd kunnen via het interne bedieningspaneel of via een RS232 verbinding met de PC "IMS"...
  • Pagina 98: Aansturen Van De Externe Verbindingen Van De Omvormer

    Bediening 8.5 Aansturen van de externe verbindingen van de omvormer Zie ook www.loher.com () Aansturen van de externe verbindingen van de omvormer 8.5.1 Functie van de stuuraansluitingen Werking Beeld 8-14 Stuuraansluitingen Gedetailleerde informatie over de functie van de aansluitingen vindt u in de beschrijving van de bedieningsfuncties.
  • Pagina 99: Veilige Scheiding Volgens En 61800-5-1

    Bediening 8.5 Aansturen van de externe verbindingen van de omvormer 8.5.2 Veilige scheiding volgens EN 61800-5-1 Opbouw Stuur- en vermogenscircuits zijn volgens EN 61800‑5‑1 veilig gescheiden. De onderstaande grafiek geeft de principiële opbouw weer: Beeld 8-15 Veilige scheiding Montage- en bedieningshandleiding typereeks I06/07 Montage- en bedieningshandboek, 07/2010, 4BS0643-002...
  • Pagina 100: Sub-D Aansluitingen En Dil-Schakelaars

    Bediening 8.5 Aansturen van de externe verbindingen van de omvormer 8.5.3 Sub-D aansluitingen en DIL-schakelaars De onderstaande afbeelding toont de positie van de Sub-D aansluitingen en DIL-schakelaars ① S1.1 … S1.4: Hardware-instelling ② X25: SIN-COS/TTL toerentalgever ③ X50: RS 232 voor PC met software"IMS" ④...
  • Pagina 101: Beeld 8-17 Dil-Schakelaar S2

    Bediening 8.5 Aansturen van de externe verbindingen van de omvormer Schakelaar S1:6 is niet aangesloten. "S2" schakelaar ① Blauwe afdekking ② Klem ‑X2 Beeld 8-17 DIL-schakelaar S2 De eerste vier schakelaars, S2: 1 / 2 / 3 / 4, bepalen het spanningsbereik voor de analoge ingang 2, klem ‑X2:54: Tabel 8-3 DIL-schakelaar S2 - Instelmogelijkheden voor het spanningsbereik...
  • Pagina 102: Gevers Aansluiten

    Bediening 8.5 Aansturen van de externe verbindingen van de omvormer Tabel 8-5 DIL-schakelaar S2 - Instelmogelijkheden klem ‑X2:52 S2: 6 7 Functie klem –X2:52 ± 10 V – ingang PTC-weerstand – ingang KTY84 130 - ingang Gereserveerd Schakelaar S2:8 is niet aangesloten. 8.5.5 Gevers aansluiten Alleen bij veldgeoriënteerde regeling, de standaardregeling werkt zonder gevers!
  • Pagina 103: Beeld 8-19 Ttl-Gever Op -X25

    Bediening 8.5 Aansturen van de externe verbindingen van de omvormer TTL-gever op ‑X25 aansluiten Alle geversignalen hebben een spanningsniveau conform RS 422. De aansluiting aan de kant van de omvormeris uitgevoerd als bus high density. ● Gebruik deze gever alleen bij een veldgeoriënteerde regeling met een toerentalnauwkeurigheid <...
  • Pagina 104: Pc Via Rs 232 Op -X50 Aansluiten

    PC aansluiten op ‑X50 via RS 232 Deze pinbezetting komt overeen met een standaard negenpolige RS 232-interface. U kunt een zogenaamde "Null-modem kabel" aanschaffen in de reguliere computerhandel of bij Loher onder MATNR. L0187278 bestellen. Overige informatie over de verbinding tussen PC en omvormer etc. vindt u met behulp van de software "IMS".
  • Pagina 105: Aansluiting Voor Een Optioneel Display Met Rs 485

    NULL-modem kabel nog een USB/RS232-interfaceconverter tussen de kabel en de PC aansluiten. U kunt deze converter bij Loher onder MATNR. L0259174 bestellen of de goedgekeurde converter van de firma LINDY-Elektronik GmbH (www.lindy.com) gebruiken om er zeker te van zijn dat alle benodigde functies beschikbaar zijn.
  • Pagina 106: Bijzondere Functies

    Bediening 8.6 Bijzondere functies Bijzondere functies 8.6.1 Veiligheidsfuncties hoofdzekering Wanneer u bij uw toepassing een hoofdzekering inbouwt, kan deze via de omvormersoftware worden aangestuurd. De spoel wordt hierbij via een digitale uitgang aangestuurd. De terugmelding van het NO- contact vanaf de hoofdzekering verloopt via de digitale ingang ‑X2:8. U kunt een hoofdzekering aan de kant van het net, afgekort NZ, of aan de kant van de motor, afgekort MZ, aanbrengen.
  • Pagina 107: Beeld 8-23 Netzekering

    Bediening 8.6 Bijzondere functies Netzekering De omvormer bestuurt de eigen netzekering. Let er op dat de voedingsspanning voor de besturingselektronica vóór de hoofdzekering wordt afgenomen. Sluit de bedrading aan volgens onderstaand schema: Beeld 8-23 Netzekering Tabel 8-7 Functies netzekering Klem / onderdeel Functie Zekering van de externe stuurspanning Zekering omvormervermogensdeel...
  • Pagina 108: Meervoudige Functies Van De Analoge En Digitale Ingangen

    Bediening 8.6 Bijzondere functies Klem / onderdeel Functie Voedingsspanning DC 24 V 1, 51 Brug voor de massa-aansluiting U2, V2, W2 Motoraansluiting VOORZICHTIG Zware schade aan contact 41/42 Wanneer contact 41/42 wordt belast met spoelstromen groter dan 1 A kan het contact onherstelbaar worden beschadigd.
  • Pagina 109 Bediening 8.6 Bijzondere functies ● "Analog": De analoge ingang werkt als spanningsingang op de aansluitingen –X2:52‑51 / 54‑51 of als stroomingang op de aansluitingen –X2:50‑51 / 53‑51. De waarde staat als "AI 1" resp. "AI 2" beschikbaar voor verdere verwerking. ●...
  • Pagina 110: Beeld 8-24 Pnp-Toerentalsensor

    Bediening 8.6 Bijzondere functies ● Naderingsschakelaar met NAMUR-uitgang of een 3-draads PNP-uitgang ● Twee-aderige digitale snelheidsmeter met HTL-uitgang Naderingsschakelaar met NAMUR-uitgang of een 3-draads PNP-uitgang Beeld 8-24 PNP-toerentalsensor Beeld 8-25 NAMUR-toerentalsensor Veronderstelling: De sensor geeft vier impulsen per omwenteling bij een vierpolige motor, nmax = 1.500 RPM.
  • Pagina 111: Beeld 8-26 Digitale Snelheidsmeter, Twee-Aderig, Htl-Niveau

    Bediening 8.6 Bijzondere functies Stel de volgende parameters in wanneer voor verdere verwerking een frequentiewaarde benodigd is: Tabel 8-9 Parameterinstelling voor toerentalsensor met frequentiewaarde Parameters Waarde "P-PULSE INPUT/Mode" "f < 20 kHz" "P-PULSE INPUT/Max-plse." "100 Hz" "P-PULSE INPUT/Pulses/360" "4" De frequentie staat als "Freq.act." van 0 Hz tot 100 Hz en als "Pulse act." van 0% tot 100% beschikbaar voor verdere verwerking.
  • Pagina 112 Bediening 8.6 Bijzondere functies Kies de volgende waarde voor de resp. parameters wanneer voor verdere verwerking een frequentiewaarde nodig is. Tabel 8-11 Parameterinstelling voor digitale snelheidsmeter met frequentiewaarde Parameters Waarde "P-PULSE INPUT/Mode" "f > 20 kHz" "P-PULSE INPUT/Max-plse." "25.600 Hz" "P-PULSE INPUT/Pulses/360"...
  • Pagina 113: Doelwaardekanaal En Regeling

    Doelwaardekanaal en regeling Bron voor doelwaarde toerental instellen Handelwijze Stel onder "P-INTERFACE/SetSource" in op welke doelwaardebron de omvormer moet reageren. Hiervoor kunnen de volgende voorbeelden worden genoemd: ● "Intern" via <Pijl omhoog> resp. <Pijl omlaag> op de display ● "AI 1" via analoge ingang 1 van de aansluitstrip –X2 ●...
  • Pagina 115: Aansluitklemmen

    Aansluitklemmen 10.1 Technische gegevens voor de aansluitklemmen Rode pennen geven aan dat de stekkers zin verwisseld. De klemmen zijn steekverbindingen. De ingestoken verbindingen kunnen in spanningsloze toestand worden verwijderd. Alle ingangen zijn potentiaalgescheiden en voorzien van veilige scheiding conform EN 61800‑5‑1. De aansluitklemmen zijn gemarkeerd met kleuren: ●...
  • Pagina 116 Aansluitklemmen 10.1 Technische gegevens voor de aansluitklemmen Digitale ingangen –X2:27, 28 Low: - 3 V … + 5 V High: 13 V … 32 V Potentiaalvrij op het potentiaal van de analoge ingangen Typisch 2,4 mA bij High Direct aansluiten van PTC-weerstanden Referentiepotentiaal voor PTC-weerstanden: Klem –X2:58 (- 10 V).
  • Pagina 117: Applicatie "Standaard

    Aansluitklemmen 10.2 Applicatie "Standaard" 10.2 Applicatie "Standaard" 10.2.1 Standaard aansluitklemmen Montage- en bedieningshandleiding typereeks I06/07 Montage- en bedieningshandboek, 07/2010, 4BS0643-002...
  • Pagina 118: Aansluitklemmen "Periferie-Printplaat 1

    Aansluitklemmen 10.2 Applicatie "Standaard" ① Global = bij "Local" en "Remote" in functie ② Verwijder de overbrugging bij toepassing. ③ Zolang "P-INTERFACE:Reset source" op "Global" staat, zijn alle reset-bronnen altijd actief. ④ Max. stroombelasting van de stuurspanningen: ● DC + 24 V, potentiaal 2: 300 mA ●...
  • Pagina 119: Beeld 10-4 Aansluitklemmen Bij De Toepassing "Periferie-Printplaat 3

    Aansluitklemmen 10.2 Applicatie "Standaard" 10.2.4 Aansluitklemmen "periferie-printplaat 3" ④ Viervoudige verdeelklem voor 24 V ⑤ Bij gebruik van de periferie-printplaat 3 / 4 wordt de voeding van de digitale ingangen ‑X2:8 … 16 gewijzigd. De voeding verloopt vanaf ‑X2:1/3 in plaats van ‑X2:51/55. Beeld 10-4 Aansluitklemmen bij de toepassing "periferie-printplaat 3"...
  • Pagina 120: Bedieningsinstelling Bij De Toepassing "Standaard

    Aansluitklemmen 10.2 Applicatie "Standaard" 10.2.5 Aansluitklemmen "periferie-printplaat 4" ① PTC-Ingangen, geschikt voor motoren in een niet-explosiegevaarlijke omgeving ③ Verwijder bij gebruik van de aansluitklemmen de 100 Ω weerstand. ④ Viervoudige verdeelklem voor 24 V ⑤ Bij gebruik van de periferie-printplaat 3 / 4 wordt de voeding van de digitale ingangen ‑X2:8 … 16 gewijzigd. De voeding verloopt vanaf ‑X2:1/3 in plaats van ‑X2:51/55.
  • Pagina 121: Digitale Ingangen

    Aansluitklemmen 10.2 Applicatie "Standaard" 10.2.7 Digitale ingangen Tabel 10-2 Bezetting van de digitale ingangen Klem ‑X2:13 Ingang externe storingen. Bij aansturing met 24 V zorgt dit voor een storingsuitschakeling met geheugen. Klem ‑X2:29 externe waarschuwing. Bij aansturing met 24 V zorgt dit voor een waarschuwingsmelding zonder geheugen.
  • Pagina 122: Analoge Ingangen

    Aansluitklemmen 10.2 Applicatie "Standaard" 10.2.9 Analoge ingangen ● Analoge ingang een, klem ‑X2:50,51,52: – Op deze klemmen wordt de doelwaarde van het toerental aangelegd dat in bedrijf op "Remote" van kracht is. – Klem 50 kan als stroomingang of klem 52 als spanningsingang worden gebruikt Klem 51 is de massa-aansluiting.
  • Pagina 123: Toepassing "Namur

    Aansluitklemmen 10.3 Toepassing "NAMUR" 10.3 Toepassing "NAMUR" 10.3.1 Standaard aansluitklemmen Structuur Montage- en bedieningshandleiding typereeks I06/07 Montage- en bedieningshandboek, 07/2010, 4BS0643-002...
  • Pagina 124 Aansluitklemmen 10.3 Toepassing "NAMUR" ① Globaal = bij "Test" en "Normaal" in functie ② Verwijder de overbrugging bij gebruik van de aansluitklemmen. ③ Zolang "P-INTERFACE: Reset source" op "Global" staat, zijn alle reset-bronnen altijd actief. ④ Max. stroombelasting van de stuurspanningen: ●...
  • Pagina 125: Aansluitklemmen "Periferie-Printplaat 4

    Aansluitklemmen 10.3 Toepassing "NAMUR" 10.3.2 Aansluitklemmen "periferie-printplaat 4" Structuur Alleen met de optie "Periferie-printplaat 4" wordt de NAMUR–richtlijn NE-37 volledig gerealiseerd. ① PTC-Ingangen, geschikt voor motoren in een niet-explosiegevaarlijke omgeving ③ Verwijder bij gebruik de 100 Ω weerstand over de aansluitstrip. ④...
  • Pagina 126: Bedieningsinstelling Bij De Toepassing "Namur

    Aansluitklemmen 10.3 Toepassing "NAMUR" 10.3.3 Bedieningsinstelling bij de toepassing "NAMUR" Instelling De bedieningsinstelling voor de NAMUR-toepassing is "Namur 1". Gedetailleerde informatie vindt u in het hoofdstuk NAMUR bedieningsinstellingen (Pagina 88). 10.3.4 Relaisuitgangen Bezetting ● Klem ‑X2:41,42: – Via deze aansluitklemmen kan de hoofdzekering worden bediend. De functie voor de hoofdzekering is in de software bij de NAMUR toepassing niet actief.
  • Pagina 127: Analoge Ingangen

    Aansluitklemmen 10.3 Toepassing "NAMUR" 10.3.5 Analoge ingangen Bezetting ● Klem: ‑X2:50 ... 52: – zet op deze klemmen de doelwaarde van het toerental dat van kracht is in normaal bedrijf. – Klem 50 kan als stroomingang of klem 52 als spanningsingang worden gebruikt Klem 51 is de massa-aansluiting.
  • Pagina 128: Ingangen Voor Ptc-Weerstanden Op De Periferie-Printplaat

    Aansluitklemmen 10.3 Toepassing "NAMUR" 10.3.7 Ingangen voor PTC-weerstanden op de periferie-printplaat Gedetailleerde informatie vind u in het hoofdstuk Periferie-printplaten 1 tot 4 (Pagina 29). Montage- en bedieningshandleiding typereeks I06/07 Montage- en bedieningshandboek, 07/2010, 4BS0643-002...
  • Pagina 129: Diagnose, Storingen En Waarschuwingen

    Diagnose, storingen en waarschuwingen 11.1 Algemene informatie over het zoeken naar storingen Handelwijze Elke omvormer wordt in de fabriek individueel gecontroleerd en proefgedraaid. Bij de eerste inbedrijfstelling kunnen storingen in het apparaat daardoor vrijwel worden uitgesloten. In de meeste gevallen worden storingen veroorzaakt in de periferie, zoals verkeerde bekabeling, of door onvoldoende afscherming bij de resp.
  • Pagina 130 Diagnose, storingen en waarschuwingen 11.2 Logbestand uitlezen ● Datum en tijd van het begin van de storing ● Verschillende werkelijke waarden zoals bv. doelwaarde, motorstroom, motorspanning, motorfrequentie etc. Deze gegevens worden opgeslagen voor de laatste 64 storingen. De vermelding met nummer 01 is de laatst opgetreden storing.
  • Pagina 131: Onderhoud En Instandhouding

    Onderhoud en instandhouding 12.1 Onderhoud en instandhouding Voor elk type apparaat bestaat een aangepast onderhoudsplan. Verdere informatie hierover ontvangt u van de service -afdeling van de fabrikant. De ingebouwde ventilatoren hebben, afhankelijk van de belasting, een levensduur van minimaal 5 jaar. De levensduur van de Lithium batterij op de printplaat "Besturingselektronica"...
  • Pagina 133: Technische Gegevens

    ● Tekstmeldingen op de display, bv. storingsmeldingen ● Beschrijving van de Profibus ● Technische lijst ● Overzicht van de motor lay-out ● Inverter management software (IMS) ● GSD-bestanden voor Profibus www.loher.com () Montage- en bedieningshandleiding typereeks I06/07 Montage- en bedieningshandboek, 07/2010, 4BS0643-002...
  • Pagina 135: Appendix

    Appendix Afkortingenlijst Tabel A-1 Afkortingen en de betekenis ATEX Atmosphère explosible: Synoniem voor de beide EG-richtlijnen voor de explosiebeveiliging ATEX-productrichtlijn 94/9/EG en ATEX-bedrijfsrichtlijn 1999/92/EG Berylliumoxide: Giftige stof. Van belang voor de verwijdering Voorschriften van de bedrijfsvereniging met betrekking tot veiligheid en gezondheid op de werkplek Voorschriften van de bedrijfsvereniging Dual In-Line Package: rechthoekige behuizing (Package) voor...
  • Pagina 136 Appendix A.1 Afkortingenlijst RS 232, RS 485, Normen voor seriële interfaces RS 422 Programmeerbare besturing Sub-D Eigenlijk D‑Sub: veel gebruikte vorm voor een stekker voor dataverbindingen Certificeringsinstituut voor productveiligheid in de VS Universal Serial Bus: serieel bussysteem Ononderbroken stroomvoorziening Verband der Elektrotechnik VE-water Volledig ontzilt water Montage- en bedieningshandleiding typereeks I06/07...
  • Pagina 137: A.2 Certificaten

    Appendix A.2 Certificaten Certificaten Certificaten Beeld A-1 Conformiteitsverklaring laagspanningsrichtlijn en EMC-richtlijn, pagina 1 Montage- en bedieningshandleiding typereeks I06/07 Montage- en bedieningshandboek, 07/2010, 4BS0643-002...
  • Pagina 138: Beeld A

    Appendix A.2 Certificaten Beeld A-2 Conformiteitsverklaring laagspanningsrichtlijn en EMC-richtlijn, pagina 2 Montage- en bedieningshandleiding typereeks I06/07 Montage- en bedieningshandboek, 07/2010, 4BS0643-002...
  • Pagina 139: Beeld A

    Appendix A.2 Certificaten Beeld A-3 Inbouwverklaring conform de EC-machinerichtlijn, pagina 1 Montage- en bedieningshandleiding typereeks I06/07 Montage- en bedieningshandboek, 07/2010, 4BS0643-002...
  • Pagina 140: Beeld A

    Appendix A.2 Certificaten Beeld A-4 Inbouwverklaring conform de EC-machinerichtlijn, pagina 2 Montage- en bedieningshandleiding typereeks I06/07 Montage- en bedieningshandboek, 07/2010, 4BS0643-002...
  • Pagina 141: Beeld A-5 Conformiteitsverklaring Sil2 Dynavert I

    Appendix A.2 Certificaten Beeld A-5 Conformiteitsverklaring SIL2 Dynavert I Montage- en bedieningshandleiding typereeks I06/07 Montage- en bedieningshandboek, 07/2010, 4BS0643-002...
  • Pagina 143: Index

    Standaard, 85 Instandhouding, 129 Beveiliging, 59 Blindvermogen, 52 Korte beschrijving, 25 Commutatie-inbreuken, 48, 49 Contactpersonen en technische ondersteuning Loher servicecontact , 10 Servicevestigingen Duitsland en internationaal, Lastscheidingsschakelaar, 33 Mechanische installatie, 53 Digitale ingangen, 107 Mobiele telefoons, 20 Digitale uitgangen, 84...
  • Pagina 144 Index Onderhoud, 129 Opslag, 45 Optische kabels, 20 Parameters Overzicht, 32 Parametrisering, 94 Periferie-printplaat, 29 Profibus-printplaat, 33, 83 PTC-ingangen, 30, 65 Resonantiestromen, 48, 49 Software actualiseren, 25 Standaardinstelling, 32 Stoorimpulsen, 20 Stooruitzending, 49 Storingsbestendigheid, 48 Stuuraansluitingen, 96 Stuurkabels aansluiten, 60 Technische gegevens Aansluitklemmen, 113 Omvormer, 131...

Inhoudsopgave