Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Laagspanningsomvormer
T05/06/07
Montage- en bedieningshandleiding — 07/2010
Dynavert

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Loher Dynavert T05

  • Pagina 1 Laagspanningsomvormer T05/06/07 Montage- en bedieningshandleiding — 07/2010 Dynavert...
  • Pagina 3 Veiligheidsaanwijzingen Voorwoord Overzicht van het apparaat Dynavert Planning toepassing T05/06/07 Montage- en bedieningshandleiding Mechanische installatie typereeks T05/06/07 Elektrische installatie Montage- en bedieningshandboek Inbedrijfstelling Bediening Doelwaardekanaal en regeling Aansluitklemmen Diagnose, storingen en waarschuwingen Onderhoud en instandhouding Technische gegevens Appendix 07/2010 4BS0535-008...
  • Pagina 4 De aanwijzingen in de bijhorende documentatie moeten in acht worden genomen. Waarmerk Alle benamingen die zijn voorzien van het symbool ®, zijn geregistreerde merken van de LOHER GmbH. De overige benamingen in dit document kunnen merken zijn waarvan het gebruik door derden voor eigen doeleinden de rechten van de eigenaar kan schenden.
  • Pagina 5: Inhoudsopgave

    Inhoudsopgave Veiligheidsaanwijzingen..........................11 Neem de vijf veiligheidsregels in acht..................11 Contactpersonen en technische ondersteuning .................12 Informatie over het gebruik van componenten................12 Bijzonder gevaarlijke zones......................13 Aanwijzingen voor de persoonlijke bescherming.................15 Tips voor de veiligheid van de installatie..................18 Elektrostatisch bedreigde elementen (ESD)................19 Aanbevelingen betreffende de elektromagnetische velden............21 Mobilofoons en mobiele telefoons....................22 1.10 Opmerking over optische kabels....................22...
  • Pagina 6 Inhoudsopgave 3.3.5 Toepassing "Standaardinstelling"....................45 3.3.6 Beschermdak IP21 voor compacte en compacte Plus apparaten..........45 3.3.7 Hoofdschakelaar DYNAVERT Q 2T... of DYNAVERT W 2T............46 3.3.8 Tussencircuitaansluitingen bij compacte apparaten..............47 3.3.9 Externe display..........................48 3.3.10 Ontstoringsfilters van de categorie C1 (Klasse B)...............49 3.3.11 Versterkt du/dt-filter........................49 3.3.12 Sinusfilter.............................49 3.3.13...
  • Pagina 7 Inhoudsopgave 6.5.3 Voorbereidingen om bij de printplaat "Schakelnetvoeding" te komen.........92 6.5.3.1 Compacte apparaten tot 165 mm voorbereiden................92 6.5.3.2 Compacte apparaten tot 225 mm voorbereiden................92 6.5.3.3 Compacte apparaten van maat K4 met 400 V of 500 V voorbereiden........93 6.5.3.4 Compacte apparaten van maat K4 met 690 V voorbereiden............94 6.5.3.5 Compacte apparaten van maat K5/51 met 400 V of 500 V voorbereiden........95 6.5.3.6...
  • Pagina 8 Inhoudsopgave 8.4.1 Werking van de parametrisering....................127 8.4.2 Parameters beveiligen tegen verandering.................129 8.4.3 Parametrisering via de display van de omvormer..............129 8.4.4 Verdere documentatie over de parametrisering................129 Aansturen van de externe verbindingen van de omvormer............130 8.5.1 Functie van de stuuraansluitingen.....................130 8.5.2 Veilige scheiding volgens EN 61800-5-1 T05/06/07..............131 8.5.3 Sub-D aansluitingen en DIL-schakelaars..................132 8.5.4...
  • Pagina 9 Tabel 4-1 Omgevingsvoorwaarden voor het transport van de omvormer...........59 Tabel 4-2 Omgevingsvoorwaarden voor de opslag van de omvormer............62 Tabel 4-3 Omgevingscategorieën en indeling van de Loher apparatuur.............67 Tabel 5-1 Betekenis van de beschermingsklassen..................69 Tabel 5-2 Omgevingsvoorwaarden voor bedrijf van de omvormer..............69 Tabel 5-3 Afmetingen van de verschillende omvormers in mm..............71...
  • Pagina 10 Inhoudsopgave Tabel 5-4 Omvormertypes en bijbehorende maten..................74 Tabel 6-1 Omvormertypes en passende netvormen...................82 Tabel 6-2 Aantrekmomenten voor de kabelaansluitingen................84 Tabel 6-3 Netaansluiting afhankelijk van het pulsaantal................84 Tabel 6-4 Benodigde overbruggingen voor het instellen van de netspanning..........85 Tabel 6-5 Typische maximale lengte voor de motorkabel bij verschillende omvormeruitvoeringen ...88 Tabel 6-6 Aantrekmomenten voor de kabelaansluitingen................89 Tabel 6-7...
  • Pagina 11 Inhoudsopgave Beeld 3-8 Modbus TCP-IP-printplaat......................57 Beeld 3-9 RJ45 Standaardaansluiting......................58 Beeld 4-1 Optillen met kraan........................61 Beeld 4-2 Transport met vorkheftruck......................62 Beeld 4-3 EMV - kabeloverzicht........................65 Beeld 4-4 Schermaansluiting op kastapparaten..................66 Beeld 4-5 Schermaansluiting bij kabeltype NYCWY..................66 Beeld 5-1 Beschermdak..........................73 Beeld 5-2 Maattekening BG S3........................77 Beeld 5-3 Maattekening - externe display....................78...
  • Pagina 12 Inhoudsopgave Beeld 8-23 Netzekering..........................139 Beeld 8-24 Werking van de motorzekering....................141 Beeld 8-25 PNP-toerentalsensor.........................143 Beeld 8-26 NAMUR-toerentalsensor......................144 Beeld 8-27 Digitale snelheidsmeter, twee-aderig, HTL-niveau..............145 Beeld 10-1 Bezetting van de aansluiting bij applicatie "Standard" ............151 Beeld 10-2 Aansluitklemmen bij de toepassing "periferie-printplaat 1"............152 Beeld 10-3 Aansluitklemmen bij de toepassing "periferie-printplaat 2"............152 Beeld 10-4...
  • Pagina 13: Veiligheidsaanwijzingen

    Veiligheidsaanwijzingen Neem de vijf veiligheidsregels in acht Volg in het belang van een eigen persoonlijke veiligheid en om materiële schade te voorkomen de navolgende veiligheidsaanwijzingen en alle andere voor de veiligheid relevante aanwijzingen in uw productdocumentatie op. Neem vooral de op de veiligheid gerichte aanwijzingen op het product zelf in acht en lees altijd het in elk document aanwezige hoofdstuk ''Veiligheidsaanwijzingen''.
  • Pagina 14: Contactpersonen En Technische Ondersteuning

    Loher geschoold personeel Bepaalde componenten die in deze documentatie worden beschreven, mogen uitsluitend door Loher geschoold personeel worden vervangen of gerepareerd. Dit waarborgt steeds de veiligheid van het product. Niet vakkundig uitgevoerde werkzaamheden kunnen materiële schade aan het apparaat en storingen tijdens het bedrijf tot gevolg hebben.
  • Pagina 15: Bijzonder Gevaarlijke Zones

    Veiligheidsaanwijzingen 1.4 Bijzonder gevaarlijke zones Gebruik van de geteste en toegelaten componenten VOORZICHTIG Materiële schade aan het apparaat als gevolg van niet toegelaten componenten. Gebruik uitsluitend geteste en toegelaten componenten. Stel met name zeker dat de volgende componenten getest en toegelaten zijn: ●...
  • Pagina 16 Veiligheidsaanwijzingen 1.4 Bijzonder gevaarlijke zones ① De omvormer is na het indrukken van de NOODSTOP-knop niet direct spanningsvrij! ② Gevaar door aanwezige spanningen bij geopende kastdeuren! ③ In de omvormer kunnen als gevolg van zelfspanningsopbouw spanningen aanwezig zijn wanneer de verbinding naar de motor niet is verbroken! Tijdens bedrijf en enige tijd daarna zijn er hete oppervlakken aan de omvormer aanwezig! Ventilatoren in de omvormer kunnen ook na het uitschakelen nog ronddraaien! Beeld 1-1...
  • Pagina 17: Aanwijzingen Voor De Persoonlijke Bescherming

    Veiligheidsaanwijzingen 1.5 Aanwijzingen voor de persoonlijke bescherming GEVAAR Gevaar door aanwezige spanningen Tijdens het bedrijf en kort na de uitschakeling met de noodstop-knoppen zijn er in de omvormer en in de componenten hoge spanningen aanwezig. Deze spanningen kunnen ook verder aanwezig blijven, wanneer de verbinding met de motor niet verbroken of geaard is.
  • Pagina 18 Veiligheidsaanwijzingen 1.5 Aanwijzingen voor de persoonlijke bescherming product en die over de kwalificaties beschikken in overeenstemming met hun activiteit. Verder moet gekwalificeerd personeel vertrouwd zijn met alle voor de veiligheid relevante aanbevelingen en maatregelen van deze productdocumentatie. Hoge spanningen GEVAAR Gevaar door hoge spanningen Hoge spanningen kunnen bij een onvakkundige manier van werken of bij het negeren van de veiligheidsregels tot de dood of tot zware lichamelijke verwondingen leiden.
  • Pagina 19 Veiligheidsaanwijzingen 1.5 Aanwijzingen voor de persoonlijke bescherming Veiligheidsmaatregelen bij werkzaamheden aan het apparaat GEVAAR Algemene veiligheidsmaatregelen bij werkzaamheden aan het apparaat Houd u voor uw eigen veiligheid in ieder geval aan de volgende aanwijzingen: ● Voer de werkzaamheden alleen uit aan een vrijgeschakeld apparaat. ●...
  • Pagina 20: Tips Voor De Veiligheid Van De Installatie

    Het apparaat mag uitsluitend worden gebruikt voor de in de catalogus en in de technische omschrijving bedoelde toepassingen en in combinatie met toestellen en componenten van derden die door Loher zijn aanbevolen resp. toegestaan. Opmerking Neem de lokale veiligheidsvoorschriften en de nationale veiligheidsrichtlijnen in acht en volg deze altijd op.
  • Pagina 21: Elektrostatisch Bedreigde Elementen (Esd)

    Opmerking Loher-servicecentra Wij adviseren om voor plannings-, montage-, inbedrijfstellings- en servicewerkzaamheden een beroep te doen op de steun en de diensten van de bevoegde Loher-servicecentra. Opmerking Aanwijzing voor de projectering Installaties waarin de omvormers worden ingebouwd, moeten met aanvullende controle- en beschermingsinrichtingen worden uitgerust, om te voldoen aan de veiligheidsbepalingen (bijv.
  • Pagina 22 Veiligheidsaanwijzingen 1.7 Elektrostatisch bedreigde elementen (ESD) ● Raak de elektronische modues alleen aan als u absoluut noodzakelijke werkzaamheden aan deze modules moet uitvoeren. ● Als elektronische modules moeten worden aangeraakt, moet het lichaam van de betrokken persoon onmiddellijk daarvoor elektrostatisch worden ontladen en geaard zijn. ●...
  • Pagina 23: Aanbevelingen Betreffende De Elektromagnetische Velden

    Veiligheidsaanwijzingen 1.8 Aanbevelingen betreffende de elektromagnetische velden [ID 6006.02] Aanbevelingen betreffende de elektromagnetische velden Veiligheidsaanwijzingen WAARSCHUWING Elektromagnetische velden "Elektrosmog" Tijdens bedrijf van installaties met elektrische energietechniek zoals transformatoren, omvormers, motoren enz. worden elektromagnetische velden opgewekt. Door elektromagnetische velden kunnen elektronische apparaten worden gestoord. Dat kan tot een slechte werking van deze apparaten leiden.
  • Pagina 24: Mobilofoons En Mobiele Telefoons

    Veiligheidsaanwijzingen 1.10 Opmerking over optische kabels Mobilofoons en mobiele telefoons Veiligheidsaanwijzingen VOORZICHTIG Mobilofoons Wanneer u mobilofoons met >2W in de onmiddellijke omgeving van het apparaat gebruikt, kan dit onder andere de volgende materiële schade veroorzaken: ● Tijdens het bedrijf van de omvormer kunnen stoorimpulsen gegenereerd worden. ●...
  • Pagina 25 Veiligheidsaanwijzingen 1.10 Opmerking over optische kabels VOORZICHTIG Door flitslicht veroorzaakte stoorimpulsen in optische kabels kunnen leiden tot het slecht functioneren en beschadigingen van omvormeren motor. Tijdens het bedrijf mogen omvormers met optische kabels niet met flitslicht worden gefotografeerd! Fotografeer dergelijke omvormersuitsluitend in spanningsvrije toestand. Montage- en bedieningshandleiding typereeks T05/06/07 Montage- en bedieningshandboek, 07/2010, 4BS0535-008...
  • Pagina 27: Voorwoord

    Voorwoord Weergave van de displaytoetsen in de bedieningshandleiding Tabel 2-1 Weergave van de displaytoetsen in de tekst Toets op het omvormer-display Weergave in de tekst <Aan> <Uit> <P> <S> <I> <Return> <Pijl omhoog> <Pijl omlaag> Speciale aanduidingen In deze bedieningshandleiding worden de volgende tekstformaten gebruikt. Displaytoetsen Tabel 2-2 Weergave van speciale aanduidingen...
  • Pagina 28 Voorwoord 2.2 Speciale aanduidingen Displaytekst "P-SYSTEM DATA" Op deze manier wordt tekst weergegeven die op het display van de bedieningsinterface wordt weergegeven. Als u in een menu van niveau moet wisselen, wordt de tekst als volgt weergegeven: "P- EXTRAS/Language". Hierbij staat "P-EXTRAS" voor het hoofdmenu, "Language" voor het submenu.
  • Pagina 29: Overzicht Van Het Apparaat

    3. Als de omvormer-software niet meer actueel is, actualiseert u de omvormer-software met de software "IMS". Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de service-afdelingen van de fabrikant. Zie ook www.loher.com () Type-aanduidingen De omvormers hebben de volgende soort aanduidingen: ● Korte beschrijving ●...
  • Pagina 30: Tabel 3-1 Voorbeeld Voor Korte Beschrijving

    Overzicht van het apparaat 3.2 Type-aanduidingen Tabel 3-1 Voorbeeld voor korte beschrijving Voorbeel Betekenis DYNAVERT® T Modificatiestand Duur-asvermogen [kW] van de aangesloten motor Nominale aansluitspanning [V] 12/6 Pulsaantal ingang/uitgang. Als deze informatie ontbreekt, betreft het een 6 / 6-pulsige omvormer. Typesleutel Voorbeeld voor typesleutel 2T 2 A- 0 5 40 0- 055De typesleutel beschrijft het type omvormer nauwkeuriger.
  • Pagina 31: Tabel 3-3 Verdere Uitvoeringsaanduiding

    Overzicht van het apparaat 3.2 Type-aanduidingen Voorbeel Benaming Optie Betekenis Modificatiestand Modificatiestand 5 Modificatiestand 6 Modificatiestand 7 Netspanning 400 V-apparaat 500 V-apparaat 690 V-apparaat Aantal parallel geschakelde Enkelvoudig apparaat zonde systeembeheer apparaten Enkelvoudig apparaat met systeembeheer 2 … 7 Meervoudig apparaat met overeenkomend aantal parallelle wisselgelijkrichters en systeembeheer Mogelijk asvermogen [kW] bij …...
  • Pagina 32: Aanvullende Onderdelen

    Overzicht van het apparaat 3.3 Aanvullende onderdelen Voorbeeld Benaming Optie Betekenis omvormer- Standaard du/dt-filter uitgangsfilter Versterkt du/dt-filter Sinusfilter Speciaal uitgangsfilter Interne omvormer- Zonder interne omvormer-display display Met interne omvormer-display Met externe omvormer-display Met interne en externe omvormer-display Bus-printplaat Zonder bus-printplaat Met Profibus-printplaat Met Modbus RTU-printplaat Met Modbus TCP-IP-printplaat...
  • Pagina 33: Schema Voor Directe Waterkoeling

    Overzicht van het apparaat 3.3 Aanvullende onderdelen 3.3.1.2 Schema voor directe waterkoeling Opbouw Componenten in de omvormerkast Componenten op de bouwlocatie ① Ontluchting ② Lucht / waterwisselaar met ventilator voor het interieur ③ Elektromagnetische klep NC ④ Elektromagnetische klep NO ⑤...
  • Pagina 34: Waterkoeling Aansluiten

    Overzicht van het apparaat 3.3 Aanvullende onderdelen 3.3.1.3 Waterkoeling aansluiten Handelwijze ● Sluit de waterkoeling aan op de drie lagedrukslangen die ca. 2 m boven de onderkant van de kast zijn aangebracht. De slangen zijn voorzien van volgende opschriften: – Aanvoer –...
  • Pagina 35: Buitengebruikstelling En Stilstand

    Overzicht van het apparaat 3.3 Aanvullende onderdelen 3.3.1.5 Buitengebruikstelling en stilstand Handelwijze ● Verwijder de waterkoeling bij langere buitengebruikstelling of stilstand van de omvormer. ● Let er op dat bij stilstand van het koelwater rottingsproducten ontstaan en dat bij opslag onder 0 °C vorstschade kan ontstaan.
  • Pagina 36: Tabel 3-6 Waterkoeling - Omgevingsvoorwaarden

    Overzicht van het apparaat 3.3 Aanvullende onderdelen Tabel 3-6 Waterkoeling - omgevingsvoorwaarden Afmetingen BG S1, BG S2, BG S21, BG S3 Veiligheidsklasse IP55 IP54 met bedieningsveld in de deur Waterkwaliteit Industriewater Toegestane watertemperatuur + 10 °C … + 25 / 30°C (afhankelijk van het vermogen, zie omvormerdocumentatie) Toegestane Tijdens bedrijf: + 1 °C …...
  • Pagina 37: Toegestane Waarden Voor Het Koelwater

    Overzicht van het apparaat 3.3 Aanvullende onderdelen 3.3.1.7 Toegestane waarden voor het koelwater Toegestane waarden voor het koelwater (tapwater en ontzilt water) naar de omvormerkoeling met open standaardkoeling en zonder recirculatiekoeling Materiaal: RVS materiaalnummer: 1.4301; 1.4571 Toegestane waarden voor RVS materiaal Watertemperatuur + 10 ...
  • Pagina 38: Periferie-Printplaten 1 Tot 4

    Overzicht van het apparaat 3.3 Aanvullende onderdelen 3.3.2 Periferie-printplaten 1 tot 4 3.3.2.1 Algemene informatie over de periferie-printplaten 1 tot 4 Eigenschappen Periferie-printplaat 1 Periferie-printplaat 4 Aansluitklemmen periferie-printplaat ● Met de periferie-printplaat wordt de functionaliteit van de omvormer uitgebreid. ● Elke omvormer kan worden voorzien van een periferie-printplaat. ●...
  • Pagina 39: Elektronische Uitschakeling Voor "Veilige Stop" / Ptc-Ingangen

    Overzicht van het apparaat 3.3 Aanvullende onderdelen Tabel 3-10 Uitvoering van de periferie-printplaten Periferie-pr. 1 Periferie-pr. 2 Periferie-pr. 3 Periferie-pr. 4 2 ingangen voor PTC-weerstanden, één ATEX- gecertificeerd, één waarschuwing Motortemperatuur-bewaking, voor motoren in Ex- zones Een digitale ingang "Veilige stop/Safe halt" conform EN 954-1, Cat.
  • Pagina 40 Overzicht van het apparaat 3.3 Aanvullende onderdelen Uitschakelconcept motortemperatuurbewaking Werking Via de periferie-printplaat 2 / 4 wordt de waarde van de via een PTC-weerstand geregistreerde motortemperatuur beoordeeld. Hierdoor wordt de veiligheid en betrouwbaarheid via de ingebouwde kortsluitherkenning gegarandeerd. De functie "Safe halt" van de periferie- printplaat 2 / 4 en de functie "Safe halt"...
  • Pagina 41: Risicovergelijking

    Overzicht van het apparaat 3.3 Aanvullende onderdelen Risicovergelijking Om mogelijke risico's van te voren uit te sluiten, is voor de uitschakelmethode een risico- analyse conform EN 1050 resp. DIN EN ISO 14121 (ontwerpnorm) uitgevoerd. Uit deze analyse is gebleken dat, vanwege de redundante opbouw van de elektronische uitschakeling en de toepassing van betrouwbare componenten, het risico op verlies door de uitschakelfunctie gering is.
  • Pagina 42 Overzicht van het apparaat 3.3 Aanvullende onderdelen Controleren van de functie "Veilige stop/Safe halt" Handelwijze Test de uitschakelfunctie voordat de functie "Safe halt" in gebruik wordt genomen. Volg hiervoor de volgende procedure: 1. Schakel de spanning op de omvormer in totdat de LED "READY" op de display gaat branden.
  • Pagina 43: Ptc-Ingangen Voor Ptc-Motorweerstanden

    Overzicht van het apparaat 3.3 Aanvullende onderdelen LET OP Onjuiste werking Wanneer u de omvormer met zichtbare transportschade gebruikt voor veiligheidsrelevante toepassingen, kan er door onjuiste werking materiële schade ontstaan. Maak geen gebruik meer van omvormers met zichtbare transportschade. ● Vervang de periferie-printplaat 2 / 4 met veiligheidsgerelateerde ingangen uitsluitend door originele onderdelen.
  • Pagina 44: Tabel 3-11 Ptc-Ingang - Gegevens

    Overzicht van het apparaat 3.3 Aanvullende onderdelen De uitschakelfunctie van de PTC-weerstanden controleren Handelwijze Test de uitschakelfunctie voordat u de printplaat in gebruik neemt. Volg hiervoor de volgende procedure: 1. Vervang de 100 Ω-weerstand van klem –X3:90 – 91 door een potmeter van ten minste 10 kΩ.
  • Pagina 45: Remtransistor En Remweerstand

    Overzicht van het apparaat 3.3 Aanvullende onderdelen Melding te hoge > 3,2 kΩ … 3,8 kΩ temperatuur Kortsluiting in de < 15 Ω … 25 Ω sensorschakeling Meetkringbelasting < 5 mW bij R = 1,5 kΩ Spanning in de < 2 V bij R = 1,5 kΩ sensorschakeling Stroom in de <...
  • Pagina 46: Berekenen Van De Remweerstand

    Overzicht van het apparaat 3.3 Aanvullende onderdelen De stroom in het tussencircuit draait de richting om. DYNAVERT T biedt in de standaarduitvoering geen mogelijkheid om de energie aan het net terug te voeren. In rembedrijf kan de kinetische energie worden omgezet in afvalwarmte. Bij hogere toerentallen staat hierbij ca.
  • Pagina 47: Parameteroverzicht

    Een uitgebreid overzicht van alle parameters vindt u in de software "IMS" of in het parameteroverzicht 4BS0550. U vindt beide overzichten op internet onder het aangegeven adres. Zie ook www.loher.com () 3.3.5 Toepassing "Standaardinstelling" In deze toepassing zijn apparaatinstellingen opgeslagen die tijdens de controle in de fabriek zijn ingevoerd.
  • Pagina 48: Hoofdschakelaar Dynavert Q 2T

    Overzicht van het apparaat 3.3 Aanvullende onderdelen Voor alle compacte resp. compacte Plus apparaten is het beschermdak IP21 als accessoire leverbaar. Het dak is aan alle kanten 5 mm breder dan de omvormer. Neem deze afstand in acht wanneer de apparaten naast elkaar worden opgesteld. Laat de ventilatie-openingen aan de voorkant vrij.
  • Pagina 49: Tussencircuitaansluitingen Bij Compacte Apparaten

    Overzicht van het apparaat 3.3 Aanvullende onderdelen 3.3.8 Tussencircuitaansluitingen bij compacte apparaten Eigenschappen De tussencircuitaansluitingen –X1:UD+2 en –X1:UD-2 zijn bij de kleine omvormers tot 2T2A05400-030 bij 400 V resp. van 2T2A05500-037 tot 500 V in het algemeen aanwezig. Bij de grotere omvormers zijn deze als optie leverbaar. Alleen wanneer u een DC-installatie wilt opbouwen, moeten de omvormers via het tussencircuit worden verbonden.
  • Pagina 50: Externe Display

    Overzicht van het apparaat 3.3 Aanvullende onderdelen Neem hierbij het volgende in acht: ● Omvormer 1 en omvormer 2 moeten van hetzelfde type zijn. ● Sluit beide omvormers via een gemeenschappelijke toevoer op het net aan. ● Stel de toevoerstroom aan het net van elke omvormer in op maximaal 75 % van de nominale stroom.
  • Pagina 51: Ontstoringsfilters Van De Categorie C1 (Klasse B)

    Overzicht van het apparaat 3.3 Aanvullende onderdelen Voor meer informatie zie de hoofdstukken Aansluiting voor optioneel externe display met RS 485 (Pagina 137) en Externe display monteren (Pagina 77). 3.3.10 Ontstoringsfilters van de categorie C1 (Klasse B) Eigenschappen Maak indien nodig in de omvormers DYNAVERT gebruik van een ontstoringsfilter van de categorie C1 (Klasse B).
  • Pagina 52: Extra Smoorspoelen

    Overzicht van het apparaat 3.3 Aanvullende onderdelen Let er op dat sinusfilters uitsluitend zijn ontworpen voor de nominale frequentie. Daarom moet de parameter "f-pulse min" onder "P-INVERTER DATA" altijd op de nominale frequentie worden ingesteld! VOORZICHTIG Schade aan het sinusfilter Wanneer de nominale frequentie van het sinusfilter wordt onderschreden, kan het filter oververhit raken.
  • Pagina 53: Tabel 3-14 Profibus-Printplaat - Externe Elementen

    Overzicht van het apparaat 3.3 Aanvullende onderdelen ① Profibus-aansluiting ② Schakelaar voor afsluitweerstand ③ Profibus-adres, instelbaar ④ LED "Busdiagnose" ⑤ LED "Offline" ⑥ LED "Status" groen/rood ⑦ Niet gebruikte LED ⑧ LED "Online" Beeld 3-5 Profibus-printplaat Tabel 3-14 Profibus-printplaat - Externe elementen Onderdeel Functie LED "Status"...
  • Pagina 54: Modbus Rtu

    Overzicht van het apparaat 3.3 Aanvullende onderdelen Onderdeel Functie Instelbaar Profibus-adres U kunt het Profibus-adres als volgt via de software instellen: onder"P-INTERFACE/P-Profibus/Modbus/P-Profibus/BUS address" kan een waarde tussen 0 … 125 worden ingesteld. Als u als waarde 0 invoert, wordt het adres via de hardware ingesteld. Stel in dit geval met een schroevendraaier een adres tussen 0 ...
  • Pagina 55: Tabel 3-15 Profibus-Printplaat - Externe Elementen

    Overzicht van het apparaat 3.3 Aanvullende onderdelen Typesleutel _ _ _ _ M _" ziet op het typeplaatje aan de hand van de benaming "DYNAVERT _ dat er een Modbus-printplaat is ingebouwd. ① Modbus-aansluiting ② Schakelaar voor afsluitweerstand ③ DIL-schakelaar 1 ... 7: Modbus-adres, instelbaar ④...
  • Pagina 56 Overzicht van het apparaat 3.3 Aanvullende onderdelen Onderdeel Functie Modbus-aansluiting Sub-D-aansluiting voor Modbus Schakelaar voor Een busleiding moet worden afgesloten met een afsluitweerstand. Let op: de stekker kan afsluitweerstand ook een afsluitweerstand bevatten. Hou hiermee rekening bij de schakelaarpositie. Schakelaar boven = weerstand Aan Instelbaar Modbus-adres U kunt het Modbus-adres als volgt via de software instellen: onder"P-INTERFACE/P-Profibus/Modbus/P-Modbus RTU/BUS address"...
  • Pagina 57: Modbus Tcp-Ip

    Overzicht van het apparaat 3.3 Aanvullende onderdelen Tabel 3-16 Pinindeling van de Modbus-aansluiting met Sub-D-aansluiting Benaming Functie Behuizingen Afscherming Kabelafscherming niet bezet RS 232 - TX Signaal (zenden) RS 232 - RX Signaal (ontvangen) niet bezet Signaal massa + 5 V Voedingsspanning RS 485 D0 RS 485 D1...
  • Pagina 58: Beeld

    Overzicht van het apparaat 3.3 Aanvullende onderdelen Typesleutel _ _ _ _ T _" ziet op het typeplaatje aan de hand van de benaming "DYNAVERT _ dat er een Modbus TCP-IP-printplaat is ingebouwd. Beeld 3-7 Modbus TCP-IP-printplaat Montage- en bedieningshandleiding typereeks T05/06/07 Montage- en bedieningshandboek, 07/2010, 4BS0535-008...
  • Pagina 59: Tabel 3-17 Modbus Tcp-Ip-Printplaat - Externe Elementen

    Overzicht van het apparaat 3.3 Aanvullende onderdelen interne busverbinding Ethernet-aansluiting RJ45 Configuratieschakelaar Anybus Watchdog Status-LED's: Beeld 3-8 Modbus TCP-IP-printplaat Tabel 3-17 Modbus TCP-IP-printplaat - Externe elementen Onderdeel Functie LED 1 "Link (Activity)" geen verbinding gevonden Groen oplichtend Verbinding gevonden LED 2 "Module Status" geen voedingsspanning Groen knipperend (1 Hz) IP-adres niet via configratieschakelaar ingesteld...
  • Pagina 60: Tabel 3-18 Rj45 Pinindeling

    Overzicht van het apparaat 3.3 Aanvullende onderdelen Onderdeel Functie Modbus-aansluiting Ethernet-aansluiting RJ45 Configuratieschakelaar U kunt de TCP/IP-instellingen als volgt via de software instellen: IP-adres onder "P-INTERFACE/P-Profibus/Modbus/P-Modbus TCP/IP" Sub-Net onder"P-INTERFACE/P-Profibus/Modbus/P-Modbus TCP/SN" Gateway onder"P-INTERFACE/P-Profibus/Modbus/P-Modbus TCP/GW" Als u voor het IP-adres de waarde 0-0-0-0 invoert, worden de volgende standaardwaarden gebruikt, het IP-adres wordt via de hardware aangevuld: IP-adres: 192.168.0.x (x = waarde van de configuratieschakelaar) Gateway: 0.0.0.0...
  • Pagina 61: Planning Toepassing

    Planning toepassing Omvormer transporteren Handelwijze WAARSCHUWING Tijdens transport en bij het optillen bestaat een verhoogd gevaar voor lichamelijk letsel. Neem de transportaanwijzingen in deze bedieningshandleiding alsmede de algemene veiligheidsvoorschriften in acht, met name BGI 556. De omvormers worden door de fabrikant zo verpakt dat ze met vrachtwagens kunnen worden getransporteerd.
  • Pagina 62 Planning toepassing 4.1 Omvormer transporteren Compacte apparaten tillen - fout Compacte apparaten tillen - goed Montage- en bedieningshandleiding typereeks T05/06/07 Montage- en bedieningshandboek, 07/2010, 4BS0535-008...
  • Pagina 63: Beeld 4-1 Optillen Met Kraan

    Planning toepassing 4.1 Omvormer transporteren Beeld 4-1 Optillen met kraan Montage- en bedieningshandleiding typereeks T05/06/07 Montage- en bedieningshandboek, 07/2010, 4BS0535-008...
  • Pagina 64: Opslag Van De Omvormers

    Planning toepassing 4.2 Opslag van de omvormers Beeld 4-2 Transport met vorkheftruck Opslag van de omvormers ● Sla de apparaten alleen met onbeschadigde verpakking op in een droog magazijn. ● Neem bij de opslag het temperatuurbereik in de volgende tabel in acht. De omgevingsvoorwaarden voor de opslag conform EN 61800‑5‑1 zijn voor temperatuur, klasse 1K4 resp.
  • Pagina 65: Emc

    Planning toepassing 4.3 EMC VOORZICHTIG Zware schade aan de omvormers Als de omvormers in de open lucht worden opgeslagen, is er kans op zware schade aan de omvormers. Sla de omvormers op in gesloten, droge ruimten. WAARSCHUWING Lichamelijk letsel door exploderen van de condensatoren Als het apparaat langer dan twee jaar in opslag heeft gelegen, kunnen de tussencircuitcondensatoren bij het in gebruik nemen exploderen.
  • Pagina 66: Voorbeelden Voor Emc-Compatibele Aansluiting

    Planning toepassing 4.3 EMC ● Voorzie de zekeringen, relais, magneetventielen etc. in de schakelkast van RC- interferentie-onderdrukkers. – Gebruik geen dioden of varistoren. – Voer de bekabeling direct aan de betreffende spoel uit. ● Niet-geïsoleerde kabels dienen te worden afgeschermd. Dit geldt met name voor analoge signalen van hetzelfde stroomcircuit, d.w.z.
  • Pagina 67: Beeld 4-3 Emv - Kabeloverzicht

    Planning toepassing 4.3 EMC ② Stuurkabel tot ca. 10 mm buitendiameter ③ Signaalkabel In plaats van metalen kabelbinders kan ook gebruik worden gemaakt van EMC-compatibele schroefverbindingen. In dit geval moet de afscherming met aansluitingen voor de kabelbinders worden verwijderd. ① Signaalkabel ②...
  • Pagina 68: Ontstoringsklasse

    Planning toepassing 4.3 EMC ① Kabelbinders ② Afgestript deel ③ Contactklem ④ Afschermingsrail Beeld 4-4 Schermaansluiting op kastapparaten Beeld 4-5 Schermaansluiting bij kabeltype NYCWY 4.3.3 Ontstoringsklasse De ontstoringsklasse van de omvormer is vermeld op het typeplaatje en in de opdrachtbevestiging. Meer informatie vindt u in het hoofdstuk Type-aanduidingen (Pagina 27). Montage- en bedieningshandleiding typereeks T05/06/07 Montage- en bedieningshandboek, 07/2010, 4BS0535-008...
  • Pagina 69: Emc-Omgevingscategorie

    EMC-grenswaarden voor stooruitzending overschrijden, kunnen echter problemen bij de omvormers optreden. Neem in dit geval contact op met de service-afdeling van de fabrikant. Tabel 4-3 Omgevingscategorieën en indeling van de Loher apparatuur Categorie en 1. Omgeving 2. Omgeving...
  • Pagina 70 Planning toepassing 4.3 EMC Wanneer grenswaarden van de categorie C3 (Klasse A Groep 2 volgens EN 55011, waarbij deze grenswaarden onder de waarden van de Klasse A Groep 1 liggen) zijn vereist, geldt de volgende waarschuwing: Opmerking Voor apparaten van de categorie C3 geldt: "Dit product is niet geschikt voor aansluiting op een openbaar net voor de voorziening van woonomgevingen.
  • Pagina 71: Mechanische Installatie

    Mechanische installatie Omvormer monteren - Algemene opmerkingen Handelwijze ● Monteer de omvormer zo, dat er ongehinderd schone en droge lucht kan worden aan- en afgevoerd. ● Houdt hiervoor de in de maattekening opgegeven ruimte voor de koellucht vrij. ● De beschermingsklasse van het apparaat vindt u op het typeplaatje. ●...
  • Pagina 72: Compacte Apparaten Monteren

    Mechanische installatie 5.2 Compacte apparaten monteren Compacte apparaten monteren Handelwijze ● Plaats compacte apparaten direct in een schakelruimte op of bouw compacte apparaten in een schakelkast in. ● Let bij inbouw in een schakelkast op dat de ventilatie van de omvormer niet is ontworpen voor tegendruk.
  • Pagina 73: Afmetingen Van De Verschillende Omvormers In Mm

    Mechanische installatie 5.2 Compacte apparaten monteren Maattekening compact apparaat 1 Maattekening compact apparaat 2 Tabel 5-3 Afmetingen van de verschillende omvormers in mm Omvormertype 2T2A-05/7400-002 … 82,5 22,5 BG K1 2T2A-05/7400-005 2T2A-05/7500-002 … 2T2A-05/7500-007 2T2A-05/7400-007 … 82,5 22,5 BG K2 2T2A-05/7400-011 2T2A-05/7500-011 …...
  • Pagina 74 Mechanische installatie 5.2 Compacte apparaten monteren Omvormertype 2T2A-05/7400-015 … 112,5 BG K3 2T2A-05/7400-030 2T2A-05/7500-022 … 2T2A-05/7500-037 2T2A-05/7690-007 2T2A-05/7690-011 2T2A-05/7690-015 2T2A-05/7690-022 2T2A-05/7400-037 … BG K4 2T2A-05/7400-055 2T2A-05/7500-045 … 2T2A-05/7500-075 2T2A-05/7690-030 … 2T2A-05/7690-075 2T2A-05/7400-075 … 1.125 1.100 1.060 BG K5 2T2A-05/7400-110 2T2A-05/7500-090 … 2T2A-05/7500-132 2T2A-05/7690-090 …...
  • Pagina 75: Kastappararaten Monteren

    Mechanische installatie 5.3 Kastappararaten monteren Kastappararaten monteren Handelwijze ● Monteer kastapparaten op een vlakke vloer. Opstelling aan een wand is toegestaan. ● Wanneer er bij de documentatie van de opdracht in de maattekening geen afstanden zijn opgegeven, kunnen de kasten ook tegen elkaar worden geplaatst. ●...
  • Pagina 76 Mechanische installatie 5.3 Kastappararaten monteren 1. Verwijderen de bestaande transportrails. Bewaar deze voor eventueel later transport. 2. Schroef de bouten in de aanwezige schroefgaten op de kast van de omvormer. 3. Plaats het dak en schroef het dak met de meegeleverde schroeven vast. VOORZICHTIG Zware schade aan het apparaat Wanneer er tijdens de montage ringen of schroeven in de kast vallen, kan dit leiden tot...
  • Pagina 77 Mechanische installatie 5.3 Kastappararaten monteren ● Grotere vermogens kunnen worden gerealiseerd door meerdere systemen van bouwgrootte BG S2 of BG S3 parallel te schakelen. Montage- en bedieningshandleiding typereeks T05/06/07 Montage- en bedieningshandboek, 07/2010, 4BS0535-008...
  • Pagina 78 Mechanische installatie 5.3 Kastappararaten monteren – De bijbehorende maattekeningen vindt u in de onderstaande afbeeldingen. Maattekening BG S1 Maattekening BG S2 Maattekening BG S21 Montage- en bedieningshandleiding typereeks T05/06/07 Montage- en bedieningshandboek, 07/2010, 4BS0535-008...
  • Pagina 79: Externe Display Monteren

    Mechanische installatie 5.4 Externe display monteren Beeld 5-2 Maattekening BG S3 Externe display monteren Het externe display met artikelnummer L0296033 heeft dezelfde functionaliteit als het interne display. Handelwijze De externe display kan worden ingebouwd in de deur van een schakelkast of in een bediening op afstand tot ca 1.000 m.
  • Pagina 80: Beeld 5-3 Maattekening - Externe Display

    Mechanische installatie 5.4 Externe display monteren ① Instelling van het contrast Beeld 5-3 Maattekening - externe display Aansluiting bij inbouw in de deur van een schakelkast met max. 5 m lange aansluitkabel Omvormer 9-polige Sub-D Beeld 5-4 Display - inbouw in de deur van een schakelkast Maak voor de aansluitkabel gebruik van een paarsgewijs gedraaide en afgeschermde kabel, b v.
  • Pagina 81: Beeld 5-5 Display - Externe Inbouw

    Mechanische installatie 5.4 Externe display monteren Aansluiting bij externe inbouw op afstand met max. 1.000 m lange aansluitkabel Beeld 5-5 Display - externe inbouw Maak gebruik van afgeschermde aansluitkabels. Montage- en bedieningshandleiding typereeks T05/06/07 Montage- en bedieningshandboek, 07/2010, 4BS0535-008...
  • Pagina 83: Elektrische Installatie

    Elektrische installatie Omvormer beveiligen Bij het beveiligen van de omvormer kunnen twee situaties worden onderscheiden. Procedure wanneer de motor ongeveer zo groot is als de omvormer (Imot>=0,5 * Ifu) ● Beveilig de omvormer tegen kortsluiting. ● De waarde van de zekering vindt u in de technische gegevens resp. op het typeplaatje. ●...
  • Pagina 84: Stuurkabel Aansluiten

    Elektrische installatie 6.3 Netaansluiting Stuurkabel aansluiten Handelwijze ● Sluit de stuurkabels aan zoals beschreven in het hoofdstuk "Communicatie" of volgens de meegeleverde documentatie van het apparaat. ● Maak voor het aansluiten van signaalkabels gebruik van afgeschermde, paarsgewijs gedraaide kabels, b v. type JE-Y(St)-Y 2*, om de kwaliteit van het signaal te verbeteren. ●...
  • Pagina 85: Netkabel Bepalen

    Elektrische installatie 6.3 Netaansluiting 6.3.2 Netkabel bepalen Berekening ● Spanningsbelasting – Gebruik kabels met ten minste U /U = 0,6/1 kV. ● Stroombelasting – Bepaal de diameter van de kabel aan de hand van de geldende normen bv. VDE 0298. –...
  • Pagina 86: Aansluiting Van De Omvormer Bij Verschillend Pulsaantal

    Elektrische installatie 6.3 Netaansluiting Handelwijze ● Sluit de netkabels L1-L2-L3 aan op de klemmen U1, V1, W1 van de aansluitstrip -X1 van de omvormer met de volgende momenten: Tabel 6-2 Aantrekmomenten voor de kabelaansluitingen Klem UK6N, 6,2 mm Klem UK35, 15,2 mm breed breed 1,5 Nm …...
  • Pagina 87: Netspanning Op De Omvormer Instellen

    Elektrische installatie 6.3 Netaansluiting 6.3.5 Netspanning op de omvormer instellen De omvormers zijn geschikt voor verschillende netspanningen: Wanneer uw omvormer afwijkt van de resp. netspanningen van 400, 500 of 690 V, moet de netspanning op de omvormer worden ingesteld. Handelwijze 1.
  • Pagina 88: Motoraansluiting

    Overleg daarom met de fabrikant voor de keuze van de motoren. ● Raadpleeg bij gebruik van motoren van Loher het resp. omvormervermogen in de lijst "UN03/UN04 Drehstrommotoren für drehzahlverstellbare Antriebe". Montage- en bedieningshandleiding typereeks T05/06/07...
  • Pagina 89: Belasting Van De Wikkelingen

    Elektrische installatie 6.4 Motoraansluiting 6.4.2 Belasting van de wikkelingen Opmerking Spanningsverhoging door schakelflanken De door de omvormer opgewekte schakelflanken in de spanning zorgen voor een extra belasting van de motorisolatie. Er ontstaan spanningspieken. Wanneer u de aanwijzingen in dit hoofdstuk in acht neemt, ontstaan er over de motor geen piekspanningen hoger dan 1.560 V.
  • Pagina 90: Maximale Lengte Van De Motorkabel Berekenen

    Elektrische installatie 6.4 Motoraansluiting 6.4.5 Maximale lengte van de motorkabel berekenen De volgende factoren bepalen de maximale kabellengte: ● Piekspanning aan de motor – Alle omvormers zijn voorzien van een du/dt-filter. Het filter beperkt de stijgtijd van de spanning aan de motor tot > 0,5 µs. –...
  • Pagina 91: Motorkabels Aansluiten

    Elektrische installatie 6.4 Motoraansluiting afstanden mogelijk. Neem bij grensgevallen of grotere afstanden contact op met de fabriek voor de exacte waarden. VOORZICHTIG Zware schade aan het omvormeruitgangsfilter Wanneer er teveel motorkabels parallel worden gelegd, kan de capacitieve stroom in de motorkabel ontoelaatbaar hoog worden.
  • Pagina 92: Ptc-Weerstanden Van De Motoren Op De Omvormer Aansluiten

    Elektrische installatie 6.5 Aansluiten van externe stuurspanning 6.4.7 PTC-weerstanden van de motoren op de omvormer aansluiten Handelwijze ● Sluit de PTC-weerstanden van niet -EX motoren zonder periferie-printplaat 2 / 4 aan op de klemmen 27, 28 - 58 van de aansluitstrip-X2 . ●...
  • Pagina 93: Hardware Omschakelen Op Externe Stuurspanning

    Elektrische installatie 6.5 Aansluiten van externe stuurspanning ● Bij een hoofdzekering aan de kant van het net ● Wanneer de display moet blijven werken als de netspanning wegvalt. ● Wanneer bij kortstondig wegvallen van de netspanning, de omvormer ca. 3 sec. sneller dan zonder externe stuurspanning weer moet worden ingeschakeld.
  • Pagina 94: Voorbereidingen Om Bij De Printplaat "Schakelnetvoeding" Te Komen

    Elektrische installatie 6.5 Aansluiten van externe stuurspanning 6.5.3 Voorbereidingen om bij de printplaat "Schakelnetvoeding" te komen 6.5.3.1 Compacte apparaten tot 165 mm voorbereiden Deze aanwijzingen gelden voor compacte apparaten tot 165 mm met de aanduiding 2T..‑05400‑011 resp. 2T..‑05500‑015. Handelwijze 1. Schroef de blauwe afdekking los door de schroef boven –X25 los te draaien en til de afdekking op.
  • Pagina 95: Compacte Apparaten Van Maat K4 Met 400 V Of 500 V Voorbereiden

    Elektrische installatie 6.5 Aansluiten van externe stuurspanning Compact apparaat B=165, stekker voor de externe stuurspanning Compact apparaat B=225, stekker voor de externe stuurspanning 6.5.3.3 Compacte apparaten van maat K4 met 400 V of 500 V voorbereiden Deze aanwijzingen gelden voor apparaten van maat K4 met L × B 775 × 350 mm en 400 V of 500 V nominale spanning.
  • Pagina 96: Compacte Apparaten Van Maat K4 Met 690 V Voorbereiden

    Elektrische installatie 6.5 Aansluiten van externe stuurspanning 6. Steek de stekker op "extern". 7. Volg de aanwijzingen in omgekeerde volgorde om de zijwand en de afdekkingen weer te bevestigen. Beeld 6-2 Compact apparaat maat K4 LET OP Mogelijk onjuiste werking Wanneer u op de bovenste printplaat "Ventilatorvoeding"...
  • Pagina 97: Compacte Apparaten Van Maat K5/51 Met 400 V Of 500 V Voorbereiden

    Elektrische installatie 6.5 Aansluiten van externe stuurspanning 4. Steek op de printplaat "Ventilatorvoeding" met de vijf fijne zekeringen, de stekker van bus –X100 op –X200. 5. Volg de aanwijzingen in omgekeerde volgorde om de zijwand en de afdekkingen weer te bevestigen.
  • Pagina 98: Compacte Apparaten Van Maat K5/51 Met 690 V Voorbereiden

    Elektrische installatie 6.5 Aansluiten van externe stuurspanning 4. Demonteer de printplaat "Ventilatorvoeding" met de vijf fijne zekeringen. Verwijder daarvoor de vier schroeven en trek de kabel los. 5. Daaronder bevindt zich de printplaat " Schakelnetvoeding" met een witte stekker en de bussen ‑X2 voor "intern"...
  • Pagina 99: Compacte Apparaten Van Maat K6 Met 690 V Voorbereiden

    Elektrische installatie 6.5 Aansluiten van externe stuurspanning Handelwijze 1. Draai de vier bevestigingsschroeven van de grijze afdekking daaronder 90° en til de deksel naar boven. 2. Schroef de blauwe afdekking los door de schroef boven –X25 los te draaien en til de afdekking op.
  • Pagina 100: Externe Stuurspanning Bij Compacte Apparaten Aansluiten

    Elektrische installatie 6.5 Aansluiten van externe stuurspanning 5. Steek op de printplaat "Ventilatorvoeding" de stekker van bus –X100 voor "intern" over op –X200 voor "extern". 6. Volg de aanwijzingen in omgekeerde volgorde om de zijwand en de afdekkingen weer te bevestigen.
  • Pagina 101: Stuurspanning 230 V Bij Kastapparaten

    Elektrische installatie 6.5 Aansluiten van externe stuurspanning 6.5.5 Stuurspanning 230 V bij kastapparaten Bij kastapparaten wordt de stuurspanning voor de elektronica van de stuurtransformator afgenomen. Gedetailleerde informatie vindt u in het elektrische schema. Montage- en bedieningshandleiding typereeks T05/06/07 Montage- en bedieningshandboek, 07/2010, 4BS0535-008...
  • Pagina 103: Inbedrijfstelling

    Inbedrijfstelling Algemene opmerkingen met betrekking tot de inbedrijfstelling Voer de inbedrijfstelling uit aan de hand van de onderstaande instructies. Voor het bedienen van de omvormer leest u hoofdstuk Algemene informatie over de bediening (Pagina 111) Maak bij de inbedrijfstelling gebruik van een handleiding voor de inbedrijfstelling van een standaard omvormertoepassing.
  • Pagina 104: Hardware-Instellingen

    Inbedrijfstelling 7.2 Controleren zonder netspanning en zonder motor Controleren van de aangelegde spanningen 1. Controleer welke spanningen op de stuuraansluitingen –A1‑X2 staan. – Alleen op de groene aansluitingen boven resp. aan aansluiting 37 mag een spanning van 32 V tot 250 V staan. –...
  • Pagina 105: Controle Met Netspanning En Zonder Motor

    Inbedrijfstelling 7.3 Controle met netspanning en zonder motor 3. Koppel bij compacte apparaten de interne geel/groene aders los van de aardaansluiting. Beeld 7-1 Controle van de isolatie 4. Demonteer bij kastapparaten de printplaat "Uitgangsfilters"–A9 of koppel de aardaansluiting los. 5. De printplaat vindt u bij de aansluitklemmen voor de motor –X0:U2, V2, W2. 6.
  • Pagina 106: Netspanningparameters Controleren

    Inbedrijfstelling 7.3 Controle met netspanning en zonder motor Displaytaal kiezen 1. Kies onder "P-EXTRAS/Language" de gewenste taal voor de display. 2. Bij een nieuw apparaat kunt u kiezen uit Duits of Engels. 3. Voeg de displayteksten voor andere talen in via de PC-software "IMS" wanneer dit nog niet in de fabriek is gedaan.
  • Pagina 107 Inbedrijfstelling 7.3 Controle met netspanning en zonder motor Motorgegevens aanpassen 1. Voer onder "P-MOTOR DATA/" als eerste de regelvariant van de omvormer resp. het motortype in. U kunt kiezen uit de volgende regelvarianten: ● "async_SVC": Asynchron Space Vector Control, vector-regeling –...
  • Pagina 108 Inbedrijfstelling 7.3 Controle met netspanning en zonder motor Toerentalregelcircuit - optimaal ingesteld Toerentalregelcircuit - te korte Tn-regelaar Toerentalregelcircuit - te hoge P-control Voor alle motortypen geldt: ● voer de gegevens van het typeplaatje van de motor in voor sinusbedrijf. ● De gegevens vindt u op het typeplaatje van de motor Montage- en bedieningshandleiding typereeks T05/06/07 Montage- en bedieningshandboek, 07/2010, 4BS0535-008...
  • Pagina 109: Aandrijvinggegevens Aanpassen

    Inbedrijfstelling 7.4 Controles met netspanning en met motor Aandrijvinggegevens aanpassen Onder het menu "P-DRIVE DATA" legt u de toerentalgrenzen en de richting van het uitgangsdraaiveld vast. 1. Bepaal de minimale uitgangsfrequentie van het uitgangsdraaiveld bij de minimale doelwaarde "/fmin". De waarde "/fmax" legt de bovenste toerentalgrens vast. Gedetailleerde informatie vindt u in het hoofdstuk Motoraansluiting (Pagina 86).
  • Pagina 110: Controleren Met Motor, Gekoppeld Aan De Werkmachine

    Inbedrijfstelling 7.6 Bedrijf in een omgeving waar explosiegevaar bestaat Vibratiecontrole 1. Doorloop langzaam het volledige toerentalgebied. Let hierbij op de motor. – Wanneer bij een bepaald toerental vibraties optreden, moet u overleggen met de fabrikant van de motor. Indien nodig kan deze frequentie worden verborgen. 2.
  • Pagina 111 Inbedrijfstelling 7.6 Bedrijf in een omgeving waar explosiegevaar bestaat Omvormers in een explosiegevaarlijke omgeving WAARSCHUWING Zwaar letsel door explosie Wanneer u de omvormer gebruikt in een explosiegevaarlijke omgeving, kunnen er explosies optreden die ernstige materiële schade en ernstig of zelfs dodelijk letsel kunnen veroorzaken. Gebruik de omvormer uitsluitend in een beveiligde explosiegevaarlijke omgeving.
  • Pagina 112 Inbedrijfstelling 7.6 Bedrijf in een omgeving waar explosiegevaar bestaat Veiligheid bij het uitschakelen De risico-analyse volgens EN 1050 resp. DIN EN ISO 14121 (ontwerpnorm) laat zien dat er in vergelijking met uitschakelen door een zekering slechts een extra risico bestaat door gevaarlijke stromen in de omvormerkast.
  • Pagina 113: Bediening

    Bediening Algemene informatie over de bediening 8.1.1 Werking van de omvormer-display Opbouw Beeld 8-1 Omvormer-display De display dient voor de bediening en de bewaking van de omvormer. De LED's "READY", "WORKING" en "FAULT" geven de huidige status van de omvormer aan. Op de display kunnen in duidelijke tekst de volgende gegevens worden afgelezen: ●...
  • Pagina 114: Talen Instellen

    Bediening 8.1 Algemene informatie over de bediening Alleen bij "lokaal bedrijf" zijn de functies "Omvormer aan" en "Omvormer uit" actief. Met deze toetsen navigeert u door het menu Door tweemaal snel op de toetsen te drukken, stelt u de doelwaarde van het toerental in.
  • Pagina 115: Resolutie Voor Het Menu Instellen

    Bediening 8.1 Algemene informatie over de bediening 8.1.3 Resolutie voor het menu instellen. ● Stel in het menu "P-EXTRAS" de resolutie voor het omvormermenu in om het aantal zichtbare menuniveaus in te stellen en de overzichtelijkheid te verbeteren. 8.1.4 Bedieningsopdrachten van de omvormer Werking De bediening van de omvormer vindt plaats via verschillende ingangen zoals bv.
  • Pagina 116 Bediening 8.1 Algemene informatie over de bediening ● "Emerg. stop (NC) OFF3" – Gecontroleerd afremmen op de "Snelstophelling" wordt uitgevoerd met de opdracht "Off3". Deze opdracht wordt bestuurd door de software. Na het afremmen wordt de omvormer uitgeschakeld. De optionele hoofdschakelaar valt af. Bevestig de omvormer voor een herstart met de opdracht "Reset".
  • Pagina 117: Bedieningsbronnen Instellen

    Bediening 8.1 Algemene informatie over de bediening 8.1.5 Bedieningsbronnen instellen Handelwijze ● Wijs de hiervoor genoemde functies toe aan de gewenste bedieningsbron. – De bedieningsbronnen kunnen worden geparametriseerd voor "Local", via de interne display, "Remote", via de aansluitstrip –X2 en "BUS", bijv. Profibus of RS 232, via de ●...
  • Pagina 118: Communicatiemogelijkheden

    Bediening 8.1 Algemene informatie over de bediening 8.1.7 Communicatiemogelijkheden Werking Beeld 8-2 Communicatiemogelijkheden Montage- en bedieningshandleiding typereeks T05/06/07 Montage- en bedieningshandboek, 07/2010, 4BS0535-008...
  • Pagina 119: Betekenis Van De Afkortingen Voor Bedieningsfuncties

    Bediening 8.1 Algemene informatie over de bediening 8.1.8 Betekenis van de afkortingen voor bedieningsfuncties Voor de bedieningsmogelijkheden van "Ctrl.inhib." en "Speed on" via de display of de aansluitstrip bestaan de volgende afkortingen: ● "siss" ● "sisd" ● "dids" ● "didd" De letters hebben de volgende betekenis: ●...
  • Pagina 120: Functie Van "P-Digital Outputs

    Bediening 8.1 Algemene informatie over de bediening 8.1.10 Functie van "P-DIGITAL OUTPUTS" Werking Op de omvormer zijn vier relais en twee LED's beschibaar. Deze kunnen via het menu "P- DIGITAL OUTPUTS" uit een lijst ("bitpool") het signaal kiezen dat het bijbehorende relais resp. de LED moet aansturen.
  • Pagina 121: Standaard Bedieningsinstellingen

    Bediening 8.2 Standaard bedieningsinstellingen Standaard bedieningsinstellingen 8.2.1 Bediening "std s i s s " Werking Dynamisch: Via toetsen Statisch: Via schakelaars Beeld 8-3 Bezetting van de aansluitklemmen bij bediening "std s i s s " Stuurgedrag bij "Local" (dynamisch) ● Voer de opdracht "Speed on" en "Speed off" in via de toetsen <Aan> en <Uit> op de display. ●...
  • Pagina 122: Bediening "Std S I S D

    Bediening 8.2 Standaard bedieningsinstellingen 8.2.2 Bediening "std s i s d" Werking Dynamisch: Via toetsen Statisch: Via schakelaars Beeld 8-4 Bezetting van de aansluitklemmen bij bediening "std s i s d" Van "std s i s s" afwijkende bediening De bediening "Speed on" bij bedrijf "Remote" is dynamisch. De aandrijving wordt gestart met de NO-schakelaar –X2:11.
  • Pagina 123: Bediening "Std D I D D

    Bediening 8.2 Standaard bedieningsinstellingen Stuurgedrag bij "Local" (dynamisch) ● Voer de opdracht "Speed on" en "Speed off" in via de toetsen <Aan> en <Uit> op de display. Stel de doelwaarde in met de toetsen <Pijl omlaag> en <Pijl omhoog>. Bevestig de storingen door gelijktijdig indrukken van de toetsen <S+I>.
  • Pagina 124: Namur Bedieningsinstellingen

    Bediening 8.3 NAMUR bedieningsinstellingen Van "std d i d s" afwijkende bediening De bediening "Speed on" bij bedrijf "Remote" is dynamisch. Start de aandrijving met een NO-schakelaar op –X2:11. Met een NC-contact op ‑X2:10 wordt de omvormer afgeremd op toerental 0. NAMUR bedieningsinstellingen 8.3.1 Bediening volgens NAMUR-instellingen...
  • Pagina 125: Bediening Volgens "Namur 2

    Bediening 8.3 NAMUR bedieningsinstellingen Stuurgedrag bij "Test" (dynamisch) ● Voer de opdrachten "Controller release" en "Ctrl. inhib." in via de toetsen <Aan> en <Uit> op de display. ● Stel de doelwaarde in met de toetsen <Pijl omlaag> en <Pijl omhoog>. ●...
  • Pagina 126: Bediening Volgens "Namur 3

    Bediening 8.3 NAMUR bedieningsinstellingen Van "Namur 1" afwijkende bediening De bediening van de blokkering van de regelaar bij "Normal" bedrijf is dynamisch. ● De aandrijving wordt gestart met de NO-schakelaar –X2:10. ● Met een NC-contact op ‑X2:11 wordt de omvormer geblokkeerd. 8.3.4 Bediening volgens "Namur 3"...
  • Pagina 127: Bediening Volgens "Namur 4

    Bediening 8.3 NAMUR bedieningsinstellingen "Test"- en "Normal"-bedrijf ● "Interlocking" (NC): Wanneer het contact op –X2:15 wordt geopend, wordt de blokkering van de regelaar ingeschakeld. De aandrijving rolt uit en kan niet meer worden gestart. De omvormer-display geeft een melding "Interlocking". ●...
  • Pagina 128: Bediening Volgens "Namur 5

    Bediening 8.3 NAMUR bedieningsinstellingen 8.3.6 Bediening volgens "Namur 5" Werking Dynamisch, toetsbediening Statisch, schakelaarbediening Beeld 8-11 Bezetting van de aansluitklemmen bij bediening "Namur 5" Stuurgedrag bij "Test" (dynamisch) ● Voer de opdrachten "Speed on" en "Speed off" in via de toetsen <Aan> en <Uit> op de display.
  • Pagina 129: Bediening Volgens "Namur 6

    Bediening 8.4 Parametrisering 8.3.7 Bediening volgens "Namur 6" Werking Dynamisch: Via toetsen Statisch: Via schakelaars Beeld 8-12 Bezetting van de aansluitklemmen bij bediening "Namur 6" Van "Namur 5" afwijkende bediening De bediening "Speed on" bij "Normal" bedrijf is dynamisch. ● Start de aandrijving met een NO-schakelaar op –X2:10. ●...
  • Pagina 130: Beeld 8-13 Werking Parametrisering

    Bediening 8.4 Parametrisering krijgt u wanneer u in het menu op een verwerkingsfunctie staat, bv. u krijgt bij het veranderen van de functie "P-ContrlRelease/Local" altijd de keuze uit "\X2:8\X2:9…" Voor de uitvoer zijn verwerkingsfuncties beschikbaar, bv. "P-Digital outputs/Relay 1-4", "LED 1-2" of "P-Analog outputs". Voor de verwerking zijn meerdere functies beschikbaar, bv.
  • Pagina 131: Parameters Beveiligen Tegen Verandering

    Bediening 8.4 Parametrisering 8.4.2 Parameters beveiligen tegen verandering Handelwijze VOORZICHTIG Door onjuiste parametrisering kunnen de omvormer en de motor worden beschadigd. Beveilig de parameterinstellingen tegen onbevoegde toegang met de onderstaand maatregelen. Alle parameters van de omvormer zoals geleverd kunnen via het interne bedieningspaneel of via een RS232 verbinding met de PC "IMS"...
  • Pagina 132: Aansturen Van De Externe Verbindingen Van De Omvormer

    Bediening 8.5 Aansturen van de externe verbindingen van de omvormer Zie ook www.loher.com () Aansturen van de externe verbindingen van de omvormer 8.5.1 Functie van de stuuraansluitingen Werking Beeld 8-14 Stuuraansluitingen Gedetailleerde informatie over de functie van de aansluitingen vindt u in de beschrijving van de bedieningsfuncties.
  • Pagina 133: Veilige Scheiding Volgens En 61800-5-1 T05/06/07

    Bediening 8.5 Aansturen van de externe verbindingen van de omvormer 8.5.2 Veilige scheiding volgens EN 61800-5-1 T05/06/07 Opbouw Stuur- en vermogenscircuits zijn volgens EN 61800‑5‑1 veilig gescheiden. De onderstaande grafiek geeft de principiële opbouw weer: Beeld 8-15 Veilige scheiding Montage- en bedieningshandleiding typereeks T05/06/07 Montage- en bedieningshandboek, 07/2010, 4BS0535-008...
  • Pagina 134: Sub-D Aansluitingen En Dil-Schakelaars

    Bediening 8.5 Aansturen van de externe verbindingen van de omvormer 8.5.3 Sub-D aansluitingen en DIL-schakelaars De onderstaande afbeelding toont de positie van de Sub-D aansluitingen en DIL-schakelaars ① S1.1 … S1.4: Hardware-instelling ② X25: SIN-COS/TTL toerentalgever ③ X50: RS 232 voor PC met software"IMS" ④...
  • Pagina 135: Beeld

    Bediening 8.5 Aansturen van de externe verbindingen van de omvormer Schakelaar S1:6 is niet aangesloten. "S2" schakelaar ① Blauwe afdekking ② Klem ‑X2 Beeld 8-17 DIL-schakelaar S2 De eerste vier schakelaars, S2: 1 / 2 / 3 / 4, bepalen het spanningsbereik voor de analoge ingang 2, klem ‑X2:54: Tabel 8-3 DIL-schakelaar S2 - Instelmogelijkheden voor het spanningsbereik...
  • Pagina 136: Gevers Aansluiten

    Bediening 8.5 Aansturen van de externe verbindingen van de omvormer Tabel 8-5 DIL-schakelaar S2 - Instelmogelijkheden klem ‑X2:52 S2: 6 7 Functie klem –X2:52 ± 10 V – ingang PTC-weerstand – ingang KTY84 130 - ingang Gereserveerd Schakelaar S2:8 is niet aangesloten. 8.5.5 Gevers aansluiten Alleen bij veldgeoriënteerde regeling, de standaardregeling werkt zonder gevers!
  • Pagina 137: Beeld

    Bediening 8.5 Aansturen van de externe verbindingen van de omvormer TTL-gever op ‑X25 aansluiten Alle geversignalen hebben een spanningsniveau conform RS 422. De aansluiting aan de kant van de omvormeris uitgevoerd als bus high density. ● Gebruik deze gever alleen bij een veldgeoriënteerde regeling met een toerentalnauwkeurigheid <...
  • Pagina 138: Pc Via Rs 232 Op -X50 Aansluiten

    PC aansluiten op ‑X50 via RS 232 Deze pinbezetting komt overeen met een standaard negenpolige RS 232-interface. U kunt een zogenaamde "Null-modem kabel" aanschaffen in de reguliere computerhandel of bij Loher onder MATNR. L0187278 bestellen. Overige informatie over de verbinding tussen PC en omvormer etc. vindt u met behulp van de software "IMS".
  • Pagina 139: Aansluiting Voor Een Optioneel Display Met Rs 485

    NULL-modem kabel nog een USB/RS232-interfaceconverter tussen de kabel en de PC aansluiten. U kunt deze converter bij Loher onder MATNR. L0259174 bestellen of de goedgekeurde converter van de firma LINDY-Elektronik GmbH (www.lindy.com) gebruiken om er zeker te van zijn dat alle benodigde functies beschikbaar zijn.
  • Pagina 140: Bijzondere Functies

    Bediening 8.6 Bijzondere functies Bijzondere functies 8.6.1 Veiligheidsfuncties hoofdzekering Wanneer u bij uw toepassing een hoofdzekering inbouwt, kan deze via de omvormersoftware worden aangestuurd. De spoel wordt hierbij via een digitale uitgang aangestuurd. De terugmelding van het NO- contact vanaf de hoofdzekering verloopt via de digitale ingang ‑X2:8. U kunt een hoofdzekering aan de kant van het net, afgekort NZ, of aan de kant van de motor, afgekort MZ, aanbrengen.
  • Pagina 141: Bediening

    Bediening 8.6 Bijzondere functies het hoofdstuk Externe stuurspanning aansluiten bij compacte apparaten (Pagina 98). Sluit de bedrading aan volgens onderstaand schema: Beeld 8-23 Netzekering Tabel 8-7 Functies netzekering Klem / onderdeel Functie Zekering van de externe stuurspanning Zekering omvormervermogensdeel Hoofdzekering ingangszijde Aanbeveling voor aansluiten: AC1-stroom van de schakelaar bedraagt ten minste de omvormeringangsstroom 101, 102...
  • Pagina 142 Bediening 8.6 Bijzondere functies Klem / onderdeel Functie 1, 51 Brug voor de massa-aansluiting U2, V2, W2 Motoraansluiting VOORZICHTIG Zware schade aan contact 41/42 Wanneer contact 41/42 wordt belast met spoelstromen groter dan 1 A kan het contact onherstelbaar worden beschadigd. Schakel bij een spoelstroom groter dan 1 A een hulprelais tussen klem 41/42 en de spoel van de hoofdzekering.
  • Pagina 143: Beeld 8-24 Werking Van De Motorzekering

    Bediening 8.6 Bijzondere functies ● Bepaal de zekering aan de uitgang aan de hand van de AC3 stroom. ● Sluit de bedrading aan volgens onderstaand schema: Beeld 8-24 Werking van de motorzekering Tabel 8-8 Functies van de motorzekering Klem / onderdeel Functie -K11 Hoofdzekering aan de uitgang...
  • Pagina 144: Meervoudige Functies Van De Analoge En Digitale Ingangen

    Bediening 8.6 Bijzondere functies Klem / onderdeel Functie U1,V1,W1 Netaansluiting Hoofdzekering ingang voor de terugkoppeling Voedingsspanning DC 24 V 1 und 51 Brug voor de massa-aansluiting U2, V2, W2 Motoraansluiting 8.6.2 Meervoudige functies van de analoge en digitale ingangen Analoge ingangen 1 en 2 De analoge ingangen hebben meerdere functies: ●...
  • Pagina 145: Beeld 8-25 Pnp-Toerentalsensor

    Bediening 8.6 Bijzondere functies weerstanden. De keuzebits "PTC X2:27" en "PTC X2:28" geven de toestand van de PTC- weerstand aan VOORZICHTIG Beschadiging van de omvormer Wanneer de PTC-weerstand bij EX-motoren of een veilige scheiding niet via een ATEX- gecertificeerd, veilig gescheiden apparaat of via de periferie-printplaat wordt geëvalueerd, kan de omvormer beschadigd worden.
  • Pagina 146: Beeld 8-26 Namur-Toerentalsensor

    Bediening 8.6 Bijzondere functies Beeld 8-26 NAMUR-toerentalsensor Veronderstelling: De sensor geeft vier impulsen per omwenteling bij een vierpolige motor, nmax = 1.500 RPM. Het volgende dient in acht te worden genomen: Dit toerental staat als "Tacho act" van 0 RPM tot 1.500 RPM en als "Pulse act" van 0% tot 100% beschikbaar voor verdere verwerking.
  • Pagina 147: Beeld 8-27 Digitale Snelheidsmeter, Twee-Aderig, Htl-Niveau

    Bediening 8.6 Bijzondere functies Twee-aderige digitale snelheidsmeter met HTL-uitgang Beeld 8-27 Digitale snelheidsmeter, twee-aderig, HTL-niveau Veronderstelling: De digitale snelheidsmeter geeft 1024 impulsen per omwenteling bij een vierpolige motor, nmax = 1.500 RPM. Het volgende dient in acht te worden genomen: ●...
  • Pagina 149: Doelwaardekanaal En Regeling

    Doelwaardekanaal en regeling Bron voor doelwaarde toerental instellen Handelwijze Stel onder "P-INTERFACE/SetSource" in op welke doelwaardebron de omvormer moet reageren. Hiervoor kunnen de volgende voorbeelden worden genoemd: ● "Intern" via <Pijl omhoog> resp. <Pijl omlaag> op de display ● "AI 1" via analoge ingang 1 van de aansluitstrip –X2 ●...
  • Pagina 151: Aansluitklemmen

    Aansluitklemmen 10.1 Technische gegevens voor de aansluitklemmen Rode pennen geven aan dat de stekkers zin verwisseld. De klemmen zijn steekverbindingen. De ingestoken verbindingen kunnen in spanningsloze toestand worden verwijderd. Alle ingangen zijn potentiaalgescheiden en voorzien van veilige scheiding conform EN 61800‑5‑1. De aansluitklemmen zijn gemarkeerd met kleuren: ●...
  • Pagina 152 Aansluitklemmen 10.1 Technische gegevens voor de aansluitklemmen Digitale ingangen –X2:27, 28 Low: - 3 V … + 5 V High: 13 V … 32 V Potentiaalvrij op het potentiaal van de analoge ingangen Typisch 2,4 mA bij High Direct aansluiten van PTC-weerstanden Referentiepotentiaal voor PTC-weerstanden: Klem –X2:58 (- 10 V).
  • Pagina 153: Applicatie "Standaard

    Aansluitklemmen 10.2 Applicatie "Standaard" 10.2 Applicatie "Standaard" 10.2.1 Standaard aansluitklemmen Montage- en bedieningshandleiding typereeks T05/06/07 Montage- en bedieningshandboek, 07/2010, 4BS0535-008...
  • Pagina 154: Aansluitklemmen "Periferie-Printplaat 1

    Aansluitklemmen 10.2 Applicatie "Standaard" ① Global = bij "Local" en "Remote" in functie ② Verwijder de overbrugging bij toepassing. ③ Zolang "P-INTERFACE:Reset source" op "Global" staat, zijn alle reset-bronnen altijd actief. ④ Max. stroombelasting van de stuurspanningen: ● DC + 24 V, potentiaal 2: 300 mA ●...
  • Pagina 155: Beeld 10-4 Aansluitklemmen Bij De Toepassing "Periferie-Printplaat 3

    Aansluitklemmen 10.2 Applicatie "Standaard" 10.2.4 Aansluitklemmen "periferie-printplaat 3" ② Verwijder de overbrugging bij gebruik van de aansluitklemmen. ④ Viervoudige verdeelklem voor 24 V ⑤ Bij gebruik van de periferie-printplaat 3 / 4 wordt de voeding van de digitale ingangen ‑X2:8 … 16 gewijzigd. De voeding verloopt vanaf ‑X2:1/3 in plaats van ‑X2:51/55.
  • Pagina 156: Bedieningsinstelling Bij De Toepassing "Standaard

    Aansluitklemmen 10.2 Applicatie "Standaard" 10.2.5 Aansluitklemmen "periferie-printplaat 4" ① PTC-ingangen die geschikt zijn voor motoren in een Ex- of niet-Ex-omgeving. ② Verwijder de overbrugging bij gebruik van de aansluitklemmen. ③ Verwijder bij gebruik van de aansluitklemmen de 100 Ω weerstand. ④...
  • Pagina 157: Digitale Ingangen

    Aansluitklemmen 10.2 Applicatie "Standaard" 10.2.7 Digitale ingangen Tabel 10-2 Bezetting van de digitale ingangen Klem ‑X2:13 Ingang externe storingen. Bij aansturing met 24 V zorgt dit voor een storingsuitschakeling met geheugen. Klem ‑X2:29 externe waarschuwing. Bij aansturing met 24 V zorgt dit voor een waarschuwingsmelding zonder geheugen.
  • Pagina 158: Analoge Ingangen

    Aansluitklemmen 10.2 Applicatie "Standaard" 10.2.9 Analoge ingangen ● Analoge ingang een, klem ‑X2:50,51,52: – Op deze klemmen wordt de doelwaarde van het toerental aangelegd dat in bedrijf op "Remote" van kracht is. – Klem 50 kan als stroomingang of klem 52 als spanningsingang worden gebruikt Klem 51 is de massa-aansluiting.
  • Pagina 159: Toepassing "Namur

    Aansluitklemmen 10.3 Toepassing "NAMUR" 10.3 Toepassing "NAMUR" 10.3.1 Standaard aansluitklemmen Structuur Montage- en bedieningshandleiding typereeks T05/06/07 Montage- en bedieningshandboek, 07/2010, 4BS0535-008...
  • Pagina 160 Aansluitklemmen 10.3 Toepassing "NAMUR" ① Globaal = bij "Test" en "Normaal" in functie ② Verwijder de overbrugging bij gebruik van de aansluitklemmen. ③ Zolang "P-INTERFACE: Reset source" op "Global" staat, zijn alle reset-bronnen altijd actief. ④ Max. stroombelasting van de stuurspanningen: ●...
  • Pagina 161: Aansluitklemmen "Periferie-Printplaat 4

    Aansluitklemmen 10.3 Toepassing "NAMUR" 10.3.2 Aansluitklemmen "periferie-printplaat 4" Structuur Alleen met de optie "Periferie-printplaat 4" wordt de NAMUR–richtlijn NE-37 volledig gerealiseerd. ① PTC-ingangen die geschikt zijn voor motoren in een Ex- of niet-Ex-omgeving. ② Verwijder de overbrugging bij gebruik van de aansluitklemmen. ③...
  • Pagina 162: Bedieningsinstelling Bij De Toepassing "Namur

    Aansluitklemmen 10.3 Toepassing "NAMUR" Voer de bedrading van de aansluitstrip uit volgens het aansluitschema. Verwijder de overbruggingen die in de fabriek zijn aangebracht voor de toepassing "Standaard" wanneer dit voor de resp. toepassing nodig is. 10.3.3 Bedieningsinstelling bij de toepassing "NAMUR" Instelling De bedieningsinstelling voor de NAMUR-toepassing is "Namur 1".
  • Pagina 163: Analoge Ingangen

    Aansluitklemmen 10.3 Toepassing "NAMUR" 10.3.5 Analoge ingangen Bezetting ● Klem: ‑X2:50 ... 52: – zet op deze klemmen de doelwaarde van het toerental dat van kracht is in normaal bedrijf. – Klem 50 kan als stroomingang of klem 52 als spanningsingang worden gebruikt Klem 51 is de massa-aansluiting.
  • Pagina 164: Ingang "Gedwongen Netscheiding" / Ingangen Ptc-Weerstanden" Op De Periferie-Printplaat

    Aansluitklemmen 10.3 Toepassing "NAMUR" 10.3.7 Ingang "Gedwongen netscheiding" / ingangen PTC-weerstanden" op de periferie- printplaat Gedetailleerde informatie vind u in het hoofdstuk Periferie-printplaten 1 tot 4 (Pagina 36). Montage- en bedieningshandleiding typereeks T05/06/07 Montage- en bedieningshandboek, 07/2010, 4BS0535-008...
  • Pagina 165: Diagnose, Storingen En Waarschuwingen

    Diagnose, storingen en waarschuwingen 11.1 Algemene informatie over het zoeken naar storingen Handelwijze Elke omvormer wordt in de fabriek individueel gecontroleerd en proefgedraaid. Bij de eerste inbedrijfstelling kunnen storingen in het apparaat daardoor vrijwel worden uitgesloten. In de meeste gevallen worden storingen veroorzaakt in de periferie, zoals verkeerde bekabeling, of door onvoldoende afscherming bij de resp.
  • Pagina 166 Diagnose, storingen en waarschuwingen 11.2 Logbestand uitlezen ● Datum en tijd van het begin van de storing ● Verschillende werkelijke waarden zoals bv. doelwaarde, motorstroom, motorspanning, motorfrequentie etc. Deze gegevens worden opgeslagen voor de laatste 64 storingen. De vermelding met nummer 01 is de laatst opgetreden storing.
  • Pagina 167: Onderhoud En Instandhouding

    Onderhoud en instandhouding 12.1 Onderhoud en instandhouding Voor elk type apparaat bestaat een aangepast onderhoudsplan. Verdere informatie hierover ontvangt u van de service -afdeling van de fabrikant. De ingebouwde ventilatoren hebben, afhankelijk van de belasting, een levensduur van 10 tot 14 jaar De levensduur van de Lithium batterij op de printplaat "Besturingselektronica"...
  • Pagina 168: Ventilator Bij Een Compact Apparaat Vervangen

    Onderhoud en instandhouding 12.4 Onderhoud en instandhouding van waterkoeling (optie) 1. Los de schroeven voor apparaatvervanging op. 2. Schroef de afdekking aan de voorzijde los. 3. Los de beide moeren van de kabeldoorvoer in de aansluitruimte, boven in de omgeving van de afdekking, op.
  • Pagina 169: Buitengebruikstelling

    Onderhoud en instandhouding 12.5 Buitengebruikstelling Voor de slangen gaan we uit van een gemiddelde levensduur van 20 jaar indien de voorgeschreven omgevingsvoorwaarden in acht worden genomen. De waarden staan vermeld in de documentatie. 12.5 Buitengebruikstelling De gebruikte onderdelen van het apparaat zijn vrij van PCB's en BeO. Voer de apparaten af volgens de geldende voorschriften, mede met het oog op elektrolytische condensatoren.
  • Pagina 171: Technische Gegevens

    Overige technische gegevens van de omvormer vindt u op de volgende website: http://doclib.loher.com () Overige lijsten en handleidingen Op de website van de fabrikant zijn onder andere de volgende beschrijvingen beschikbaar voor download: ●...
  • Pagina 173: Appendix

    Appendix Afkortingenlijst Tabel A-1 Afkortingen en de betekenis ATEX Atmosphère explosible: Synoniem voor de beide EG-richtlijnen voor de explosiebeveiliging ATEX-productrichtlijn 94/9/EG en ATEX-bedrijfsrichtlijn 1999/92/EG Berylliumoxide: Giftige stof. Van belang voor de verwijdering Voorschriften van de bedrijfsvereniging met betrekking tot veiligheid en gezondheid op de werkplek Voorschriften van de bedrijfsvereniging Dual In-Line Package: rechthoekige behuizing (Package) voor...
  • Pagina 174 Appendix A.1 Afkortingenlijst RS 232, RS 485, Normen voor seriële interfaces RS 422 Programmeerbare besturing Sub-D Eigenlijk D‑Sub: veel gebruikte vorm voor een stekker voor dataverbindingen Certificeringsinstituut voor productveiligheid in de VS Universal Serial Bus: serieel bussysteem Ononderbroken stroomvoorziening Verband der Elektrotechnik VE-water Volledig ontzilt water Montage- en bedieningshandleiding typereeks T05/06/07...
  • Pagina 175: A.2 Certificaten

    Appendix A.2 Certificaten Certificaten Certificaten Beeld A-1 EC-conformiteitsverklaring laagspanningsrichtlijn en EMC-richtlijn, pagina 1 Montage- en bedieningshandleiding typereeks T05/06/07 Montage- en bedieningshandboek, 07/2010, 4BS0535-008...
  • Pagina 176: Beeld A

    Appendix A.2 Certificaten Beeld A-2 EC-conformiteitsverklaring laagspanningsrichtlijn en EMC-richtlijn, pagina 2 Montage- en bedieningshandleiding typereeks T05/06/07 Montage- en bedieningshandboek, 07/2010, 4BS0535-008...
  • Pagina 177: Beeld A

    Appendix A.2 Certificaten Beeld A-3 Inbouwverklaring conform de EC-machinerichtlijn, pagina 1 Montage- en bedieningshandleiding typereeks T05/06/07 Montage- en bedieningshandboek, 07/2010, 4BS0535-008...
  • Pagina 178: Beeld A

    Appendix A.2 Certificaten Beeld A-4 Inbouwverklaring conform de EC-machinerichtlijn, pagina 2 Montage- en bedieningshandleiding typereeks T05/06/07 Montage- en bedieningshandboek, 07/2010, 4BS0535-008...
  • Pagina 179: Beeld A-5 Conformiteitsverklaring Sto-Sil2

    Appendix A.2 Certificaten Beeld A-5 Conformiteitsverklaring STO-SIL2 Montage- en bedieningshandleiding typereeks T05/06/07 Montage- en bedieningshandboek, 07/2010, 4BS0535-008...
  • Pagina 180: Beeld A-6 Conformiteitsverklaring Ptc-Ingang-Sil1

    Appendix A.2 Certificaten Beeld A-6 Conformiteitsverklaring PTC-Ingang-SIL1 Montage- en bedieningshandleiding typereeks T05/06/07 Montage- en bedieningshandboek, 07/2010, 4BS0535-008...
  • Pagina 181 Appendix A.2 Certificaten Montage- en bedieningshandleiding typereeks T05/06/07 Montage- en bedieningshandboek, 07/2010, 4BS0535-008...
  • Pagina 183: Index

    Beschermdak, 45 Digitale, 142 Beveiliging, 81 Installatie elektrisch, 81 Mechanisch, 69 Instandhouding, 165 Contactpersonen en technische ondersteuning Loher servicecontact , 12 Servicevestigingen Duitsland en internationaal, Koelwater, 35 Toevoegingen, 35 Korte beschrijving, 27 Digitale ingangen, 142 Digitale uitgangen, 118 display Lastscheidingsschakelaar, 46...
  • Pagina 184 Index Montage, 69 Compact apparaat, 70 Externe display, 77 Kastapparaat, 73 Technische gegevens Motoraansluiting, 86 Aansluitklemmen, 149 Omvormer, 169 Toepassing Standaardinstelling, 45 Netaansluiting, 82 Transport, 59 Netspanning instellen, 85 Tussencircuitaansluitingen, 47 Typebenaming, 27 Typesleutel, 27 Omvormer beveiligen, 81 Onderhoud, 165 Ontstoringsfilter, 49 Uitgangen Opslag, 62...

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Dynavert t06Dynavert t07

Inhoudsopgave