Stuurgedrag bij "Local" (dynamisch)
● Voer de opdracht "Speed on" en "Speed off" in via de toetsen <Aan> en <Uit> op de display.
Stuurgedrag bij "Remote" (statisch)
● Stuur met een schakelaar op –X2:10 de bediening van "Speed on". Stel de doelwaarde via
● Maak indien nodig gebruik van de omkeeringang –X2:16.
"Local" en "Remote"
● "Emerg. stop (NC)": Wanneer het contact op –X2:15 wordt geopend, loopt de aandrijving
● "Reset" (NO): Reset storingen en "Emerg. stop" met een 24 V impuls op –X2:14.
● "Controller release dynamisch": Geef de omvormer vrij met een NO-contact op ‑X2:9.
8.2.4
Bediening "std d i d d"
Werking
(D)
(S)
Beeld 8-6
Montage- en bedieningshandleiding typereeks T05/06/07
Montage- en bedieningshandboek, 07/2010, 4BS0535-008
Stel de doelwaarde in met de toetsen <Pijl omlaag> en <Pijl omhoog>. Bevestig de
storingen door gelijktijdig indrukken van de toetsen <S+I>.
de aansluitstrip –X2 in op de analoge doelwaarde 1.
via de remhelling voor snelstop (Emerg. stop) terug tot een toerental 0. De omvormer wist
alle stationaire opdrachten.
Wanneer het contact ‑X2:8 wordt geopend, rolt de aandrijving uit. De omvormer wist alle
stationaire opdrachten.
Dynamisch: Via toetsen
Statisch: Via schakelaars
Bezetting van de aansluitklemmen bij bediening "std d i d d"
8.2 Standaard bedieningsinstellingen
Bediening
121