8.1.3
Resolutie voor het menu instellen.
● Stel in het menu "P-EXTRAS" de resolutie voor het omvormermenu in om het aantal
8.1.4
Bedieningsopdrachten van de omvormer
Werking
De bediening van de omvormer vindt plaats via verschillende ingangen zoals bv. de
aansluitstrips, Profibus stuursignalen, meldingsgeneratoren etc. Nadere informatie vind u
onder Bedieningsbronnen instellen (Pagina 115).
De opdrachten hebben de volgende functie:
● "Controller release"
● "Speed on"
● "Reset"
● "Off1 (NC)" en "Off2 (NC)"
Montage- en bedieningshandleiding typereeks T05/06/07
Montage- en bedieningshandboek, 07/2010, 4BS0535-008
zichtbare menuniveaus in te stellen en de overzichtelijkheid te verbeteren.
Alleen wanneer de vrijgave van de regelaar is geactiveerd, is het vermogensdeel in de
omvormer, bestaande uit IGBTs, actief. Naast de mogelijkheden om de regelaar via de
software vrij te geven, moet bovendien de aansluiting –A1‑X2:8worden aangestuurd.
Wanneer deze functie wordt uitgeschakeld, worden de vermogenshalfgeleiders direct
geblokkeerd en rolt de motor uit.
Met deze opdracht wordt een motor gecontroleerd uitgeschakeld. De motor loopt tijdens
het uitschakelen over een remhelling. Na het afremmen is de omvormer direct gereed voor
een herstart.
Bevestig een gemelde storing met de opdracht "Reset". Hiertoe rekent de omvormer ook
een uitschakeling met de functies "Emerg. stop" of "Off1" en "Off2".
– Met de opdracht "Off1" kan een motor gecontroleerd worden afgeremd. Deze opdracht
wordt bestuurd door de software. Een directe blokkering wordt uitgevoerd met de
opdracht "Off2". De optionele hoofdschakelaar valt af. Bevestig de omvormer voor een
herstart met de opdracht "Reset". Bij een herstart moet de omvormer eerst worden
opgeladen.
– De aansturing via de aansluiting van "Off1" en "Off2" vindt plaats via een opener
(NC = normally closed).
8.1 Algemene informatie over de bediening
Bediening
113