Planning toepassing
4.3 EMC
● Voorzie de zekeringen, relais, magneetventielen etc. in de schakelkast van RC-
● Niet-geïsoleerde kabels dienen te worden afgeschermd. Dit geldt met name voor analoge
● Scheid de voedingskabel van de motorkabels door afstand of geaarde scheidingsranden.
● De afscherming tussen motor en omvormer mag door het monteren van componenten als
4.3.2
Voorbeelden voor EMC-compatibele aansluiting
Onderstaand ziet enkele voorbeelden van vakkundig gemonteerde, afgeschermde kabels aan
compacte DYNAVERT apparaten.
Wanneer u kabelafschermingen ook met metalen kabelbinders of metalen klemmen wilt
monteren, moeten op kastapparaten afschermrails worden aangebracht.
Kabeldoorvoer op een compact apparaat met
verbinding voor de afscherming via metalen
kabelbinders.
EMC-compatibel aansluiten - variant 1
①
64
interferentie-onderdrukkers.
– Gebruik geen dioden of varistoren.
– Voer de bekabeling direct aan de betreffende spoel uit.
signalen van hetzelfde stroomcircuit, d.w.z. heen- en retourgeleider.
– Houd de ruimte tussen heen- en retourgeleider zo klein mogelijk om ongewenste
vorming van raamantennes te voorkomen.
uitgangszekeringen, smoorspoelen, sinusfilters e.d. worden onderbroken. Monteer deze
componenten op een gegalvaniseerde plaat. Deze plaat dient tegelijk als
afschermingsschild voor de inkomende en uitgaande motorkabel.
Kabel- of stuuraansluiting vanaf ca. 10 mm buitendiameter
Kabeldoorvoer voor dunne stuurkabels met
afscherming aan de behuizing en
signaalkabels met een Sub-D stekker.
EMC-compatibel aansluiten - variant 2
Montage- en bedieningshandleiding typereeks T05/06/07
Montage- en bedieningshandboek, 07/2010, 4BS0535-008