Bediening
8.6 Bijzondere functies
8.6
Bijzondere functies
8.6.1
Veiligheidsfuncties
hoofdzekering
Wanneer u bij uw toepassing een hoofdzekering inbouwt, kan deze via de omvormersoftware
worden aangestuurd.
De spoel wordt hierbij via een digitale uitgang aangestuurd. De terugmelding van het NO-
contact vanaf de hoofdzekering verloopt via de digitale ingang ‑X2:8.
U kunt een hoofdzekering aan de kant van het net, afgekort NZ, of aan de kant van de motor,
afgekort MZ, aanbrengen. De parameter "P-INV. BEHVIOUR/MCfunc" bepaalt wanneer de
hoofdzekering wordt geschakeld en waar deze wordt ingebouwd.
Voorbeeld: Uitschakelen alleen bij een storing, inbouw aan de net- of motorzijde.
U kunt de volgende parameters instellen:
Tabel 8-6
"MCfunc"
LinC no fault
LinC rdy.f.op
LinC rel.f.op
LineC operat.
MotC no fault
MotC rdy.f.op
MotC rdy.f.op
MotC operat.
Netzekering
De omvormer bestuurt de eigen netzekering. Let er op dat de voedingsspanning voor de
besturingselektronica vóór de hoofdzekering wordt afgenomen. Verdere informatie vindt u in
138
Veiligheidsfuncties bij verschillende parameters
De zekering is AAN bij ...
"FAULT"
No
No
No
No
No
No
No
No
"OFF1"
"Controller release"
no inverter off
-
-
No
-
No
Yes
No
Yes
-
-
No
-
No
Yes
No
Yes
Montage- en bedieningshandleiding typereeks T05/06/07
Montage- en bedieningshandboek, 07/2010, 4BS0535-008
"Speed on"
no int.speed off
-
-
-
Yes
-
-
-
Yes