Vlambewaking
De brander heeft een ionisatiesysteem om de aanwezigheid van
de vlam te controleren (Afb. 38). De minimumstroom om de con-
troledoos te doen werken is 6 µA. De brander levert echter een
veel hogere stroom op, zodat geen enkele controle vereist is. Wilt
men de ionisatiestroom toch meten, ontkoppel dan de stekker-
stopcontact op de kabel van de ionisatiesonde, en plaats een mi-
croampèremeter voor gelijkstroom met 100 µA onderaan de
schaal. Let op de polariteit.
20073940
Gaslekken
Controleer of er geen gaslekken zijn op de leiding gasmeter-
brander.
Gasfilter
Vervang de gasfilter wanneer hij vuil is.
Verbranding
Als de waarden van verbranding, gemeten bij het begin van de
ingreep, niet voldoen aan de van kracht zijnde normen, of in ieder
geval niet de waarden van een goede verbranding zijn, raad-
pleeg dan Tab. Q en neem indien nodig contact op met de Tech-
nisch Hulpdienst om de nodige regelingen uit te voeren.
Het is aangeraden de brander af te stellen volgens de aanwijzin-
gen in de tabel Tab. Q, in functie van het gebruikte type van gas.
7.3
Opening van de brander
Onderbreek de stroomtoevoer naar de brander
met de hoofdschakelaar van de inrichting.
GEVAAR
Sluit de blokkeerkraan van de brandstof.
GEVAAR
7.4
Sluiting van de brander
Voer voor de hermontage de bovenstaande werkzaamheden in
de omgekeerde volgorde uit (zie de paragraaf "Toegang tot de
binnenkant van de kop" op pag. 20) zodat alle onderdelen van de
brander zich weer op de originele positie bevinden.
20075010
Onderhoud
EN 676
CO
max. the-
2
GAS
oretisch 0%
O
2
G 20
11,7
G 25
11,5
G 30
14,0
G 31
13,7
7.2.4
Veiligheidscomponenten
De veiligheidscomponenten moeten vervangen worden volgens
de bedrijfscyclus die is aangeduid in de volgende tabel.
De gespecificeerde bedrijfscyclus betreft niet de
garantieperiode die wordt aangeduid in de leve-
Afb. 38
rings- of betalingsvoorwaarden.
OPGELET
Veiligheids-component
Vlamcontrole
Vlamsensor
Gasventielen
(type solenoïde)
Drukschakelaars
Drukregelaar
Servomotor (elektronische
nok)(indien aanwezig)
Olieventiel (type solenoï-
de)(indien aanwezig)
Olieregelaar
(indien aanwezig)
Leidingen/verbindingen olie
(metaal)(indien aanwezig)
Flexibele leidingen
(indien aanwezig)
Waaier ventilator
Wacht totdat de bestanddelen in contact met
warmtebronnen helemaal afgekoeld zijn.
Voor de opening van de brander moet gehandeld worden vol-
gens de modaliteiten die worden aangeduid in de paragraaf
"Toegang tot de binnenkant van de kop" op pag. 20.
Hermonteer de kap en alle veiligheids- en be-
schermingssystemen van de brander nadat de
handelingen van het onderhoud, de reiniging en
de controle werden uitgevoerd.
36
NL
Teveel aan lucht
Max. vermogen
Min. vermogen
1,2
1,3
IJking CO
%
CO
2
mg/kWh mg/kWh
= 1,2
= 1,3
100
9,7
9,0
100
9,5
8,8
100
11,6
10,7
100
11,4
10,5
Bedrijfscyclus
10 jaar of 250,000
werkcycli
10 jaar of 250,000
werkcycli
10 jaar of 250,000
werkcycli
10 jaar of 250,000
werkcycli
15 jaar
10 jaar of 250,000
werkcycli
10 jaar of 250,000
werkcycli
10 jaar of 250,000
werkcycli
10 jaar
5 jaar of 30,000 cycli onder druk
10 jaar of 500,000 maal starten
NO
x
170
170
230
230
Tab. Q
Tab. R