Luchtverdeling w, x, y
Druk op Climate om naar het menu te
gaan.
Druk op:
w : naar de voorruit en de voorste
zijruiten
x : naar hoofdzone en zitplaatsen
achterin via verstelbare lucht‐
roosters
y : naar voetenruimte voor en
achter en voorruit
Druk om de automatische luchtverde‐
ling opnieuw in te schakelen op
AUTO.
Temperatuur selecteren
Stel de voorkeurstemperaturen voor
de bestuurders- en passagierskant
voorin afzonderlijk met de linker en
rechter draaiknop in op de gewenste
waarde. Met de knop aan de passa‐
gierszijde verandert u de temperatuur
voor de passagierszijde. Met de knop
aan de bestuurderskant verandert u
de temperatuur voor de bestuurders‐
kant of beide kanten, afhankelijk van
de activering van de synchronisatie
SYNC. De aanbevolen temperatuur is
22 °C. De temperatuur verschijnt
schermpjes naast de draaiknoppen
en als pop-up op het Info-Display.
Klimaatregeling
Als de minimumtemperatuur Lo is
ingesteld, levert de klimaatregeling
maximale koeling, als de koeling
A/C wordt ingeschakeld.
Wanneer u de maximumtemperatuur
Hi instelt, zorgt het klimaatregelsys‐
teem voor een maximale verwarming.
Let op
Als A/C wordt ingeschakeld, kan
door het verlagen van de ingestelde
temperatuur de motor vanuit een
Autostop opnieuw worden gestart of
een Autostop worden belemmerd.
Stop/Start-systeem 3 170.
Temperatuursynchronisatie met twee
zones SYNC
Druk op Climate om naar het menu te
gaan. Raak SYNC aan om de tempe‐
ratuur aan passagierszijde te koppe‐
len aan die aan bestuurderszijde.
Bij het verstellen van de draaiknop
aan passagierszijde wordt de
synchronisatie gedeactiveerd.
159