144
Klimaatregeling
De ingestelde temperatuur wordt au‐
tomatisch afgeregeld. In de automa‐
tische modus regelen het luchtdebiet
en de luchtverdeling automatisch de
luchtstroom.
Het systeem kan met de hand worden
bijgesteld aan de hand van de knop‐
pen voor luchtverdeling en lucht‐
stroom.
Elke verandering van de instellingen
verschijnt gedurende enkele secon‐
den op het Info-display.
De elektronische klimaatregeling
(ECC) werkt alleen optimaal bij een
draaiende motor.
Automatische modus AUTO
Basisinstelling voor maximaal com‐
fort:
■ Druk op de knop AUTO, de lucht‐
verdeling en ventilatorsnelheid
worden automatisch geregeld.
■ Alle luchtroosters openen.
■ Druk op n om naar koeling om te
schakelen. Op sommige versies
wordt koeling automatisch geacti‐
veerd door op de knop AUTO te
drukken.
■ Stel de voorkeurtemperaturen voor
de bestuurders- en passagierskant
voorin in door de linker en rechter
draaiknop naar 22 °C te draaien.
U kunt de snelheidsregeling van de
aanjager in de automatische modus
veranderen in het menu Instellingen.
Persoonlijke instellingen 3 124.
In de automatische modus worden
alle luchtroosters automatisch be‐
diend. Daarom moeten de luchtroos‐
ters altijd openstaan.
Temperatuur selecteren
De temperatuur kan naar wens wor‐
den ingesteld.