102
Instrumenten en bedieningsorganen
Brandstofmeter
Weergave van het brandstof- of gas‐
peil in de tank, afhankelijk van de ge‐
selecteerde brandstof.
Bij een te laag brandstofpeil brandt
controlelamp i. Meteen tanken
wanneer deze knippert.
Tijdens het rijden op LPG schakelt het
systeem automatisch over op rijden
op benzine als de gastanks leeg zijn
3 102.
Tank nooit leegrijden.
Door brandstofresten in de tank kan
de hoeveelheid brandstof die kan
worden bijgetankt kleiner zijn dan de
gespecificeerde tankinhoud.
Brandstofkeuzeschake‐
laar
Door toets LPG in te drukken kunt
u wisselen tussen het gebruik van
benzine en LPG. De LED 1-status
toont de huidige werkingsmodus.
1 uit
= rijden op benzine
1 brandt
= rijden op LPG
1 knippert = omschakelen is niet
mogelijk, één van de
brandstofsoorten is
leeg
Zodra de LPG-tanks leeg zijn, wordt
tot aan het uitschakelen van de ont‐
steking automatisch op benzine over‐
geschakeld.
Brandstof voor het rijden op LPG
3 175.
Koelvloeistoftemperatuur‐
meter