Inhoudsopgave
Advertenties
130
Verlichting
Verlichting
Rijverlichting .............................. 130
Binnenverlichting ....................... 137
Verlichtingsfuncties .................... 139
Rijverlichting
Lichtschakelaar
Lichtschakelaar draaien:
= verlichting uit
7
8 = zijmarkeringslichten
9 = dimlicht of grootlicht
Controlelamp 8 3 111.
Lichtschakelaar met
automatische verlichting
Lichtschakelaar draaien:
AUTO = automatische verlichting:
De koplampen worden au‐
tomatisch in- en uitgescha‐
keld, afhankelijk van het
omgevingslicht.
= activering of deactivering
m
van de automatische ver‐
lichting. Schakelaar keert
terug naar AUTO.
= zijmarkeringslichten
8
= dimlicht of grootlicht
9
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
