De compressor en het afdichtmiddel
zijn vanaf ca. –30 °C te gebruiken.
De aanwezige hulpstukken kunnen
voor het oppompen van ballen,
luchtbedden en opblaasboten e.d.
worden gebruikt. Deze zitten aan de
onderkant van de compressor. Om
deze te verwijderen, schroeft u de
compressorluchtslang erop en trekt
u de adapter eruit.
Wiel verwisselen
Sommige auto's hebben in plaats van
een reservewiel een bandenrepara‐
tieset 3 213.
De onderstaande voorbereidingen
treffen en de instructies opvolgen:
■ Auto op een vlakke en stevige on‐
dergrond parkeren die niet glad is.
Voorwielen in de rechtuitstand
draaien.
■ Handrem aantrekken en eerste ver‐
snelling, achteruitversnelling of P
inschakelen.
■ Reservewiel verwijderen 3 219.
■ Nooit meerdere wielen tegelijkertijd
vervangen.
■ Gebruik de krik alleen om een wiel
te verwisselen bij bandenpech en
niet voor de jaarlijkse montage van
winter- of zomerbanden.
■ De krik is onderhoudsvrij.
■ Bij een zachte ondergrond, een ste‐
vige plank (max. 1 cm dik) onder de
krik leggen.
■ Haal vóór het opkrikken van de
auto altijd eventuele zware objec‐
ten eruit.
■ In de op te krikken auto mogen zich
geen personen of dieren bevinden.
■ Nooit onder een opgekrikte auto
kruipen.
■ Opgekrikte auto niet starten.
■ Reinig de wielmoeren en de draad
met een schone doek voordat u het
wiel plaatst.
9 Waarschuwing
Vet de wielbout, de wielmoer en
de conus van de wielmoer niet in.
1. Wielmoerdoppen met een schroe‐
vendraaier loswippen en verwij‐
Verzorging van de auto
deren. Wieldop verwijderen.
Boordgereedschap 3 206.
Lichtmetalen velgen: Wielmoer‐
doppen met een schroeven‐
draaier loswippen en verwijderen.
Ter bescherming een zachte doek
tussen de schroevendraaier en de
lichtmetalen velg aanbrengen.
Lichtmetalen velgen met midden‐
wielboutdop: Maak de middendop
los door de trekker 3 206 in de uit‐
sparing van het merkembleem te
plaatsen en te trekken.
217