12
Kort en bondig
Mistlampen ......................... 119
Mistachterlicht .................... 120
Instrumentenverlichting ...... 121
Rijverlichting
Lichtschakelaar draaien:
7 = verlichting uit
8 = zijmarkeringslichten
9 = dimlicht of grootlicht
Automatisch dimlicht
AUTO = automatische verlichting:
koplampen worden automa‐
tisch in- en uitgeschakeld
= activering of deactivering
m
van de automatische ver‐
lichting
= zijmarkeringslichten
8
= dimlicht of grootlicht
9
Mistlampen
Druk op de lichtschakelaar:
> = mistlampen
r = mistachterlicht
Verlichting 3 111.