126
Rijden en bediening
Rijden en bediening
Rijtips ......................................... 126
Starten en bediening ................. 126
bak ............................................. 132
bak ............................................. 133
Remmen .................................... 137
temen ......................................... 143
Brandstof ................................... 157
Rijtips
Controle over de auto
Nooit met afgezette motor rijden
In deze toestand werken veel syste-
men niet (bijv. rembekrachtiging,
stuurbekrachtiging). Wanneer u op
deze manier rijdt, vormt u een gevaar
voor uzelf en anderen.
Alle systemen werken tijdens een Au-
tostop.
Stop-startsysteem 3 128.
Stationair aanjagen
Als het nodig is om de accu op te la-
den wegens een probleem met de
accu, moet het vermogen van de dy-
namo worden vergroot. Dit kan door
stationair aanjagen, wat mogelijk
hoorbaar is.
Er verschijnt een bericht op het Uple-
vel-display.
Pedalen
Om de pedalen ongehinderd te kun-
nen bedienen geen matten onder de
pedalen leggen.
Starten en bediening
Nieuwe auto inrijden
Rem tijdens de eerste ritten niet te
krachtig.
Bij de eerste rit kunnen was- en olie-
dampen van het uitlaatsysteem rook-
vorming veroorzaken. Parkeer de
auto na de eerste rit een tijdje in de
open lucht en adem de dampen niet
in.
Tijdens het inrijden kunnen het brand-
stof- en motorolieverbruik hoger zijn.
Autostop is wellicht niet mogelijk wan-
neer de accu wordt opgeladen.