116
Klimaatregeling
Klimaatregeling
Klimaatregelsystemen ............... 116
Luchtroosters ............................. 124
Onderhoud ................................. 125
Klimaatregelsystemen
Verwarmings- en
ventilatiesysteem
Bedieningsorganen voor:
■ temperatuur
■ luchtdebiet
■ luchtverdeling
Verwarmbare achterruit Ü 3 32.
Verwarmde stoelen ß 3 40.
Verwarmd stuurwiel * 3 76.
Temperatuur
Rood = warm
Blauw = koud
De verwarming werkt pas optimaal
als de motor de normale bedrijfstem‐
peratuur heeft bereikt.
Luchtdebiet
Luchtdebiet instellen door de ventila‐
torknop in de gewenste stand te zet‐
ten.
Luchtverdeling
M = naar de hoofdruimte
L = naar de hoofd- en voetenruimte
K = naar de voetenruimte
J = naar de voorruit, de voorste zij‐
ruiten en de voetenruimte
l = naar de voorruit en de voorste
zijruiten
Tussenstanden zijn mogelijk.