120
Klimaatregeling
Bedieningsorganen voor:
■ luchtdebiet
■ temperatuur
■ luchtverdeling
= koeling
n
AUTO = automatische modus
= handmatig bediende lucht‐
4
recirculatie
= ontwasemen en ontdooien
V
= verwarmbare achterruit
Ü
3 32
Verwarmde stoelen ß 3 40.
Verwarmd stuurwiel * 3 76.
In de automatische modus worden de
temperatuur, het luchtdebiet en de
luchtverdeling automatisch geregeld.
Instellingen van de klimaatregeling
verschijnen op het infodisplay. Wijzi‐
gingen in instellingen verschijnen
kortstondig over het momenteel
weergegeven menu heen.
De elektronische klimaatregeling
(ECC) werkt alleen optimaal bij een
draaiende motor.
Automatische modus AUTO
Basisinstelling voor maximaal com‐
fort:
■ Druk op de knop AUTO, de lucht‐
verdeling en ventilatorsnelheid
worden automatisch geregeld. De
activering wordt aangeduid door de
LED in de toets.
■ Open alle luchtroosters voor een
optimale luchtverdeling in de auto‐
matische modus.