3. Machine- en bedieningselementen
B/6
B/7
Transmissie compact
De transmissie mag alleen geschakeld worden
I
wanneer de machine stilstaat (en dus ontkoppeld is)!
De werktuigdrager is uitgerust met een tandwielschakel-
mechanisme met 2 versnellingen vooruit en 2 versnellingen
achteruit.
Versnelling
De versnellingen V1, V2 en R1, R2 worden met de
schakelstang (B/6) geschakeld!
Tussen de versnellingen bevindt zich steeds een stand neu-
traal.
Maaiaandrijving compact
(aftakasaandrijving)
De maaimesaandrijving gebeurt met de zwenkarmmaai-
aandrijving, via deaftakas aan de basismachine.
Aftakasschakeling
Het maaidrijfwerk of het aftakasaangedreven werktuig wordt
met de schakelstang (B/7) in- en uitgeschakeld.
Schakelstang naar voren geschoven = uitgeschakeld;
Schakelstang naar achteren getrokken = ingeschakeld
Stuurstang compact
Stuurstang in hoogte verstellen
Klemschroeven (B/9) losdraaien
Breng de stuurstang op de gewenste hoogte
Klemschroeven vastzitten.
agria Werktuigdrager Unihamster
3
.
19