4
Gebruik
Toegestaan en veilig gebruik
waarin een last kan vallen of werkuitrusting
kan worden neergelaten of vallen.
Omstandigheden van verkeersroutes
Het oppervlak van verkeersroutes moet vol-
doende vlak en schoon zijn en vrij zijn van
voorwerpen. Afvoergoten, spoorwegovergan-
gen en dergelijke moeten vlak zijn en, indien
nodig, met rijplaten worden afgedekt zodat de
machine er zonder schokken overheen kan
rijden.
Er moet voldoende afstand zijn tussen het
hoogste deel van de machine of de last en
de vaste constructies in de omgeving. De
hoogte is afhankelijk van de hefhoogte en
van de afmetingen van de last. Raadpleeg de
technische kenmerken.
Voorschriften met betrekking tot de ver-
keersroutes en de manoeuvreerzones
Er mag alleen worden gereden op verkeers-
routes die door het bedrijf dat de machine
gebruikt of door diens vertegenwoordiger zijn
toegestaan. Er mogen zich geen obstakels
op de rijwegen bevinden. Lasten mogen uit-
sluitend worden neergezet en opgeslagen op
plaatsen die daarvoor zijn bedoeld. Het bedrijf
dat de machine gebruikt of diens vertegen-
woordiger moet ervoor zorgen dat er geen
niet-geautoriseerde personen de werkomge-
ving naderen.
Gevaren
Gevaren op de verkeersroutes moeten
worden aangeduid door middel van stan-
daard-verkeersborden of mogelijk extra waar-
schuwingen.
86
45758043446 NL - 12/2017