4
Batterij opladen
Batterij opladen
LET OP
De batterij dient te worden vervangen bij uitgescha-
kelde heftruck.
GEVAAR
De batterij moet in een ruimte worden opgeladen
die voldoet aan de hiervoor geldende voorschriften.
Raadpleeg de handleiding van de batterij en de bat-
terijlader voor de laadprocedures, het controleren
van het zuurniveau, het batterijtype (gel, lood etc.)
en de geleverde stroom en spanning. Overstroom
kan de batterij beschadigen en gevaarlijke situaties
veroorzaken. Volg voor de betreffende veiligheids-
maatregelen de instructies in de batterijhandleiding
en de instructies onder "Veiligheidsvoorschriften
"in deze handleiding.
Keuzeschakelaar voor de laadkarak-
teristiek (alleen met boordbatterijla-
der)
U selecteert de karakteristiek met de keuze-
schakelaar aan de voorzijde van de lader. De
keuzeschakelaar voor de karakteristiek wordt
beschermd door een kap.
LET OP
Risico van beschadiging van de batterij!
Het is belangrijk dat met de keuzeschakelaar het
juiste type batterij wordt gekozen.
De vier dunne lijnen geven de neutraalstanden
aan. De lader levert geen stroom en de twee
LED's knipperen tegelijkertijd om aan te geven
dat er geen karakteristiek is geselecteerd.
De vier dikke lijnen geven de vier laadkarakte-
ristieken aan:
118
• Maak het bovenste gedeelte van de batterij
toegankelijk, open het batterijdeksel en
houd het deksel open.
• Verwijder de doppen van de batterij (indien
aangegeven in de onderhoudshandleiding
van de batterij).
• Schakel de externe batterijlader in.
• Sluit de batterijlader aan om te beginnen
met laden.
• Schakel de batterijlader uit nadat de batterij
is opgeladen.
• Koppel de batterijlader los.
• Plaats de batterijdoppen terug (indien u
deze eerder heeft verwijderd).
• Sluit de batterij opnieuw aan.
• Sluit het batterijdeksel.
OPMERKING
Zie de handleiding van de batterijlader voor
verdere informatie.
45758043446 NL - 12/2017
Gebruik