4
Beweging van de last
Automatische snelheidsbegrenzing
wanneer de vorken boven de veilig-
heidssensoren worden geheven
Zoals in het hoofdstuk Veiligheidsvoorzien-
ingen is aangegeven (zie ⇒ Deel "Plaats van
de veiligheidsvoorzieningen", blz. 2-22), is de
machine uitgerust met:
• 500mm-sensor voor automatische snel-
heidsbegrenzing wanneer de vorken hoger
dan ca. 500 mm boven de grond worden
geheven.
• 1700mm-sensor Automatische rijsnel-
heidsbegrenzing als de vorken zich on-
geveer 1700 mm boven de grond bevinden.
OPMERKING
De automatische begrenzing van de rijsnel-
heid van de machine blijft actief wanneer de
vorken tijdens het rijden tot onder de sensor-
hoogte (500 mm en 1700 mm) worden neer-
gelaten (rijschakelaar bediend).
Om de automatische begrenzing van de rij-
snelheid in deze situatie te deactiveren, laat u
de rijschakelaar helemaal los nadat u de vor-
ken tot onder de sensorhoogte (500 mm en
1700 mm) hebt neergelaten. Als de rijschake-
laar vervolgens opnieuw wordt bediend, zal
de machine verder rijden zonder de eerdere
automatische snelheidsbegrenzing.
Last oppakken
Last van de grond oppakken
– Nader de last voorzichtig en zo nauwkeurig
mogelijk.
– Laat de vorken en de steunarmen zakken
zodat zij gemakkelijk in de pallet kunnen
worden gestoken.
– Steek de vorken langzaam onder het
midden van de op te heffen last.
LET OP
Steek de vorken naar binnen zonder tegen de
stelling of de last te botsen.
108
45758043446 NL - 12/2017
Gebruik