y FlitsbelichtingscompensatieN
Stel de flitsbelichtingscompensatie in wanneer de belichting van het onderwerp anders
uitvalt dan gewenst. Deze functie werkt ook met externe Speedlites uit de EX-serie.
Een felle flitsbelichting
Wanneer [Auto Helderheid Optimalisatie] (pag .156) in het menu [7 Persoonlijke
voorkeuze (C.Fn)] is ingesteld op [0: Inschakelen] is het mogelijk dat
belichtingscompensatie en flitsbelichtingscompensatie niet effectief zijn. Stel deze in op
[1: Uitschakelen] als u het resultaat van de instelling van de belichtingscompensatie wilt bereiken.
Selecteer [Flitsbel. comp.].
1
Selecteer [Flitsbel. comp.] op tabblad
[2] en druk vervolgens op <0>.
Stel de waarde voor de
2
belichtingscompensatie in.
Druk op de toets <Z> voor een hogere belichting.
(hogere belichting) Of druk op de toets <Y> voor
een lagere belichting. (lagere belichting)
Druk op <0> nadat u de waarde voor de
flitsbelichtingscompensatie hebt ingesteld.
Als u de ontspanknop half indrukt, worden het
pictogram <y> en de waarde voor de
flitsbelichtingscompensatie weergegeven op
het LCD-scherm en wordt het pictogram <y>
in de zoeker weergegeven.
Nadat u een opname hebt gemaakt, voert u stap
2 uit om de waarde voor de
flitsbelichtingscompensatie terug te zetten op nul.
Donkerdere opname dankzij flitsbelichtingscompensatie
Belichtingscompensatie instellenN
79