Bediening van de flitserN
3
De ingebouwde flitser en de externe Speedlite kunnen ook via het
menu worden ingesteld. Het menu voor de externe Speedlite is alleen
van toepassing op Speedlites uit de EX-serie waarvan de functies
op de camera kunnen worden ingesteld.
[Flitsen]
[Func.inst. interne flitser]
Sluiter sync.
Stel deze optie normaliter in op [1e gordijn] zodat er direct na de belichting wordt geflitst.
Als [2e gordijn] wordt ingesteld, wordt er geflitst direct voor het einde
van de belichting. Wanneer dit wordt gecombineerd met een trage
synchronisatiesnelheid, kunt u een lichtspoor maken. Denk hierbij aan
de koplampen van een auto bij nacht. Met de 2e-gordijnsynchronisatie
wordt er twee keer geflitst. Eén keer wanneer u de ontspanknop
helemaal indrukt en opnieuw vlak voor het einde van de belichting.
116
Selecteer [Flitsbesturing].
Selecteer op het tabblad [6] de optie
[Flitsbesturing] en druk vervolgens
op <0>.
Het scherm voor flitsbesturing wordt
weergegeven.
Stel deze optie normaliter in op
[Inschakelen].
Als [Uitschakelen] is ingesteld, flitst
zowel de ingebouwde flitser als de
externe Speedlite niet. Dit is prima wanneer
u alleen het AF-hulplicht wilt gebruiken.
[Flits mode] kan niet worden geselecteerd.
[Flitsbel. comp.] kan worden
ingesteld zoals uitgelegd op pagina 79.
Stel [E-TTL II] in zoals uitgelegd op
de volgende pagina.