Uw auto slepen - 6-traps automatische transmissie
VOORZORGSMAATREGELEN
BIJ HET SLEPEN VAN UW
AUTO
WAARSCHUWING: U dient het
contact in te schakelen wanneer de auto
wordt gesleept.
WAARSCHUWING: Controleer
altijd of het stuurslot is uitgeschakeld
voordat u uw auto in beweging probeert
te brengen. Het niet deactiveren van het
stuurslot kan leiden tot een aanrijding.
WAARSCHUWING: De rem- en
stuurbekrachtiging werken niet, tenzij de
motor draait. Trap het rempedaal harder
in en houd rekening met langere
remafstanden en een zwaarder draaiend
stuurwiel.
WAARSCHUWING: Te veel
spanning op de sleepkabel kan schade
toebrengen aan uw en aan de trekkende
auto.
N.B.: Zorg dat de transmissie in neutraal
(N) staat wanneer u de auto sleept.
N.B.: Sleep uw auto niet achterwaarts.
N.B.: Sleep uw auto niet als de
omgevingstemperatuur lager is dan 0°C.
Transit (TTS) Vehicles Built From: 17-01-2022, CG3796nlNLD nlNLD, Edition date: 202110, First-Printing
SLEPEN IN NOODSITUATIES
Als uw auto in panne staat en er geen
toegang is tot verrijdbare onderstellen, een
takelwagen of een transportvoertuig met
laadbed, mag de auto worden gesleept
met alle wielen op de grond. Dat mag u in
de volgende omstandigheden doen:
•
Uw auto is vooruit gericht, zodat deze
vooruit wordt gesleept.
•
De keuzehendel van de transmissie
staat in de stand neutraal (N). Als de
keuzehendel van de transmissie niet in
de stand neutraal (N) kan worden
geschakeld, moet deze wellicht worden
uitgeschakeld.
•
De maximumsnelheid is 50 km/h.
•
De maximale afstand is 80 km.
Gebruik bij een mechanische
transmissieschade geen dolly onder één
van de assen. De auto moet met alle
wielen omhoog op een vlakke ondergrond
worden gezet.
Rijd langzaam en soepel weg zonder de
getrokken auto te laten schokken.
U mag alleen het sleepoog gebruiken dat
bij uw auto werd geleverd.
Sleepkabels of sleepbalken moeten aan
dezelfde kant worden geplaatst.
Bijvoorbeeld het sleepoog rechtsachter
verbonden met het sleepoog rechtsvoor.
U moet een sleepkabel of een sleepbalk
gebruiken die sterk genoeg is voor het
gewicht van de takelwagen en de auto die
wordt gesleept.
Het gewicht de auto die wordt gesleept
mag niet hoger zijn dan het gewicht van de
takelwagen.
N.B.: Als u harder dan 50 km/h wilt rijden
en verder dan 80 km wilt slepen, moeten
de aandreven wielen omhoog worden gezet.
397