Ruitenwissers en ruitensproeiers
DE VOORRUITSPROEIER
GEBRUIKEN
E197528
Trek de hendel naar u toe om de sproeier
van de voorruit te bedienen.
N.B.: Wanneer dit is ingeschakeld, wordt er
nog een extra wisseractie uitgevoerd kort
nadat de ruitenwissers zijn gestopt, om
eventuele resterende sproeivloeistof te
verwijderen. Zie Extra ruitenwisserslag in-
en uitschakelen (bladzijde 96).
EXTRA RUITENWISSERSLAG IN-
EN UITSCHAKELEN
1.
Selecteer Instellingen via de bediening
voor het instrumentenpaneel op het
stuurwiel.
2. Selecteer Voertuiginstellingen.
3. Selecteer Ruitenwissers.
4. Schakel Nawissen in of uit.
RUITENSPROEIERVLOEISTOF
BIJVULLEN
1.
Verwijder de dop van het
sproeierreservoir.
2. Voeg sproeivloeistof toe die voldoet
aan onze specificaties. Zie
Specificatie sproeivloeistof
(bladzijde 506).
Transit (TTS) Vehicles Built From: 17-01-2022, CG3796nlNLD nlNLD, Edition date: 202110, First-Printing
3. Plaats de dop weer op het
sproeierreservoir.
N.B.: Het reservoir voorziet de
sproeiersystemen vóór en achter van
sproeiervloeistof.
RUITENWISSERS EN -
SPROEIERS – PROBLEMEN
OPLOSSEN
RUITENWISSERS EN -SPROEIERS
– WAARSCHUWINGSLAMPEN
Gaat branden wanneer er nog
maar weinig
ruitenwisservloeistof is.
E132353
RUITENWISSERS EN -SPROEIERS
– VEELGESTELDE VRAGEN
Waarom zijn er strepen en vlekken op
de voorruit?
De ruitenwisserbladen zijn wellicht vuil,
versleten of beschadigd. Controleer
de ruitenwisserbladen. Zie
Ruitenwisserbladen controleren
(bladzijde 95). Als de
ruitenwisserbladen vuil zijn, maakt u
ze schoon met sproeivloeistof of water
op een zachte spons of doek. Vervang
de ruitenwisserbladen als ze versleten
of beschadigd zijn. Zie De
ruitenwisserbladen vooraan
vervangen (bladzijde 95).
96