2.2.3 Type 3260-1 en -7
(aandrijving type 3271 en 3277)
1. Transportbeveiliging op ventiel ver-
wijderen, zuiljuk (9) op het ventielhuis
plaatsen en met moer vastdraaien (min.
100 Nm).
2. Adapter (10) met beide koppelingsdelen
(7) op de klepstang (Ø 10 mm) vast-
schroeven.
3. Aandrijving op zuiljuk plaatsen en met
moer (5) vastschroeven.
Bij aandrijving met veiligheidspositie
"membraanstang ingaand" eerst de
steldrukaansluiting met een druk belas-
ten, die iets boven de eindwaarde van
het nom. signaalbereik ligt (zie type-
plaat).
4. De beide koppelingsdelen (11) plaatsen
en met de bouten vastschroeven.
Mengventiel voor mengbedrijf
Retour
Aanvoer
Verdeelventiel voor mengbedrijf
Retour
Aanvoer
Afb. 5 · Inbouwvoorbeelden
A
AB
B
A
AB
B
3
Inbouw
3.1
Inbouwpositie
Bij elektrische aandrijvingen
Type 5857: niet hangend.
Type 5824: staand of horizontaal (gegeven
beschermingsklasse geldt alleen bij staande
aanbouw).
Type 3374: niet hangend (zie EB 8331),
Type 3274: willekeurig.
Bij pneumatische aandrijvingen willekeurig
De ventielen worden als meng- of verdeel-
ventiel geleverd en kunnen conform afb. 5
voor meng- of verdeelbedrijf worden toege-
past. Er moet op worden gelet, dat de toe-
kenning van de toe- en afvoer op de aan-
sluitingen A, B en AB overeenkomt met de
symbolen op de typeplaat op het huis.
Mengventiel voor verdeelbedrijf
Retour
Aanvoer
Verdeelventiel voor verdeelbedrijf
AB
Retour
Aanvoer
Inbouw
AB
A
B
A
B
EB 5861 NL
11