N.B.: In de auto modus wordt bij hoge
binnen- en buitentemperaturen voor een
maximale koeling van het interieur
automatisch de recirculatiestand
ingeschakeld. Wanneer de ingestelde
temperatuur eenmaal is bereikt, selecteert
het systeem automatisch toevoer van
buitenlucht.
Automatisch temperatuurre-
gelsysteem in- en uitschakelen
N.B.: Wanneer dit systeem is
uitgeschakeld, zijn de verwarming,
ventilatie en airconditioning voor de
voorste én achterste zones uitgeschakeld
en wordt er gerecirculeerde lucht
gebruikt.
Twee zones
E70980
Gebruik de toetsen om het systeem in en
uit te schakelen.
Drie zones
E70312
Klimaatregeling
A
116
Druk op de toets A om het systeem in en
uit te schakelen.
Airconditioning achterin
(automatische klimaatregeling
met drie zones)
N.B.: Dit is alleen een koelingssysteem.
U kunt het gebruiken om de ruimte
achterin te koelen. Het systeem kan de
instelling in het achtercompartiment niet
op een hogere temperatuur brengen dan
het gemiddelde van de twee
temperatuurinstellingen voorin.
N.B.: Wanneer het systeem is
uitgeschakeld, kunt u geen temperatuur
voor het achtercompartiment kiezen die
lager is dan het gemiddelde van de twee
instellingen voorin.
Schakelen tussen airconditioning
modus voor en achter
E70313
Druk de toets. Het symbool voor de
airconditioning achterin en de instellingen
voor het achtercompartiment verschijnen
op het display.
Wanneer het systeem in de
airconditioning modus achter zit, kunt u
de temperatuur instellen met de
draaiknop aan de bestuurderszijde.