Inhoudsopgave Immobilisatiesysteem uitschakelen..29 Inleiding Over deze handleiding......5 Alarm Overzicht van symbolen......5 Alarm inschakelen........30 Onderdelen en accessoires....5 Alarm uitschakelen.........30 Kort overzicht Stuurwiel Kort overzicht..........8 Stuurwiel afstellen........31 Audiobediening........31 Veiligheidsuitrusting voor kinderen Ruitenwissers en ruiten- Kinderzitjes..........15 sproeiers Zitverhogers..........16 Voorruitwissers........33 Plaatsing van kinderzitjes......17 Voorruitsproeiers........34 Kindersloten..........18 Achterruitwissers en -sproeiers...34 Voorruitsproeiers afstellen.....35...
Pagina 4
Inhoudsopgave Waarschuwings- en Brandstof en tanken indicatielampen........51 Veiligheidsmaatregelen......77 Brandstofkwaliteit - Benzine....77 Infodisplays Brandstofkwaliteit - Diesel......77 Algemene informatie......54 Katalysator..........77 Persoonlijke instellingen......55 Tankklep............78 Infoberichten..........56 Tanken............78 Brandstofverbruik ........78 Klimaatregeling Technische specificatie......78 Werking.............59 Ventilatieroosters........59 Versnel- Handmatige klimaatregeling....60 lingsbak/transmissie Automatische klimaatregeling....62 Handgeschakelde versnellingsbak..80 Verwarmde ruiten en spiegels....64 Automatische transmissie - Auto's met Extra verwarming........64 4-traps automatische transmissie...
Pagina 5
Inhoudsopgave Ruitensproeiervloeistof controleren..113 Tips voor het rijden Technische specificatie......114 Algemene punten bij het rijden.....95 Inrijden............95 Verzorging van de auto Door water rijden........95 Reinigen van buitenzijde auto....117 Reinigen van binnenzijde auto.....118 Nooduitrusting Kleine lakschade repareren....118 Eerstehulpset..........96 Gevarendriehoek........96 Accu van de auto Gebruik van startkabels......119 Staat na een aanrijding Onderbrekingsschakelaar...
U riskeert beschadiging van uw auto Hartelijk dank voor het kiezen van een wanneer u niet de instructies opvolgt Ford. Wij raden u aan de tijd te nemen om waarop u door dit uw auto goed te leren kennen door dit waarschuwingssymbool wordt instructieboekje zorgvuldig te lezen.
Pagina 8
Het is nu eenvoudiger te bewijzen dat werkelijk Originele Ford Onderdelen zijn gebruikt. Het Ford logo is duidelijk op de volgende onderdelen zichtbaar wanneer Originele Ford Onderdelen zijn gebruikt. Wanneer uw wagen moet worden gerepareerd, kijk dan of het duidelijk...
Pagina 9
Inleiding E89939 Verlichting • Achterlichtunits • Koplampen E89940...
Kort overzicht KORT OVERZICHT Overzicht instrumentenpaneel Stuur links E89017...
Pagina 11
Kort overzicht Stuur rechts E102295 Ontwasemingsrooster. Luchtrooster. Ontgrendeling bagageruimte. Groot licht, richtingaanwijzers, lichtsignaal en bedieningstoetsen informatiedisplay. Instrumentengroep. Ruitenwisserschakelaar. Schakelaar voorruitverwarming. Schakelaar achterruitverwarming. Opbergvak. Schakelaar waarschuwingsknipperlichten. Schakelaar stabiliteitsregeling of muntenhouder.
Pagina 12
Kort overzicht Controlelamp airbag uitgeschakeld of muntenhouder. Audio- of navigatiesysteem. Zie afzonderlijke handleiding. Toetsen klimaatregeling. Sensor interieurtemperatuur. Contactslot. Claxon. Verstelhendel stuurkolom. Toetsen van de audio-installatie. Opbergvak. Regelknop hoogteverstelling koplamplichtbundels. Schakelaars verlichting. Stuurwiel instellen WAARSCHUWING Verstel nooit het stuurwiel als de auto in beweging is.
Pagina 13
Kort overzicht Informatiedisplays Aanbevolen instellingen voor verwarming E70436 E116252 Druk op de toets om door de displays te Sluit de middelste luchtroosters en open scrollen en houd de toets ingedrukt om de luchtroosters aan de zijkant. te resetten, een submenu te selecteren Richt de luchtroosters aan de zijkant op of een instelling te veranderen.
Pagina 14
Kort overzicht Aanbevolen instellingen voor Portieren dubbel vergrendelen verwarming Druk toets B tweemaal binnen drie seconden in. Kofferdeksel/ achterklep ontgrendelen Druk toets C tweemaal binnen drie seconden in. Audio-installatie Automatische volumeregeling (AVC) E72153 Indien van toepassing, past de automatische volumeregeling (AVC) het Stel de temperatuur in op 22 °C.
Pagina 15
Kort overzicht Automatisch in- Instapverlichting /uitschakelende verlichting De stads- en achterlichten gaan branden wanneer u de portieren met de afstandsbediening ontgrendelt. Na korte tijd schakelt de verlichting automatisch uit. Automatisch wissen E72162 N.B.: Wanneer u de automatisch in-/uitschakelende verlichting hebt ingeschakeld, kunt u alleen het groot licht E72173 inschakelen wanneer de functie de...
Pagina 16
Kort overzicht Een vlakke laadvloer maken E91009 1. Til de zitting op. 2. Trek aan de ontgrendelhendel en druk de rugleuning naar voren. 3. Druk de achterzijde van de rugleuning naar beneden.
Veiligheidsuitrusting voor kinderen N.B.: De wettelijke voorschriften t.a.v. het KINDERZITJES gebruik van kinderzitjes zijn per land verschillend. Alleen kinderzitjes die volgens ECE-R44.03 (of later) gecertificeerd zijn, zijn getest en goedgekeurd voor gebruik in uw auto. Een aantal zijn leverbaar via uw dealer.
Veiligheidsuitrusting voor kinderen Kinderveiligheidszitje WAARSCHUWINGEN Laat kinderen met een lichaamsgewicht van meer dan 15 kilogram maar met een lengte van minder dan 150 centimeter in een kinderzitje of op een zitverhoger plaatsnemen. LET OP Wanneer u een kinderzitje op een achterbank gebruikt, zorg dan dat het kinderzitje stevig tegen de stoel rust.
Veiligheidsuitrusting voor kinderen Zitverhoger (groep 3) PLAATSING VAN KINDERZITJES WAARSCHUWING Wanneer een voorwaarts gericht kinderzitje op de achterbank wordt geplaatst, verwijder dan de hoofdsteun van die zitplaats. E68924 Zitplaatsen Gewichtsgroepen Tot 10 kg Tot 13 kg 9 - 18 kg 15 - 25 kg 22 - 36 kg Front-airbag aan...
Veiligheidsuitrusting voor kinderen KINDERSLOTEN WAARSCHUWING Wanneer de kindersloten in werking zijn gesteld, kunnen de portieren niet van binnenuit worden geopend. E73697 Vergrendelen Ontgrendelen...
Bescherming van inzittenden N.B.: Het opblazen van een airbag gaat WERKING gepaard met een luide knal en u ziet een onschadelijke, poederachtige stofwolk. Airbags Dit is normaal. WAARSCHUWINGEN N.B.: Veeg de panelen van de airbags Wijzig de voorzijde van de wagen alleen met een vochtige doek schoon.
Pagina 22
Bescherming van inzittenden Front-airbags aan bestuurders- en De zij-airbags bevinden zich in de zijkant passagierszijde van de rugleuningen van de voorstoelen. Een label op de rugleuning geeft aan dat uw auto is uitgerust met zij-airbags. De zij-airbags worden geactiveerd bij zware zijdelingse aanrijdingen.
Bescherming van inzittenden De side curtains worden geactiveerd bij De oprolmechanismen van de zware zijdelingse aanrijdingen. Alleen de veiligheidsgordels voor de bestuurder en airbag aan de zijde van de aanrijding de passagier voorin zijn voorzien van een wordt geactiveerd. De airbag wordt in gordelspanner.
Bescherming van inzittenden N.B.: Door het stelmechanisme iets in te drukken terwijl u de knop indrukt komt het verstelmechanisme makkelijker los. Druk voor het hoger of lager stellen de vergrendelknop op het verstelmechanisme in en beweeg deze zonodig. GEBRUIK VAN VEILIGHEIDSGORDELS TIJDENS ZWANGERSCHAP E85817...
Bescherming van inzittenden Wanneer de controlelamp van de airbag PASSAGIERSAIRBAG tijdens het rijden gaat branden of UITSCHAKELEN knipperen, duidt dit op een storing. Zie Waarschuwings- en WAARSCHUWING indicatielampen (bladzijde 51). Verwijder het kinderzitje en laat het Zorg ervoor dat de airbag aan systeem onmiddellijk controleren.
Sleutels en afstandsbediening Een nieuwe afstandsbediening ALGEMENE INFORMATIE programmeren: OVER RADIOFREQUENTIES • Draai de contactsleutel vier keer binnen zes seconden in stand II. LET OP • Zet het contact af. Er klinkt een signaal De radiofrequentie van de om aan te duiden dat het nu mogelijk afstandsbediening kan ook worden is een nieuwe afstandsbediening te gebruikt door andere zenders met...
Sleutels en afstandsbediening E68726 • Maak door een plat voorwerp (bijv. een schroevendraaier) in de uitsparing aan de achterzijde te steken de zender voorzichtig los van het huis. E72190 • Maak de batterij voorzichtig met een Om de ontgrendelfunctie opnieuw te plat voorwerp los.
Pagina 28
Sleutels en afstandsbediening • Maak de batterij voorzichtig met een plat voorwerp los. Breng de nieuwe batterij tussen de contacten aan met het + merkteken naar beneden. Stel de zender in omgekeerde volgorde weer samen.
Sloten Portieren met de sleutel VERGRENDELEN EN vergrendelen en ontgrendelen ONTGRENDELEN Centrale vergrendeling Alleen wanneer alle portieren zijn gesloten kunnen deze centraal worden vergrendeld. Dubbel vergrendelen WAARSCHUWINGEN Schakel de dubbele vergrendeling niet in wanneer zich personen of dieren in de wagen bevinden. Wanneer de dubbele vergrendeling is ingeschakeld kunnen de portieren niet van binnenuit worden...
Pagina 30
Sloten Portieren met de Ontgrendelfunctie opnieuw afstandsbediening programmeren vergrendelen en ontgrendelen U kunt de ontgrendelfunctie opnieuw programmeren zodat alleen het bestuurdersportier of alle portieren worden ontgrendeld. Druk bij afgezet contact de vergrendel- en ontgrendeltoets op de afstandbediening tegelijk vier seconden in. De richtingaanwijzers knipperen tweemaal ter bevestiging.
Geef, indien mogelijk, uw dealer het sleutelnummer door, dat op het plaatje staat dat met de originele sleutels is geleverd. U kunt ook extra sleutels bij uw Ford dealer verkrijgen. IMMOBILISATIESYSTEEM INSCHAKELEN Korte tijd nadat u het contact hebt afgezet wordt het immobilisatiesysteem automatisch ingeschakeld.
Alarm ALARM INSCHAKELEN Het systeem wordt geactiveerd zodra de auto is vergrendeld en beschermt uw auto tegen indringers die trachten de portieren, de motorkap of het bagagecompartiment te openen of de audio-installatie te verwijderen. Automatische vertraging van het inschakelen De twintig seconden vertraagde inschakeling begint wanneer de motorkap, laadruimte en alle portieren zijn gesloten en vergrendeld.
Stuurwiel STUURWIEL AFSTELLEN WAARSCHUWING Duw de ontgrendelingshendel WAARSCHUWING helemaal op zijn plaats wanneer u deze weer in de oude stand zet. Verstel nooit het stuurwiel als de auto in beweging is. AUDIOBEDIENING N.B.: Controleer of u in de juiste positie Kies de radio, CD of cassette modus op zit.
Pagina 34
Stuurwiel Seek (zoekfunctie) • In de radio modus wordt het volgende in het geheugen opgeslagen radiostation opgezocht. • In de CD modus wordt de volgende CD gekozen wanneer een CD-wisselaar is gemonteerd. • In alle modi om een verkeersbericht te onderbreken. Druk de toets aan de zijkant in en houd deze ingedrukt: •...
Ruitenwissers en ruitensproeiers Automatisch wissen VOORRUITWISSERS WAARSCHUWINGEN Let er bij vriezend weer op dat de voorruit geheel ontdooid is voordat u de automatische wisfunctie inschakelt. Schakel de automatische wisfunctie uit wanneer u een autowasserette binnenrijdt. Vervang de ruitenwisserbladen zodra deze strepen water en vuil achterlaten of wanneer ze het water niet meer volledig van de voorruit verwijderen.
Ruitenwissers en ruitensproeiers Wanneer de automatische wisfunctie VOORRUITSPROEIERS wordt ingeschakeld maken de ruitenwissers één wisbeweging ongeacht of de voorruit nat of droog is. Daarna, of wanneer het contact wordt aangezet bij ingeschakelde automatische wisfunctie, maken de ruitenwissers geen wisbeweging meer tot water op de voorruit wordt vastgesteld.
Ruitenwissers en ruitensproeiers • de achterruitwisser nog niet was VOORRUITSPROEIERS ingeschakeld, AFSTELLEN • de schakelaar in de stand C, of D • in de stand B staat en de voorruitwissers werken. De achterruitwisser volgt de interval van de voorruitwissers (bij wissen met intervallen of normale wissnelheid).
Ruitenwissers en ruitensproeiers Reinig de ruitenwisserbladen met een in water gedrenkte, zachte spons. RUITENWISSERBLADEN VERVANGEN E66645 Trek de ruitenwisserarm van de voorruit af en plaats het ruitenwisserblad in een rechte hoek ten opzichte van de arm. Druk de klem in de richting van de pijl en trek het wisserblad los van de arm.
Verlichting Afhankelijk van de lichtsituatie worden de VERLICHTINGSBEDIENING koplampen automatisch in- en uitgeschakeld. Standen van de lichtschakelaar Home safe verlichting U kunt de home safe verlichting tot 10 minuten nadat het contact is afgezet inschakelen. Uitvoeringen zonder automatische verlichting Schakel de koplampen in en schakel ze vervolgens binnen twee seconden uit.
Verlichting Trek de hendel geheel naar het stuurwiel De mistlampen, voor, mogen alleen toe om tussen grootlicht en dimlicht te worden ingeschakeld wanneer het zicht wisselen. ernstig wordt belemmerd door mist, sneeuw of regen. Lichtsignaal MISTACHTERLICHTEN E72168 Beweeg de schakelaarhendel naar het stuurwiel.
Verlichting U kunt de hoogte van de KOPLAMPHOOGTE koplamplichtbundels aanpassen aan de AFSTELLEN belading van de wagen. E65990 Aanbevolen regelknopstanden Belading Lading in bagage- Stand regelknop compartiment Voorstoelen Stoelen, tweede zitrij Zie Gewichten (bladzijde 157). Positie van onderdeel: Zie Kort overzicht (bladzijde 8).
Verlichting RICHTINGAANWIJZERS INTERIEURVERLICHTING Interieurverlichting E71945 Portiercontact E72167 Beweeg de richtingaanwijzerschakelaar kort omhoog of omlaag; de richtingaanwijzers knipperen dan driemaal. E91006 Portiercontact...
Verlichting Wanneer u de schakelaar in stand B zet, gaat de interieurverlichting branden wanneer u een deur of de achterklep ontgrendelt of opent. Wanneer u bij afgezet contact een portier open laat staan, gaat de interieurverlichting enige tijd later automatisch uit om te voorkomen dat de accu leegraakt.
Verlichting LET OP Raak het glas van de gloeilamp niet aan. Breng alleen gloeilampen met het juiste vermogen aan. Zie Gloeilampentabel (bladzijde 46). N.B.: De volgende instructies beschrijven hoe de gloeilampen moeten worden verwijderd. Breng de nieuwe gloeilamp in omgekeerde volgorde van verwijderen aan, tenzij anders is voorgeschreven.
Pagina 45
Verlichting Zijknipperlichten E91018 2. Verwijder de kap. 3. Werk voorzichtig de lamphouder los. 4. Verwijder de gloeilamp. E78869 Richtingaanwijzers, voor 1. Verwijder voorzichtig het huis van het 1. Verwijder de koplamp. Zie Een zijknipperlicht. koplamp verwijderen (bladzijde 2. Pak de lamphouder beet, draai het 41).
Pagina 46
Verlichting E91021 5. Druk voorzichtig de gloeilamp in de lamphouder en draai de gloeilamp linksom. Verwijder de gloeilamp. E91020 2. Verwijder vanuit de binnenzijde van het bagagecompartiment de vleugelmoer op de achterzijde van de achterlichtunit. 3. Verwijder de schroeven en verwijder de achterlichtunit.
Pagina 47
Verlichting Derde remlicht Kentekenplaatverlichting E90601 1. Draai de schroeven los en verwijder de lamp. 2. Verwijder de gloeilamp. Interieurverlichting E90600 1. Open de achterklep. 2. Verwijder het doorvoerrubber. 3. Maak de klemmen met een dun E73091 schroevendraaiertje los en verwijder de lamp.
Verlichting 1. Werk voorzichtig de lamp los. 1. Werk voorzichtig de lamp los. 2. Verwijder het glas. 2. Draai de lamphouder linksom en verwijder deze. 3. Verwijder de gloeilamp. 3. Verwijder de gloeilamp. Leeslampen Verlichting bagagecompartiment E73938 E72784 1. Werk voorzichtig de lamp los. 2.
Ruiten en spiegels ELEKTRISCH BEDIENBARE BUITENSPIEGELS RUITEN WAARSCHUWING WAARSCHUWING Vergis u niet in de afstand van voorwerpen die u in deze Schakel de elektrisch bedienbare groothoekspiegel ziet. Voorwerpen ruiten niet in tenzij deze vrij zijn van die u in deze spiegels ziet, zien er kleiner obstructies.
Pagina 51
Ruiten en spiegels In de elektrisch bedienbare buitenspiegels is een verwarmingselement gemonteerd dat het spiegelglas ontdooit of ontwasemt. Wanneer u de achterruitverwarming inschakelt, worden deze elementen automatisch ingeschakeld. Richtingen waarin de spiegel kan worden gekanteld E66486 Rechts Neer Links Elektrisch inklapbare spiegels E72184 Automatisch in- en uitklappen De spiegels klappen automatisch in...
Instrumenten METERS E89015 Toerenteller Koelvloeistoftemperatuurmeter Brandstofmeter Snelheidsmeter Informatiedisplay LET OP Koelvloeistoftempe- Start de motor niet voordat de ratuurmeter oorzaak voor de oververhitting is verholpen. Alle uitvoeringen Toont de temperatuur van de Wanneer de wijzer in het rode gebied koelvloeistof. Bij normale komt, is de motor oververhit.
Instrumenten Controlelamp ABS Uitvoeringen met een informatiedisplay De controlelamp van het ABS Bovendien verschijnt een knippert wanneer het systeem waarschuwingsbericht op het display. is geactiveerd. Wanneer de lamp tijdens het rijden gaat branden, duidt Brandstofmeter dit op een storing. De remmen blijven normaal werken (zonder ABS) maar laat De pijl naast het symbool van de pomp deze storing zo spoedig mogelijk...
Pagina 54
Instrumenten Controlelamp portier niet goed Controlelamp koplampen gesloten De controlelamp van de De controlelamp portier niet koplampen gaat branden goed gesloten gaat branden wanneer u het dimlicht of de wanneer een portier, de stadslichten inschakelt. achterklep of de motorkap niet goed is/zijn gesloten.
Pagina 55
Instrumenten Controlelamp overdrive Uitvoeringen met een handgeschakelde De controlelamp overdrive gaat 5-versnellingsbak of Durashift EST branden wanneer u de Wanneer de controlelamp van overdrive uitschakelt. de aandrijflijn bij draaiende motor gaat branden, duidt dit Controlelamp op een storing. De motor blijft draaien stuurbekrachtiging maar levert minder vermogen.
Infodisplays Tijd instellen ALGEMENE INFORMATIE WAARSCHUWING Bedien de toetsen van het informatiedisplay niet wanneer de auto in beweging is. N.B.: Het informatiescherm blijft nadat u het contact hebt afgezet gedurende enkele minuten aan. N.B.: Wanneer Sh on of SHIP ON wordt weergegeven is de transportmodus ingeschakeld.
Infodisplays Gemiddelde snelheid Dagteller Geeft de gemiddelde snelheid van uw Kilometerteller auto aan sinds het systeem voor het laatst Berichtenindicator op nul is teruggesteld. U kunt de instellingen van diverse functies Gemiddeld brandstofverbruik via het informatiedisplay veranderen. Op Geeft het gemiddelde brandstofverbruik het informatiedisplay verschijnen ook van uw auto aan sinds het systeem voor informatieberichten.
Infodisplays Akoestische waarschuwingen INFOBERICHTEN Sommige akoestische waarschuwingen kunt u uitschakelen. Taal De taal van het display kunt u naar uw wens instellen. E70436 Druk de toets in om te bevestigen en om enkele berichten van het informatiedisplay te verwijderen. Andere berichten worden korte tijd later automatisch verwijderd.
Pagina 59
Infodisplays Mededeling Berichtenindicator Betekenis reis hervat. Wanneer het bericht niet langer wordt weergegeven, kunt u uw reis hervatten. Laat deze storing zo spoedig mogelijk controleren. Uitvoeringen met een Durashift EST transmissie: Breng de auto tot stilstand zodra dit veilig kan. Zet het contact af en laat deze storing controleren voordat u uw reis hervat.
Pagina 60
Infodisplays Mededeling Berichtenindicator Betekenis weergegeven, zet dan het contact af en laat deze storing controleren voordat u uw reis hervat. Wanneer het bericht niet langer wordt weergegeven, kunt u uw reis hervatten. Laat deze storing zo spoedig mogelijk controleren. RA LINKS LAMP Oranje Een gloeilamp van de richtingaanwijzers, DEFECT...
Klimaatregeling Algemene informatie over de WERKING klimaatregeling in het interieur Buitenlucht Sluit alle ruiten. Houd de luchtinlaten voor de voorruit vrij Het interieur verwarmen van belemmeringen (sneeuw, bladeren, enz.) zodat het klimaatregelsysteem Laat de lucht naar de beenruimten effectief kan werken. stromen.
Klimaatregeling Temperatuurregelknop HANDMATIGE KLIMAATREGELING Aanjager E90445 Blauw Koud E90444 Rood Warm N.B.: Wanneer u de aanjager uitschakelt Luchtverdeelknop kan de voorruit beslaan. E90446 Voorruit Beenruimte en voorruit Hoofdniveau...
Pagina 63
Klimaatregeling Interieur snel verwarmen Hoofdniveau en beenruimte Beenruimte Hoofdniveau, voorruit en beenruimte De luchtverdeelknop kan in elke gewenste stand tussen de symbolen worden gezet. Een kleine hoeveelheid lucht stroomt altijd E90449 naar de voorruit. Airconditioning in- en Voorruit ontdooien en uitschakelen ontwasemen Wanneer u de aanjager uitschakelt, wordt...
Klimaatregeling Interieur snel afkoelen Het systeem regelt automatisch de temperatuur, de hoeveelheid en verdeling van de lucht en past deze aan afhankelijk van de rij- en weersomstandigheden. Door eenmaal op de AUTO toets te drukken wordt de auto modus ingeschakeld. N.B.: Vermijd het wijzigen van de instellingen wanneer het in de auto extreem warm of koud is.
Pagina 65
Klimaatregeling Voorruit ontdooien en U kunt de temperatuur tussen 16 ºC en 28 ºC met stappen van of 0,5 ºC instellen. ontwasemen In de stand LO (lager dan 16 ºC) schakelt Druk de toets voorruit het systeem permanent de koeling in, in ontdooien en ontwasemen in.
Klimaatregeling Automatisch temperatuurre- Verwarmbare buitenspiegels gelsysteem in- en uitschakelen IN de elektrisch bedienbare buitenspiegels is een verwarmingselement gemonteerd dat het spiegelglas ontdooit of ontwasemt. Wanneer u de achterruitverwarming inschakelt, worden deze elementen automatisch ingeschakeld. EXTRA VERWARMING Extra verwarming diesel (afhankelijk van het land) E72157 Deze extra verwarming (PTC elektrische Druk op de OFF toets.
Stoelen • voldoende afstand houdt tussen uzelf DE JUISTE ZITPOSITIE en het stuurwiel. minimaal 250 mm (10 INNEMEN inch) tussen uw borstbeen en de kap van de airbag aanhoudt. • het stuurwiel met licht gebogen armen vasthoudt. • uw benen licht buigt zodat u de pedalen volledig kunt indrukken.
Pagina 69
Stoelen Hoogte van de WAARSCHUWINGEN bestuurdersstoel verstellen Rijd niet terwijl er voorwerpen op de neergeklapte rugleuning liggen. E68895 Hellingshoek van de rugleuning E68896 instellen 1. Kantel de stoel naar voren. E91008 E74819 2. Draai het kartelwiel tot de rugleuning in horizontale stand staat. Passagiersstoel naar voren kantelen Trek de vergrendelhendel uit om de...
Stoelen Een vlakke laadvloer maken ACHTERBANK WAARSCHUWINGEN Zorg ervoor dat de stoelen en de rugleuningen goed vastzitten en volledig zijn vergrendeld. Wanneer u de rugleuningen neerklapt, let er dan op dat uw vingers niet tussen de rugleuning en het stoelframe komen. Zorg er bij het omhoog klappen van de rugleuningen voor dat de gordels zichtbaar zijn voor de inzittende en...
Stoelen VERWARMDE STOELEN Bestuurderszijde E81584 E90906 Hoofdsteun instellen Passagierszijde WAARSCHUWING Trek de hoofdsteun omhoog wanneer de achterbank door een passagier of voor een kinderzitje wordt gebruikt. Stel de hoofdsteun zo in, dat de bovenzijde ervan gelijkligt met de bovenzijde van uw hoofd. Hoofdsteun verwijderen Druk de knoppen in en verwijder de hoofdsteun.
Stoelen ARMLEUNING, VOOR Armsteun instellen E91007 1. Trek de armsteun voorbij de verticale stand. 2. Druk de armsteun volledig naar beneden. 3. Trek de armsteun langzaam tot de gewenste hoogte omhoog.
De aansluiting van de aansteker is ook Onder de zitting van de passagiersstoel geschikt voor andere stroomverbruikers. bevindt zich een opbergvak. Gebruik voor het aansluiten van stroomverbruikers alleen de speciale stekkers uit het Ford Accessoires Programma of stekkers voor standaard SAE-aansluitpunten.
Pagina 74
Gemaksfuncties Kaartentassen E91010 E91011 Bestuurdersstoel Achterbank...
Gemaksfuncties De 'activity' console verwijderen ARMLEUNING ACHTERBANK 'Activity' console De 'activity' console aanbrengen E91014 1. Trek de hendel omhoog en verwijder de 'activity' console. E91012 1. Verwijder de middelste zitting. E91015 2. Breng de zitting in het midden aan. E91013 2.
De motor starten Stand I ALGEMENE INFORMATIE Stuurslot ontgrendeld. De ontsteking en Algemene opmerkingen over alle overige elektrische circuits zijn het starten uitgeschakeld. Om te voorkomen dat de accu wordt ontladen, mag de Als de accu losgekoppeld is geweest kan contactsleutel niet te lang in deze stand de motor, nadat de accukabels weer zijn blijven staan.
De motor starten Stationair toerental na het Uitvoeringen met automatische transmissie starten N.B.: Raak het gaspedaal niet aan. Het stationaire toerental waarmee de motor direct na het aanslaan draait is 1. Schakel park of neutral in. afhankelijk van de motortemperatuur. 2.
De motor starten 2. Start de motor. Uitvoeringen met automatische transmissie 1. Selecteer park of neutral. 2. Druk het rempedaal volledig in. 3. Start de motor. MOTOR UITSCHAKELEN Auto's met turbocompressor LET OP Zet de motor niet af wanneer deze met een hoog toerental draait.
Brandstof en tanken VEILIGHEIDSMAATREGELEN WAARSCHUWING Meng de dieselolie niet met olie, WAARSCHUWINGEN benzine of andere vloeistoffen. Deze Stop met tanken nadat het kunnen een chemische reactie vulpistool voor de tweede keer is veroorzaken. afgeslagen. Alle brandstof die u dan nog toevoegt vult de expansieruimte in LET OP de brandstoftank, hetgeen er toe kan Voeg geen kerosine, paraffine of...
E75775 de airconditioning, de gemonteerde accessoires, rijden met een aanhanger, enz. Uw Ford dealer dient u gaarne van advies hoe u het brandstofverbruik kunt verlagen. TECHNISCHE SPECIFICATIE Brandstofverbruikscijfers Stadsver- Gecombi-...
Pagina 81
Brandstof en tanken Stadsver- Gecombi- CO2- Buitenweg keer neerd emissie Variant l/100 km l/100 km l/100 km g/km (mpg) (mpg) (mpg) 1,4 l Duratec, handgescha- 8,5 (33,2) 5,3 (53,3) 6,5 (43,3) kelde 5-versnellingsbak 1,4 l Duratec, Durashift EST 8 (35,3) 5,2 (54,3) 6,2 (45,6) 1,6 l Duratec, handgescha-...
Versnellingsbak/transmissie Durashift EST HANDGESCHAKELDE VERSNELLINGSBAK Keuzehendelstanden Handgeschakelde 5- versnellingsbak LET OP Oefen een onnodige zijdelingse kracht uit op de schakelhendel wanneer u van de 5e naar de 4e versnelling schakelt. Hierdoor kan per ongeluk de 2e versnelling worden ingeschakeld, waardoor de versnellingsbak kan worden beschadigd.
Versnellingsbak/transmissie Wegrijden Neutraal 1. Zet de handrem los. Rijden 2. Laat het rempedaal opkomen en druk 2e versnelling het gaspedaal in. 1e versnelling Stoppen WAARSCHUWING 1. Laat het gaspedaal opkomen en druk Druk het rempedaal in voordat u de het rempedaal in. keuzehendel verplaatst;...
Pagina 84
Versnellingsbak/transmissie Achteruit Kickdown Druk om voor optimale prestaties de op WAARSCHUWING één na hoogste versnelling in te schakelen Schakel de achteruit alleen in het gaspedaal volledig in terwijl het wanneer de auto stilstaat en de keuzehendel in de rijstand staat. Laat het motor stationair draait.
Pagina 85
Versnellingsbak/transmissie Voorziening voor het ontgrendelen van de keuzehendel Gebruik de hefboom om bij een elektrische storing of bij een lege accu de keuzehendel uit de parkeerstand te zetten. E83166 1. Verwijder het paneeltje. 2. Steek een dun schroevendraaiertje in de opening. 3.
Remmen WERKING PARKEERREM Schijfremmen Handrem aantrekken Natte remschijven hebben een lagere wrijvingscoëfficiënt. Druk na het verlaten van een wasstraat het rempedaal even voorzichtig in om de waterfilm op de remschijven te laten verdampen. WAARSCHUWING E66567 ABS is niet bedoeld om de WAARSCHUWING bestuurder te ontheffen van zijn Controleer of de handrem is...
Stabiliteitsregeling Het systeem zorgt ook voor een betere WERKING tractieregeling door het motorkoppel te verlagen wanneer de wielen bij het Elektronisch Stabiliteits accelereren beginnen door te spinnen. Programma (ESP) Het verbetert de mogelijkheden om op gladde of losse oppervlakken te kunnen WAARSCHUWING optrekken en het verbetert het comfort ESP houdt niet in dat u niet langer...
Stabiliteitsregeling GEBRUIK MAKEN VAN STABILITEITSREGELING E94885 Druk de schakelaar in en houd deze één seconde ingedrukt. Het lampje in de schakelaar gaat branden. Druk de schakelaar opnieuw in om het systeem in te schakelen. Telkens wanneer u het contact aan zet wordt het systeem automatisch ingeschakeld.
Parkeerhulp N.B.: Houd de sensoren vrij van vuil, ijs WERKING en sneeuw. Reinig de sensoren niet met scherpe voorwerpen. WAARSCHUWING N.B.: Wanneer de parkeerhulp een Ondanks de parkeerhulp bent u signaal registreert dat op dezelfde verplicht voorzichtig en aandachtig frequentie wordt uitgezonden als de te rijden.
Pagina 90
Parkeerhulp Manoeuvreren met de parkeerhulp E72902 N.B.: Wanneer een hoge, harde waarschuwingstoon drie seconden lang klinkt en het lampje in de schakelaar knippert, duidt dit op een storing. Het systeem wordt uitgeschakeld. Laat het systeem door goed opgeleide monteurs controleren. U hoort een onderbroken signaal wanneer de afstand tussen de achterbumper en een obstakel ongeveer 150 cm bedraagt,...
Transport ALGEMENE INFORMATIE WAARSCHUWINGEN Gebruik bevestigingsriemen die voldoen aan een norm, bijv. DIN. Zorg ervoor dat alle losse voorwerpen goed zijn vastgezet. Plaats bagage en ander voorwerpen zo laag mogelijk en zo ver mogelijk naar voren in de E72512 bagageruimte of de laadruimte. Rijd niet met geopende achterklep DAKREKKEN EN of achterdeur.
Pagina 92
Transport • voordat u vertrekt • na 50 kilometer (30 mijl) te hebben gereden • met intervallen van 1.000 kilometer (600 mijl).
Aanhangers trekken Steile hellingen TREKKEN VAN EEN AANHANGER WAARSCHUWING Houd er rekening mee dat de WAARSCHUWINGEN oplooprem van een aanhanger niet Rijd niet harder dan 100 km/h (62 door het ABS wordt geregeld. mph). De bandenspanningen achter Schakel terug voordat u een steile afdaling moeten worden vermeerderd met bereikt.
Pagina 94
Aanhangers trekken Trekhaakkogel aanbrengen Wanneer de trekhaak niet wordt gebruikt, berg dan de trekhaakkogel stevig vastgezet in het bagagecompartiment op. Breng de dop in de opening aan. Mechanisme van trekhaakkogel ontgrendelen WAARSCHUWING Gebruik geen gereedschap voor het aanbrengen of verwijderen van de afneembare trekhaakkogel.
Pagina 95
Aanhangers trekken Rijden met een aanhanger Trekhaakkogel verwijderen E71331 WAARSCHUWING Wanneer aan één van onderstaande voorwaarden niet wordt voldaan, gebruik dan de trekhaak niet en laat hem door een deskundige controleren. E71332 Controleer voordat u gaat rijden of de trekhaakkogel goed is vergrendeld. N.B.: Koppel de aanhanger af.
Pagina 96
Aanhangers trekken 1. Verwijder de trekhaakkogel. 2. Breng de dop in de opening aan. Onderhoud WAARSCHUWING Verwijder voordat u uw wagen met een hogedrukreiniger reinigt de afneembare trekhaakkogel en sluit de opening met de dop af. Houd het systeem schoon. Smeer de lagerpunten, glij-oppervlakken en vergrendelingskogels met harsvrij vet of olie.
Tips voor het rijden ALGEMENE PUNTEN BIJ DOOR WATER RIJDEN HET RIJDEN Door water rijden Uitvoeringen met een LET OP dieselmotor Rijd alleen door water in Wanneer de controlelamp laag noodgevallen en niet als normaal brandstofniveau gaat branden, ga dan zo wordt gereden.
Staat na een aanrijding Rechts stuur ONDERBREKINGS- SCHAKELAAR BRANDSTOFTOEVOER Uitvoeringen met een Duratec motor Links stuur E90982 De brandstoftoevoer kan worden onderbroken als gevolg van een aanrijding of plotselinge trillingen (bijvoorbeeld wanneer u tijdens het parkeren ergens tegenaan rijdt). De schakelaar bevindt zich achter het E90981 handschoenenkastje.
Staat na een aanrijding 3. Als u geen lekkage hebt geconstateerd, kunt u de knop op de veiligheidsschakelaar indrukken. 4. Draai de contactsleutel in de stand II. Wacht enkele seconden en draai de sleutel terug in de stand I. 5. Controleer het brandstofsysteem opnieuw op lekkage.
Zekeringen EENZEKERINGVERVANGEN ZEKERINGLABELS WAARSCHUWINGEN Wijzig de elektrische installatie van de wagen op geen enkele wijze. Laat reparaties aan de elektrische installatie en het vervangen van relais en zekeringen voor hoge stroomsterktes door een goed opgeleide monteur uitvoeren. Zet het contact af en schakel alle stroomverbruikers uit voordat u een zekering aanraakt of probeert te vervangen.
Pagina 102
Zekeringen Mistlampen Verlichting overdag Automatische transmissie of Lichtschakelaar Durashift EST Motormanagement (diesel) of Ruitenwissers katalysator Achterruitwisser Startmotor Voorruitverwarming Audio-installatie of diagnose-aansluiting Achterruitverwarming Motormanagement- of elektronische module Verwarmbare buitenspiegels Brandstofpomp Elektrisch verstelbare Extra verwarming, gloeibougies buitenspiegels en relais pomp benzine-injectiesysteem Elektrisch bedienbare ruiten Accu en laadsysteem Wordt niet gebruikt Instrumentengroep, accusaver,...
Zekeringen Trekhaakmodule Durashift EST Remlichten Achteruitrijlamp PLAATSEN ZEKERINGENHOUDERS Centrale zekeringenkast De centrale zekeringenkast bevindt zich achter het handschoenenkastje. Open het handschoenenkastje en maak het leeg. Druk de zijwanden naar binnen en laat het handschoenenkastje naar beneden kantelen.
Bergen van de auto SLEEPPUNTEN WAARSCHUWINGEN De rem- en stuurbekrachtiging Sleepoog, voor werken niet, tenzij de motor draait. Druk het rempedaal harder in en houd rekening met langere remafstanden en een zwaarder draaiend stuurwiel. LET OP Te veel spanning op de sleepkabel kan schade toebrengen aan uw en aan de trekkende wagen.
Pagina 105
Bergen van de auto LET OP Zet de versnellingsbak in neutraal wanneer uw auto wordt gesleept.
• Remvloeistofpeil. Zie Controle en de inruilwaarde ten goede komen. Er vloeistofpeil koppeling en staat een groot netwerk van Ford remsysteem (bladzijde 113). Erkende Reparateurs ter beschikking die u met hun professionele expertise ter zijde •...
Onderhoud 2. Trek de motorkap iets omhoog en DE MOTORKAP OPENEN EN trek de veiligheidshaak naar u toe. SLUITEN De motorkap openen E90413 1. Trek aan de hendel. E78143 3. Open de motorkap en ondersteun deze met de steunstang. De motorkap sluiten N.B.: Zorg dat de motorkap goed wordt gesloten.
Onderhoud OVERZICHT MOTORRUIMTE - 1,4 L DURATORQ-TDCI (DV) DIESEL E90585 Expansiereservoir : Zie Motorkoelvloeistof controleren (bladzijde 112). Vloeistofreservoir remsysteem en koppeling (stuur rechts) : Zie Controle vloeistofpeil koppeling en remsysteem (bladzijde 113). Motorolievuldop : Zie Motorolie controleren (bladzijde 111). Zekeringkast in de motorruimte Zie Zekeringen (bladzijde 99). Vloeistofreservoir remsysteem en koppeling (stuur rechts) : Zie Controle vloeistofpeil koppeling en remsysteem (bladzijde 113).
Pagina 111
Onderhoud Accu: Geen onderhoud nodig. Vloeistofreservoir voor de voor- en achterruitsproeiers: Zie Ruitensproeiervloeistof controleren (bladzijde 113). Luchtfilter: geen onderhoud vereist. : Zie Motorolie controleren (bladzijde 111). Motoroliepeilstaaf Vloeistofreservoir stuurbekrachtiging: Zie Stuurbekrachtigingsvloeistof controleren (bladzijde 113). De vuldoppen en de motoroliepeilstaaf hebben een felle kleur voor een makkelijke herkenning.
Laat de motor eerst MAX merkteken komen te staan. afkoelen. Draai de dop langzaam los. Laat de druk Vul olie bij die voldoet aan de Ford langzaam ontsnappen terwijl u de dop specificatie. Zie Technische losdraait. specificatie (bladzijde 114).
LET OP Mors geen koelvloeistof op onderdelen van de motor. Vul alleen koelvloeistof bij die voldoet aan de Ford specificatie. Zie Technische specificatie (bladzijde 114). E69130 CONTROLE VLOEISTOFPEIL Zet de motor af. Wanneer het KOPPELING EN...
Ford of Motorcraft Super WSS-M6C57-A2 DOT 4 remvloeistof U kunt tevens Ford Engine Oil motorolie of een andere motorolie gebruiken wanneer deze voldoet aan de specificatie WSS-M2C913-C. Olie bijvullen: Wanneer geen olie verkrijgbaar is die voldoet aan de specificatie WSS-M2C913-C, moet u SAE 5W-30 (aanbevolen), SAE 5W-40 (behalve auto's met E85 brandstof) of SAE 10W-40 gebruiken die voldoet aan de specificatie ACEA A5/B5 (aanbevolen) of ACEA A3/B3.
Pagina 117
Onderhoud Inhouden Variant Inhoud in liter (gallons) Alle Stuurbekrachtiging MAX-merkteken Sproeiersysteem voor de Alle 2,5 (0,5) voorruit en de achterruit Benzine Brandstoftank 45 (9,9) Diesel Brandstoftank 43 (9,5) Smeersysteem van de 1,25 l Duratec motor - inclusief oliefilter 3,75 (0,8) (EFL500) Smeersysteem van de 1,25 l Duratec...
Pagina 118
Onderhoud Variant Inhoud in liter (gallons) Smeersysteem van de 1,4 l DuraTorq-TDCi 3,8 (0,8) motor - inclusief oliefilter Smeersysteem van de 1,4 l DuraTorq-TDCi 3,4 (0,8) motor - exclusief oliefilter 1,4 l DuraTorq-TDCi Koelsysteem 5,5 (1,2) Smeersysteem van de 1,6 l DuraTorq-TDCi 3,85 (0,8) motor - inclusief oliefilter Smeersysteem van de...
Verzorging van de auto Achterruit reinigen REINIGEN VAN BUITENZIJDE AUTO LET OP Gebruik geen scherpe voorwerpen, WAARSCHUWING schurende reinigingsmiddelen of Wanneer de auto tijdens het chemische oplossingen op de wassen in een autowasserette in de binnenzijde van de achterruit te reinigen. was wordt gezet, verwijder dan de was van de voorruit.
Verzorging van de auto Lakbeschadigingen door steenslag of REINIGEN VAN kleine krasjes moeten zo spoedig mogelijk BINNENZIJDE AUTO worden hersteld. Uw Ford dealer heeft een grote keuze aan producten. Lees en Veiligheidsgordels volg nauwkeurig de instructies van de fabrikant op.
Accu van de auto Hulpstartkabels aansluiten GEBRUIK VAN STARTKABELS LET OP Verbind alleen accu's met dezelfde nominale spanning met elkaar. Gebruik altijd hulpstartkabels met geïsoleerde klemmen en een voldoende dikke kern. Koppel de ontladen accu niet los van de elektrische installatie van de auto. E90587 Auto met de lege accu Auto met de hulpaccu...
Pagina 122
Accu van de auto Uitvoeringen met een 4. Verbind de min (-) pool van auto B benzinemotor met de turbocompressor van auto A (kabel D). LET OP Motor starten Sluit de kabel niet aan op de minpool (–) van de ontladen 1.
Wielslotmoeren waarin u gaat rijden. Na het overleggen van het certificaat met Bandenspanningen het referentienummer kunt u bij uw Ford dealer een vervangings dopsleutel en WAARSCHUWING vervangings wielslotmoeren verkrijgen. Als de auto wordt gebruikt met een...
Pagina 124
Velgen en banden Kriksteunpunten Uw boordkrik en wielmoersleutel bevinden zich in de reservewielkuip. LET OP N.B.: Auto's met een bandenreparatieset Gebruik uitsluitend de aangegeven of run flat banden zijn niet uitgerust met kriksteunpunten. Wanneer u andere een boordkrik en een wielmoersleutel. punten gebruikt kan dit de Voor het monteren van zomer- of carrosserie, de stuurinrichting, de...
Pagina 125
Velgen en banden Wiel verwijderen WAARSCHUWINGEN Parkeer uw auto dusdanig dat u, noch het verkeer hinder ondervindt of gevaar loopt. Zet een gevarendriehoek neer. E93184 Zorg ervoor dat de auto met de Uitsparingen in de dorpels A duiden de wielen in de rechtuitstand op een kriksteunpunten aan.
Pagina 126
Velgen en banden 1. Steek het platte uiteinde van de WAARSCHUWINGEN wielmoersleutel tussen de velg en de Let erop dat bij richting gebonden wieldeksel en werk voorzichtig de banden de pijlen in de draairichting wieldeksel los. wijzen wanneer de auto vooruit rijdt. Wanneer een reservewiel moet worden gemonteerd waarvan de pijlen tegengesteld aan de draairichting wijzen,...
Velgen en banden Algemene informatie WAARSCHUWINGEN Afhankelijk van het type en de omvang van de beschadiging kunnen sommige banden slechts gedeeltelijk of soms geheel niet worden gedicht. Een te lage bandenspanning kan het weggedrag van de wagen beïnvloeden, waardoor u de macht over het stuur kunt verliezen.
Pagina 128
Velgen en banden • Houd de set buiten het bereik van • Vervang de fles met het afdichtmiddel kinderen. door een nieuwe voordat de houdbaarheidsdatum (zie de • Gebruik de set bij bovenzijde van de fles) is bereikt. omgevingstemperaturen van –30 °C tot +70 °C.
Pagina 129
Velgen en banden LET OP Wanneer de fles op de houder wordt gedraaid, wordt de afdichting van de fles verbroken. Draai de fles niet uit de houder omdat dan het afdichtmiddel ontsnapt.
Pagina 130
Velgen en banden E94973 Beschermkap Aflaatklep Slang Oranje dop...
Pagina 131
Velgen en banden Flessenhouder Drukmeter Stekker met kabel Compressorschakelaar Label Flessendop Fles afdichtmiddel Pomp de band niet langer dan zeven 1. Open het deksel van de minuten op voor een minimale druk bandenreparatieset. van 1,8 bar (26 psi) en een maximum 2.
Velgen en banden 8. Rijd naar de dichtstbijzijnde WAARSCHUWING bandenspecialist om de beschadigde Wanneer u heftige trillingen, band te laten vervangen. Vertel, onbalans in het stuurwiel of lawaai voordat de band van de velg wordt tijdens het rijden waarneemt, minder afgenomen, de bandenspecialist dat dan snelheid en rijd voorzichtig naar een de band een afdichtmiddel bevat.
Velgen en banden Zorg voor een langere levensduur ervoor Indien winterbanden zijn gemonteerd, dat de banden van de voor- en controleer dan of de bandenspanning achterwielen gelijkmatig slijten. Wij raden correct is. Zie Technische aan dat de voor- en achterwielen met specificatie (bladzijde 131).
Pagina 134
Velgen en banden Bandenspanning (koude banden) Tot 80 km/h (50 mph) Bandenspanning Normaal beladen Maximaal beladen Voor Achter Voor Achter Variant Bandenmaat (lbf/in²) (lbf/in²) (lbf/in²) (lbf/in²) Alle 175/65 R 14 3 (44) 3 (44) 3 (44) 3 (44) Alle snelheden Bandenspanning Normaal beladen Maximaal beladen...
Telefoon Wanneer Bluetooth en Voice Control ALGEMENE INFORMATIE gedurende langere tijd bij stilstaande wagen worden gebruikt, laat dan de In dit hoofdstuk worden de functies en motor stationair draaien om te voorkomen eigenschappen van de Bluetooth mobiele dat de accu wordt ontladen. telefoon en Voice Control (spraakbesturingssysteem) beschreven.
Pagina 136
Telefoon Van een telefoon een actieve N.B.: De verbinding met het systeem wordt op uw telefoon weergegeven. telefoon maken Wanneer het systeem voor het eerst Telefoonboek wordt gebruikt, zijn er nog geen telefoons Na het opstarten kan het twee minuten gekoppeld met het systeem.
2. De privé modus op de Bluetooth telefoon moet zijn geactiveerd. SETUP BLUETOOTH 3. Zoek de audio-installatie op. 4. Selecteer Ford Audio. Voordat u uw telefoon kunt gebruiken 5. Het Bluetooth PIN nummer 0000 moet deze worden gekoppeld aan het moet via de toetsen op de telefoon telefoonsysteem in de wagen.
Dit bestand door eenmaal op de MODE toets te wordt een SIS bestand genoemd is via de drukken of worden beëindigd door er Ford website beschikbaar. Raadpleeg uw tweemaal op te drukken. dealer voor uitgebreide informatie. BEDIENINGSELEMENTEN TELEFOON Oproepen beëindigen of...
Telefoon Voice en beantwoorden/weigeren Alleen Mode toets toets E87664 Bij uitvoeringen zonder een VOICE toets wordt de MODE toets op de E87662 afstandsbediening gebruikt om de Voice toets spraakbesturing in en uit te schakelen. Beantwoorden/weigeren toets N.B.: Tijdens een oproep of een actief gesprek kunt u niet met de MODE toets Met de VOICE toets wordt de de spraakbesturing activeren.
Pagina 140
Telefoon Bellen Een gesprek beëindigen Gesprekken kunnen worden beëindigd Een nummer kiezen door hetzij: U kunt toegang tot uw telefoonboekadres • op één van de volgende toetsen van krijgen met hetzij de telefoon in de de audio-unit te drukken: PHONE, telefoonhouder of via Bluetooth.
Pagina 141
Telefoon Een oproep ontvangen • op de toets 'beantwoorden' te drukken Een oproep beantwoorden • op de MODE toets op de afstandsbediening drukken Oproepen kunnen worden beantwoord door hetzij: • op de PHONE toets te drukken • op de PHONE toets te drukken N.B.: Hierdoor wordt het actieve gesprek beëindigd.
Telefoon 4. Rol met behulp van de zoektoetsen Er moet een actieve telefoon aanwezig door de verschillende opgeslagen zijn. telefoons om de gekoppelde Zelfs wanneer uw telefoon met het telefoons weer te geven. TravelPilot EX navigatiesysteem is 5. Druk op de MENU toets om de gekoppeld, kan deze nog op de telefoon te selecteren die de actieve gebruikelijke wijze worden gebruikt.
Pagina 143
Telefoon • op de OFF toets op het Een oproep weigeren navigatiesysteem te drukken Oproepen kunnen worden geweigerd • op de rechter draaiknop te drukken. door hetzij: • op de toets 'weigeren' te drukken Een nummer herhalen - telefoon in telefoonhouder •...
Pagina 144
Telefoon • op de reject toets te drukken • op één van de volgende toetsen op de audio-installatie te drukken: CD, AM/FM. Van actieve telefoon veranderen N.B.: Voordat telefoons kunnen worden geactiveerd moeten ze aan het systeem worden gekoppeld. 1. Druk op de PHONE toets op de audio-installatie.
Spraaksturing Reactie van het systeem WERKING Wanneer u een gesproken commando Met spraakbesturing kunt u de geeft, antwoordt het systeem telkens met audio-installatie bedienen zonder dat uw een piep wanneer het gereed is om door aandacht van de weg wordt afgeleid om te gaan.
Spraaksturing SPRAAKGESTUURD REGELSYSTEEM GEBRUIKEN Werking van het systeem De volgorde en de inhoud van de spraaklabels zijn in de volgende lijst weergegeven. De tabel toont de volgorde van de spraaklabels van de gebruiker en de reacties van het systeem die voor iedere functie beschikbaar zijn.
Pagina 147
Spraaksturing "CD" "HELP" "DISC" "TRACK" a) Kan alleen worden gebruikt voor een CD-wisselaar. b) Kan als short cut worden gebruikt. Wanneer u een CD-wisselaar hebt, kunt u het nummer van de CD kiezen Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "CD" "CD" "DISC NUMBER PLEASE"...
Pagina 148
Spraaksturing Radio Overzicht Het overzicht toont de beschikbare De gesproken commando's gesproken commando's voor de ondersteunen de radiofuncties en u kunt bediening van uw radio. De volgende met Voice Control op radiostations lijsten bieden aanvullende informatie over afstemmen. het complete commandomenu. "RADIO"...
Pagina 149
Spraaksturing Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "RADIO" "RADIO" "STORE NAME" "STORE NAME" "NAME PLEASE" "<naam>" "REPEAT NAME PLEASE" "<naam>" "STORING NAME" "<naam> STORED" Afstemmen op naam Met deze functie kunt u op een opgeslagen radiostation afstemmen. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "RADIO"...
Spraaksturing Bestand afspelen Met deze functie kunt u het systeem alle opgeslagen radiostations laten opnoemen. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "RADIO" "RADIO" "PLAY DIRECTORY" "PLAY <DIRECTORY>" Bestand wissen Met deze functie kunt u alle opgeslagen radiostations wissen. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "RADIO"...
Pagina 151
Spraaksturing "PHONE" "DIAL NAME" "DELETE NAME" "DELETE DIRECTORY" "PLAY DIRECTORY" "STORE NAME" "REDIAL" "ACCEPT CALLS" "REJECT CALLS" a) Kan als short cut worden gebruikt. b) Alleen mogelijk bij mobiele telefoons die met Bluetooth zijn aangesloten en voorzien zijn van Voice Control en opgeslagen spraaklabels. Een telefoonboek aanleggen Naam opslaan Nieuwe spraaklabels kunnen worden...
Pagina 152
Spraaksturing Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "NUMBER STORED" Naam wissen Opgeslagen namen kunnen ook uit het bestand worden gewist. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "PHONE" "PHONE" "DELETE NAME" "NAME PLEASE" "<naam>" "DELETE <naam>" "CONFIRM YES OR NO" "YES" "<naam> DELETED" "NO"...
Pagina 153
Spraaksturing Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "NO" "COMMAND CANCELLED" Telefoonfuncties Naam mobiele telefoon Met deze functie kunt u met een spraaklabel toegang krijgen tot de in uw mobiele telefoon opgeslagen telefoonnummers. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "PHONE" "PHONE" "MOBILE NAME" "<telefoonafhan- a, b "MOBILE NAME"...
Pagina 154
Spraaksturing Naam kiezen Nadat het spraaklabel is uitgesproken kunnen telefoonnummers worden gekozen. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "PHONE" "PHONE" "NAME PLEASE" "DIAL NAME" "<naam>" "DIAL <naam>" "CONFIRM YES OR NO" "YES" "DIALLING" "NO" "COMMAND CANCELLED" a) Kan als short cut worden gebruikt. Nummer herhalen Deze functie maakt het mogelijk het laatst gekozen nummer te herhalen.
Spraaksturing Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "<cijfers 1 tot en met 9, nul, hekje, sterretje>" Hoofdinstellingen Oproepen beantwoorden en weigeren Oproepen kunnen met Voice Control worden beantwoord of geweigerd. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "PHONE" "PHONE" "ACCEPT CALLS" "ACCEPT CALLS" "REJECT CALLS"...
Pagina 156
Spraaksturing "CLIMATE" "DEFROSTING/DEMISTING ON" "DEFROSTING/DEMISTING OFF" "TEMPERATURE" "AUTO MODE" a) Kan als short cut worden gebruikt. Bij auto's met een Engelse taalmodule is de short cut "FAN" niet beschikbaar. Aanjager Met deze functie kunt u het aanjagertoerental instellen. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "CLIMATE"...
Pagina 157
Spraaksturing Temperatuur Met deze functie kunt u de temperatuur instellen. Stappen Gebruiker zegt Systeem antwoordt "CLIMATE" "CLIMATE" "TEMPERATURE PLEASE" "TEMPERATURE" "MINIMUM" "TEMPERATURE MINIMUM" "<een getal tussen 15 en 29 °C met stappen van 0,5>" of "<een getal "TEMPERATURE <getal>" tussen 59 en 84 °F>" "MAXIMUM"...
Voertuigidentificatie VOERTUIGIDENTIFICA- VOERTUIGIDENTIFI- TIEPLAATJE CATIENUMMER (VIN) E85610 E87496 Voertuig Identificatie Nummer Het Voertuig Identificatie Nummer (chassisnummer) is rechtsvoor naast de Maximaal toelaatbare voorstoel in de bodemplaat ingeslagen. totaalgewicht Het is ook op de linkerzijde van het Maximaal toelaatbaar instrumentenpaneel vermeld. treingewicht Maximum voorasbelasting MOTORNUMMER...
Bijlagen ELEKTROMAGNETISCHE WAARSCHUWINGEN COMPATIBILITEIT Monteer geen zender/ontvangers, microfoons, luidsprekers en dergelijke in de ontvouwruimte van WAARSCHUWINGEN de airbags. Uw wagen is getest en Bevestig geen antennekabels aan gecertificeerd volgens de Europese de originele bedrading, wetgeving betreffende brandstofleidingen en remleidingen elektromagnetische comptabiliteit (EMC) van de wagen.
Het woord, het merk en de logo's Bluetooth zijn eigendom van Bluetooth SIG Inc. en de Ford Motor Company mag dergelijke merktekens onder licentie gebruiken. Namen van andere producten en bedrijven kunnen handelsmerken of handelsnamen van de respectieve eigenaren zijn.
Pagina 167
Bijlagen E72068 Immobilisatiesysteem Wanneer de typegoedkeuring van het immobilisatiesysteem wordt gecontroleerd, verwijs dan naar de volgende tabel.
Pagina 171
Index Audiobediening........31 Mode..............32 Seek (zoekfunctie)........32 Aanhangers trekken........91 Volume............31 Aansteker..........71 Automatische klimaatregeling....62 Accessoires Aanjager............63 Zie: Onderdelen en accessoires....5 Airconditioning in- en uitschakelen....63 Accu van de auto........119 Automatisch temperatuurregelsysteem Achterbank..........68 in- en uitschakelen........64 Een vlakke laadvloer maken.......68 Gerecirculeerde lucht........63 Rugleuningen neerklappen......68 Luchtverdeling..........63 Achterruitwissers en -sproeiers...34 Temperatuur instellen........62 Ruitensproeier..........35...
Pagina 172
Index Bergen van de auto......102 De juiste zitpositie innemen....66 Bescherming van inzittenden....19 De motorkap openen en sluiten..105 Werking............19 De motorkap openen........105 Bijlagen............162 De motorkap sluiten........105 Brandstof en tanken.......77 De motor starten........74 Technische specificatie.......78 Algemene informatie........74 Brandstofkwaliteit - Benzine....77 Door water rijden........95 Brandstofkwaliteit - Diesel......77 Door water rijden..........95 Brandstofverbruik ........78...
Pagina 173
Index Gebruik maken van de telefoon - Auto's Handmatige klimaatregeling....60 met Travel Pilot EX......140 Aanjager............60 Een oproep beantwoorden.......141 Airconditioning in- en uitschakelen....61 Een tweede oproep beantwoorden..141 Gerecirculeerde lucht........61 Gekoppelde telefoon ontkoppelen..142 Interieur snel afkoelen.........62 Opbellen............140 Interieur snel verwarmen......61 Van actieve telefoon veranderen.....142 Koelen met buitenlucht........61 Gebruik maken van de telefoon - Auto's Luchtverdeelknop........60...
Pagina 174
Handmatige klimaatregeling......11 Home safe verlichting........13 Kijk voor het Ford logo op de volgende Informatiedisplays..........11 onderdelen..........6 Instapverlichting..........13 Nu kunt u er zeker van zijn dat uw Ford Motortoerental na het starten....10 onderdelen Ford onderdelen zijn....5 Overzicht instrumentenpaneel.....8 Onderhoud..........104 Portieren met de afstandsbediening Algemene informatie........104...
Pagina 175
Index Overzicht van symbolen......5 Remmen...........84 Symbolen in dit instructieboekje....5 Werking............84 Richtingaanwijzers........40 Symbolen op uw auto........5 Ruiten en spiegels........48 Ruitensproeiers Zie: Ruitenwissers en ruitensproeiers..33 Parkeerhulp Ruitensproeiervloeistof controleren...........113 Zie: Gebruik maken van de parkeerhulp...87 Parkeerhulp..........87 Ruitensproeiers..........114 Ruitenwisserbladen controleren..35 Werking............87 Parkeerrem..........84 Ruitenwisserbladen vervangen....36 Ruitenwissers en ruitensproeiers..33 Handrem aantrekken........84 Handrem vrijzetten........84...
Pagina 176
Index Stabiliteits controle Velgen en banden........121 Zie: Gebruik maken van Algemene informatie........121 stabiliteitsregeling........86 Technische specificatie......131 Stabiliteitsregeling........85 Ventilatie Werking............85 Zie: Klimaatregeling........59 Standverwarming Ventilatieroosters........59 Vergrendelen en ontgrendelen....27 Zie: Extra verwarming........64 Starten met hulpstartkabels Automatisch opnieuw vergrendelen..28 Zie: Gebruik van startkabels......119 Bevestiging van het vergrendelen en Stoelen............66 ontgrendelen..........27 Stuurbekrachtigingsvloeistof...
Pagina 177
Index Waarschuwings- en indicatielampen........51 Controlelamp 'Vorst'........52 Controlelamp aandrijflijn......53 Controlelamp ABS........51 Controlelamp airbag........51 Controlelamp grootlicht......52 Controlelamp koplampen......52 Controlelamp laadstroom......52 Controlelamp laag brandstofniveau..52 Controlelamp mistachterlicht.....53 Controlelamp mistlampen, vóór....52 Controlelamp motor........52 Controlelamp oliedruk.........52 Controlelamp overdrive......53 Controlelamp portier niet goed gesloten.............52 Controlelamp stabiliteitsregeling (ESP)............53 Controlelamp stuurbekrachtiging....53 Controlelamp voorgloeibougie....52 Lamp remsysteem........51...