Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Instellingen Voor De Warmtebronnen - Daikin EWAQ004BAVP Uitgebreide Handleiding Voor De Installateur

Verberg thumbnails Zie ook voor EWAQ004BAVP:
Inhoudsopgave

Advertenties

8 Configuratie
bedraagt 22°C en voor koeling 24°C, met een hysteresiswaarde
van 1°C en een afwijking van 4°C. De omschakeling van
verwarming
naar
koeling
kamertemperatuur stijgt tot over het maximum van de gewenste
koeltemperatuur + de hysteresiswaarde (dus 25°C) en de
gewenste verwarmingstemperatuur + de afwijkingswaarde (dus
26°C). Omgekeerd zal de omschakeling van koeling naar
verwarming gebeuren wanneer de kamertemperatuur onder het
minimum valt van de gewenste verwarmingstemperatuur –  de
hysteresiswaarde (dus 21°C) en de gewenste koeltemperatuur –
 de afwijkingswaarde (dus 20°C).
▪ Een veiligheidsinterval om niet te regelmatig van verwarming naar
koeling, en omgekeerd, om te schakelen.
De omschakelinstellingen met betrekking tot de buitentemperatuur
(ALLEEN wanneer automatisch werd geselecteerd):
#
Code
[A.3.3.1]
[4-02]
UIT-tmp verwrm kamer. Als de
buitentemperatuur boven deze waarde
stijgt, zal de bedrijfsmodus veranderen
naar koeling:
Gebied: 14°C~35°C (standaard: 25°C)
[A.3.3.2]
[F-01]
AAN-tmp kamerkoeling. Als de
buitentemperatuur onder deze waarde
valt, zal de bedrijfsmodus veranderen
naar verwarming:
Gebied: 10°C~35°C (standaard: 20°C)
De omschakelinstellingen met betrekking tot de binnentemperatuur.
ALLEEN van toepassing als Automatisch werd geselecteerd en het
systeem in kamerthermostaatregeling geconfigureerd werd, en er
snelle warmteafgevers aanwezig zijn.
Nvt
[4-0B]
Hysteresis: Zorgt dat er ALLEEN
wanneer nodig omgeschakeld wordt.
Voorbeeld: De bedrijfsmodus verandert
ALLEEN van koeling naar verwarming
wanneer de kamertemperatuur onder de
gewenste verwarmingstemperatuur
minus de hysteresis zakt.
Gebied: 1°C~10°C, stap: 0,5°C
(standaard: 1°C)
Nvt
[4-0D]
Afwijking: Zorgt dat de actieve gewenste
kamertemperatuur bereikt kan worden.
Voorbeeld: indien een omschakeling van
verwarming naar koeling onder de
gewenste kamertemperatuur in
verwarming zou gebeuren, zou deze
gewenste kamertemperatuur nooit
bereikt worden.
Gebied: 1°C~10°C, stap: 0,5°C
(standaard: 3°C)
8.3.2

De instellingen voor de warmtebronnen

Back-upverwarming
Bedrijfsmodus van de back-upverwarming: bepaalt of de werking
van de back-upverwarming geactiveerd of uitgeschakeld is. Deze
instelling wordt alleen genegeerd als back-upverwarming tijdens het
ontdooien nodig is of wanneer een storing in de buitenunit voorkomt
(als [A.6.C] ingeschakeld is).
#
Code
[A.5.1.1]
[4‑00]
Werking van de back-upverwarming:
▪ 0: Uitgeschakeld
▪ 1 (standaard): Ingeschakeld
Uitgebreide handleiding voor de installateur
62
zal
gebeuren
wanneer
de
Beschrijving
Beschrijving
#
Code
[A.5.1.3]
[4‑07]
Bepaalt of de tweede stap van de back-
upverwarming is:
▪ 1: Toegestaan
▪ 0: NIET toegestaan
Hiermee kan de capaciteit van de back-
upverwarming worden beperkt.
Nvt
[5-00]
Mag de back-upverwarming boven de
evenwichtstemperatuur werken tijdens
ruimteverwarming?
▪ 1: NIET toegestaan
▪ 0: Toegestaan
[A.5.1.4]
[5‑01]
Evenwichtstemperatuur.
De buitentemperatuur waaronder de
back-upverwarming mag werken.
Gebied: –15°C~35°C (standaard: –4°C)
(stap: 1°C)
Automatische noodstop
Indien de warmtepomp weigert te werken, kan de back-
upverwarming als noodverwarming werken en al dan niet
automatisch de volledige warmtebelasting overnemen.
▪ Wanneer de automatische noodfunctie is ingesteld op Automat en
er zich een storing voordoet in een warmtepomp, zal de back-
upverwarming automatisch de warmtebelasting overnemen.
▪ Wanneer automatische noodstop is ingesteld op Handm en er
zich een storing voordoet in de warmtepomp, stopt het verwarmen
van ruimten en moet het systeem handmatig worden hersteld. De
gebruikersinterface zal u dan vragen of de back-upverwarming de
volledige warmtebelasting al dan niet moet overnemen.
Als er zich een storing in de warmtepomp voordoet, zal
gebruikersinterface verschijnen. Indien niemand gedurende langere
periodes in het huis aanwezig is, adviseren wij instelling [A.6.C]
Noodgeval op Automat in te stellen.
#
Code
[A.6.C]
Nvt
Noodgeval:
▪ 0: Handm (standaard)
▪ 1: Automat
INFORMATIE
De instelling van de automatische noodstop kan alleen in
de menustructuur van de gebruikersinterface worden
ingesteld.
INFORMATIE
Indien er zich een storing voordoet in de warmtepomp en
[A.6.C] is ingesteld op Handm, blijven de functies
Vorstbescherming
kamer,
vloerverwarming
en
ingeschakeld, zelfs wanneer de gebruiker het noodbedrijf
NIET bevestigt.
Bivalent
Alleen van toepassing voor installaties met een extra ketel
(alternerende werking, in parallel aangesloten). De bedoeling van
deze functie is te bepalen —  op basis van de buitentemperatuur
(mogelijkheid  1) of van de energieprijzen (mogelijkheid  2)  — welke
verwarmingsbron kan/zal zorgen voor het verwarmen van ruimten:
de buitenunit of een extra ketel.
De lokale instelling "bivalente werking" geldt alleen voor de werking
van
de
ruimteverwarming
toestemmingssignaal voor de extra ketel.
Mogelijkheid 1
Luchtgekoelde ijswaterkoelgroepen en compacte lucht-water
Beschrijving
op de
Beschrijving
Dekvloer
drogen
van
Vorstbescherming
waterleidingen
van
de
buitenunit
en
EWAQ+EWYQ004+005BAVP
warmtepompen
4P492900-1 – 2017.06
de
het

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave