Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Energiemeting Instellen; Geproduceerde Warmte - Daikin EWAQ004BAVP Uitgebreide Handleiding Voor De Installateur

Verberg thumbnails Zie ook voor EWAQ004BAVP:
Inhoudsopgave

Advertenties

5 Richtlijnen met betrekking tot mogelijke toepassingen
OPMERKING
▪ Controleer of de extra ketel en zijn integratie in het
systeem voldoen aan de geldende wetgeving.
▪ Daikin is NIET verantwoordelijk voor foute of onveilige
situaties in het systeem van de extra ketel.
▪ Zorg ervoor dat het retourwater naar de warmtepomp NIET hoger
is dan 55°C. Om dit te bereiken:
▪ Stel de gewenste watertemperatuur via bediening van de extra
ketel in op maximum 55°C.
▪ Plaats
een
aquastatklep
de warmtepomp.
▪ Stel de aquastatklep in om dicht te gaan boven de 55°C en
open te gaan onder de 55°C.
▪ Plaats terugslagkleppen.
▪ Zorg ervoor dat er maar één  expansievat in het watercircuit
aanwezig zijn. Een expansievat is al standaard aanwezig in de
buitenunit.
▪ Monteer regelkast EKCB07CAV3 en optiekast EK2CB07CAV3.
▪ Sluit X8M/3 en X8M/4 (omschakeling naar externe warmtebron)
op optiekast EK2CB07CAV3 aan op de thermostaat van de extra
ketel.
▪ Om
de
warmteafgevers
ruimteverwarmings-/koelingsysteem in/opstellen" op
Configuratie
Via de gebruikersinterface (snelle wizard):
▪ Stel het gebruik van een bivalent systeem in als externe
warmtebron.
▪ Stel de bivalente temperatuur en de hysteresis in.
OPMERKING
▪ Zorg ervoor dat de bivalente hysteresis voldoende
differentiaal heeft, zodat er niet veelvuldig tussen de
buitenunit en de extra ketel omgeschakeld wordt.
▪ Aangezien
de
luchtthermistor van de buitenunit gemeten wordt, plaats
de buitenunit in de schaduw, zodat deze NIET door
rechtstreeks zonlicht beïnvloed wordt of erdoor AAN/
UIT wordt gezet.
▪ Veelvuldig omschakelen kan corrosie van de extra
ketel veroorzaken. Voor meer informatie, neem contact
op met de fabrikant van de extra ketel.
Door een hulpcontact besliste omschakeling naar externe
warmtebron
▪ Alleen mogelijk bij regeling met externe kamerthermostaat EN één
aanvoerwatertemperatuurzone (zie
koelingsysteem in/opstellen" op
▪ Het hulpcontact kan zijn:
▪ Een buitentemperatuurthermostaat
▪ Een stroomtarievencontact
▪ Een handmatig bediend contact
▪ ...
▪ Opstelling: verbind de volgende ter plaatse te voorziene
bedrading:
Uitgebreide handleiding voor de installateur
18
in
het
retourwaterdebiet
op/in
te
stellen,
zie
"5.2  Het
pagina 13.
buitentemperatuur
door
"5.2  Het ruimteverwarmings-/
pagina 13).
L
H
Outdoor/Auto/Boiler
A
K1A
N
B
Ingang boilerthermostaat
TI
A
Hulpcontact (normaal dicht)
H
Vraag om verwarming kamerthermostaat (optioneel)
van
K1A
Hulprelais om de buitenunit in te schakelen (ter plaatse te
voorzien)
K2A
Hulprelais voor inschakelen van ketel (ter plaatse te
voorzien)
Outdoor
Buitenunit
Auto
Automatisch
Boiler
Ketel
Control box
Regelkast
OPMERKING
▪ Zorg ervoor dat het hulpcontact voldoende differentiaal
of tijdsvertraging heeft, zodat er niet veelvuldig tussen
de buitenunit en de extra ketel omgeschakeld wordt.
▪ Als het hulpcontact een buitentemperatuurthermostaat
is, moet de thermostaat in de schaduw geplaatst
worden, zodat hij niet door de zon beïnvloed of AAN/
UITgeschakeld wordt.
▪ Veelvuldig omschakelen kan corrosie van de extra
ketel veroorzaken. Voor meer informatie, neem contact
op met de fabrikant van de extra ketel.
5.4

De energiemeting instellen

▪ Via de gebruikersinterface kunt u de volgende energiegegevens
aflezen:

▪ Geproduceerde warmte

▪ Verbruikte energie
▪ U kunt de energiegegevens aflezen:
de
▪ Voor de ruimtekoeling
▪ Voor de ruimteverwarming
▪ U kunt de energiegegevens aflezen:
▪ Per maand
▪ Per jaar
INFORMATIE
De berekende geproduceerde warmte en energieverbruik
zijn
bij
benadering,
gegarandeerd kan worden.
5.4.1
Geproduceerde warmte
INFORMATIE
De sensoren die gebruikt worden om de geproduceerde
warmte te berekenen, worden automatisch geijkt.
INFORMATIE
Indien er geen glycol in het systeem is ([E‑0D]=1]), zal de
geproduceerde warmte NIET worden berekend en zal
deze niet op de gebruikersinterface verschijnen.
▪ Toepasbaar op alle modellen.
▪ De geproduceerde warmte wordt intern berekend op basis van:
▪ De aanvoerwatertemperatuur en de retourwatertemperatuur
▪ Het debiet
Luchtgekoelde ijswaterkoelgroepen en compacte lucht-water
Com
Control box
X2M
1 4
K1A
K2A
K2A
daar
de
nauwkeurigheid
EWAQ+EWYQ004+005BAVP
warmtepompen
4P492900-1 – 2017.06
B TI
X Y
niet

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave