Bedieningskast van de lage temperatuur monobloc (8 pagina's)
Samenvatting van Inhoud voor Daikin EWAQ004BAVP
Pagina 1
Uitgebreide handleiding voor de installateur Luchtgekoelde ijswaterkoelgroepen en compacte lucht-water warmtepompen EWAQ004BAVP EWAQ005BAVP EWYQ004BAVP EWYQ005BAVP EKCB07CAV3 EK2CB07CAV3 Uitgebreide handleiding voor de installateur EKMBUHCA3V3 Luchtgekoelde ijswaterkoelgroepen en compacte lucht-water Nederlands EKMBUHCA9W1 warmtepompen...
Inhoudsopgave 6.2.1 Vereisten inzake de plaats waar de buitenunit Inhoudsopgave geïnstalleerd wordt............22 6.2.2 Bijkomende vereisten inzake de installatieplaats van de buitenunit in koude klimaten ........23 6.2.3 Vereisten voor de plaats waar de regelkast 1 Algemene veiligheidsmaatregelen geïnstalleerd wordt............23 Over de documentatie ...............
1 Algemene veiligheidsmaatregelen 7.8.4 De elektrische bekabeling op de buitenunit 10 Aan de gebruiker overhandigen aansluiten..............40 10.1 Over vergrendelen en ontgrendelen........... 74 7.8.5 De hoofdvoeding aansluiten ........41 Mogelijke functievergrendelingen..........74 7.8.6 De gebruikersinterface aansluiten ......41 Nagaan of een vergrendeling actief is........74 7.8.7 De afsluiter aansluiten ..........
▪ Controleer of de plaats waarop de unit moet komen, bestand is die door Daikin gemaakt of goedgekeurd werden. tegen het gewicht en de trillingen van de unit. WAARSCHUWING ▪ Zorg ervoor dat de zone goed geventileerd wordt. Blokkeer GEEN ventilatieopeningen.
1 Algemene veiligheidsmaatregelen ▪ In plaatsen met toestellen of machines die elektromagnetische OPMERKING golven uitzenden. Elektromagnetische golven kunnen ▪ Om te voorkomen dat de compressor defect raakt, mag besturingssysteem storen, waardoor de apparatuur slecht kan u NIET meer bijvullen dan de gespecificeerde werken.
1 Algemene veiligheidsmaatregelen WAARSCHUWING WAARSCHUWING De omgevingstemperatuur in de unit kan veel hoger ▪ Gebruik ALLEEN koperdraden. oplopen dan die van de kamer, bv. 70°C. In geval van een ▪ Controleer of de lokale bedrading voldoet aan de pekellek kunnen hete onderdelen in de unit een gevaarlijke geldende wetgeving.
2 Over de documentatie Laatste herzieningen van de meegeleverde documentatie kunnen op OPMERKING de regionale Daikin-website of via uw dealer beschikbaar zijn. Alleen van toepassing als de elektrische voeding driefasig De documentatie is oorspronkelijk in het Engels geschreven. Alle is en de compressor een AAN/UIT-startmethode heeft.
3 Over de doos Over de doos Overzicht: Over de doos Dit hoofdstuk beschrijft wat u moet doen nadat de dozen met de buitenunit, regelkast, optiekast en/of back-upverwarming on-site werden geleverd. Het bevat informatie over: ▪ Uitpakken en omgaan met de units ▪...
3 Over de doos 1× 1× 1× 1× 1× 2× 2× 1× 1× 1× ENERG ENERG Algemene veiligheidsmaatregelen Bijlageboek met optionele uitrustingen en apparatuur Installatiehandleiding van de buitenunit Gebruiksaanwijzing Montage-instructies voor klepkit EKMBHBP1 Afdichtingsring voor afsluiter Afsluiter Montageplaat van de unit 2 Neem de accessoires eruit.
4 Over de units en opties 2 Neem de accessoires eruit. Over de units en opties 2× Overzicht: Over de units en opties Dit hoofdstuk bevat informatie over: Connectoren voor de doorverbindingskabel tussen de kast ▪ De buitenunit identificeren met opties en de regelkast EKCB07CAV3. ▪...
4 Over de units en opties Code Uitleg 4.2.4 Identificatielabel: Back-upverwarming Verwarmingstape inbegrepen Plaats Buitenunits met modelnamen waarin -H- voorkomt, zijn voorzien van een verwarmingstape rond hun interne waterleidingen om te voorkomen dat de leidingen bevriezen bij negatieve omgevingstemperaturen. 4.2.2 Identificatielabel: Regelkast Plaats Modelidentificatie...
4 Over de units en opties Optie Nodige systeemcomponenten voor die optie Buitenunit Regelkast EKCB07CAV3 Optiekast EK2CB07CAV3 Klepkit EKMBHBP1 EWAQ004+005BAVP of EWYQ004+005BAVP Afstandsensor voor draadloze thermostaat (EKRTETS) Back-upverwarmingskit (EKMBUHCA3V3, EKMBUHCA9W1) Afstandbinnensensor (KRCS01-1) Ter plaatse te voorziene componenten Bediening van de ruimteverwarming/-koeling (of afsluiter) Elektrische voeding met...
De software en bijhorende gebruiksaanwijzingen zijn beschikbaar op vragen beantwoordt: http://www.daikineurope.com/support-and-manuals/software- downloads/. ▪ Hoeveel kamers worden er verwarmd of gekoeld door het Daikin- warmtepompsysteem? Voor installatie-instructies, zie de installatiehandleiding van de PC- kabel, hoofdstuk "8 Configuratie" op pagina 49 en het bijlageboek ▪...
5 Richtlijnen met betrekking tot mogelijke toepassingen Configuratie ▪ De ruimtebedrijfsmodus kan door een digitale uitgang (X8M/6 en X8M/7) op regelkast EKCB07CAV3 naar de volgende toestellen Instelling Waarde worden gestuurd: Temperatuurregeling van de unit: 1 (Bst xt kmrthrms): De unit werkt ▪...
5 Richtlijnen met betrekking tot mogelijke toepassingen Back-upverwarming (optie) gebruikersinterfaces (gebruikt als kamerthermostaat) zo ingesteld moet worden deze overeenstemt ▪ De vloerverwarming van de primaire kamer wordt rechtstreeks op hoofdgebruikersinterface. de buitenunit aangesloten – of op de back-upverwarming als die er is.
5 Richtlijnen met betrekking tot mogelijke toepassingen Voordelen Een extra warmtebron voor Vergeleken met ventilatorconvectoren voor één kamer: ruimteverwarming in/opstellen ▪ Comfort. U kunt de gewenste kamertemperatuur, inclusief ▪ Ruimteverwarming kan worden geleverd door: programma's, voor elke kamer via de afstandsbediening van de ventilatorconvectoren instellen.
Outdoor/Auto/Boiler B TI ▪ Daikin is NIET verantwoordelijk voor foute of onveilige situaties in het systeem van de extra ketel. ▪ Zorg ervoor dat het retourwater naar de warmtepomp NIET hoger is dan 55°C. Om dit te bereiken: ▪...
5 Richtlijnen met betrekking tot mogelijke toepassingen Voorbeeld ▪ Instelling en configuratie: geen bijkomende apparatuur vereist. Enkelfasige energiemeter Driefasige energiemeter 5.4.2 Verbruikte energie U kunt de verbruikte energie op de volgende manieren bepalen: 58 0 ▪ Door het te berekenen 58 0 1 5 0 1 5 0...
Een vermogenbeperking is tevens nuttig in combinatie met een Optiekast (L Back-upverwarming (L energiebeheersysteem. Het vermogen of de stroom van het volledige Daikin-systeem wordt De regeling van het dynamisch door digitale ingangen beperkt (maximum vier stappen). Elk niveau van vermogenbeperking kan via de gebruikersinterface...
Stap 1 back-upverwarming AANgezet Stap 2 back-upverwarming AANgezet Een externe temperatuursensor opstellen U kunt 1 externe temperatuursensor aansluiten. Deze kan dan de binnen- of buitenomgevingstemperatuur meten. Daikin adviseert een Opgenomen vermogen Tijd externe temperatuursensor in de volgende gevallen te gebruiken: Digitale ingangen (niveaus vermogenbeperking)
6 Voorbereiding Voorbereiding Overzicht: Voorbereiding In dit hoofdstuk wordt beschreven wat u moet doen en wat u moet weten alvorens u ter plaatse gaat. Het bevat informatie over: ▪ Installatieplaats voorbereiden ▪ Waterleiding voorbereiden ▪ Elektrische bedrading voorbereiden De installatieplaats voorbereiden Installeer de unit NIET op een plaats die vaak als werkplaats wordt Stootplaat gebruikt.
6 Voorbereiding Installeer een afscherming tegen de wind als de buitenunit aan 6.2.3 Vereisten voor de plaats waar de rechtstreekse zeewind wordt blootgesteld. regelkast geïnstalleerd wordt ▪ Hoogte van afscherming tegen wind≥1,5×hoogte van buitenunit INFORMATIE ▪ Let bij de installatie van de afscherming tegen de wind op de Lees tevens de voorzorgsmaatregelen en vereisten in vereisten inzake de serviceruimte.
6 Voorbereiding ▪ De kast met opties is ontworpen om alleen binnenshuis op een De waterleidingen voorbereiden wand gemonteerd worden. Zorg ervoor installatieoppervlak een vlakke verticale niet brandbare wand is. 6.3.1 Vereisten voor de watercircuits ▪ De kast opties ontworpen werken omgevingstemperaturen tussen 5 en 35°C.
6 Voorbereiding ▪ Ter plaatse te voorziene componenten – Water en glycol. ▪ Filter. Het is ten zeerste aangewezen een additionele filter in het Gebruik alleen materialen die compatibel zijn met het water (en, watercircuit van de verwarming te monteren. Om daarbij stukjes indien van toepassing, glycol) dat in de installatie gebruikt wordt metaal afkomstig uit de vuile verwarmingsleidingen te verwijderen, en met de materialen van de buitenunit.
6 Voorbereiding Omloopklep (ter plaatse te voorzien) Minimum debiet FHL1...3 Vloerverwarmingslus (ter plaatse te voorzien) Controleer of het minimum debiet (vereist tijdens ontdooien/back- T1...3 Individuele kamerthermostaat (optioneel) M1...3 Individuele gemotoriseerde klep voor het regelen van lus upverwarming) installatie gegarandeerd alle FHL1...3 (ter plaatse te voorzien) omstandigheden.
6 Voorbereiding Er zijn bijregelingen of acties nodig. WAARSCHUWING Gebruik ALTIJD meeraderige kabel stroomtoevoerkabel. Voorbeeld 2 De buitenunit wordt op het hoogste punt in het watercircuit 6.4.2 Over de elektrische voeding met voorkeur gemonteerd. Het totale watervolume in het watercircuit bedraagt kWh-tarief 140 l.
7 Installatie Onderde Beschrijving Draden Maximumstr Back- Elektrische Vereist aantal geleiders oom in upverwarming voeding functie EKMBUHCA3V3 1× 230 V 2+GND Doorverbindingskabel EKMBUHCA9W1 1× 230 V 2+GND+2 overbruggingen voor de regeling (of 3× 400 V 4+GND afsluiter) van de ruimteverwarming/- Optiekast koeling (tussen de buitenunit en de Onderde Beschrijving...
7 Installatie ▪ De installatie van de regelkast afwerken (indien van toepassing) 7.2.4 De bedieningskast openen ▪ De installatie van de back-upverwarming afwerken (indien van toepassing) De units openen 7.2.1 Over het openen van de units Soms moet u de unit openen. Voorbeeld: ▪...
7 Installatie 7.2.6 De back-upverwarming openen 7.3.2 Voorzorgsmaatregelen bij de montage van de buitenunit INFORMATIE Lees ook de voorzorgsmaatregelen en vereisten in de volgende hoofdstukken: ▪ Algemene voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de veiligheid ▪ Voorbereiding 7.3.3 De installatiestructuur voorzien Controleer de stevigheid en het vlak zijn van de grond waarop de unit geïnstalleerd zal worden, zodat deze niet gaat trillen of lawaai maken wanneer ze in bedrijf is.
7 Installatie 0 mm (mm) Maximale sneeuwhoogte De unit kan ook op beugels tegen de muur worden geplaatst: 7.3.4 De buitenunit installeren VOORZICHTIG Verwijder het beschermend stuk karton NIET vooraleer de unit goed geïnstalleerd is. 1 Hef de buitenunit op. (mm) Maximale sneeuwhoogte 2 Installeer de buitenunit op de volgende manier:...
7 Installatie 1× 1× 1× OPMERKING Indien de unit in een koude streek wordt geplaatst, moeten gepaste voorzorgen worden genomen om ervoor te zorgen dat het condenswater niet kan bevriezen. Luchtuitlaat INFORMATIE OPMERKING Voor meer informatie over de beschikbare opties, neem contact op met uw verdeler.
7 Installatie OPMERKING De bedieningskast monteren Zorg ervoor dat de markeringen (2 per 2) perfect horizontaal zijn en dat hun afmetingen met deze op de 7.4.1 Voorzorgen bij het monteren van de afbeelding overeenstemmen. regelkast INFORMATIE Lees ook de voorzorgsmaatregelen en vereisten in de volgende hoofdstukken: ▪...
7 Installatie 7.7.2 Voorzorgen bij het aansluiten van de waterleidingen INFORMATIE Lees ook de voorzorgsmaatregelen en vereisten in de volgende hoofdstukken: ▪ Algemene voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de veiligheid ▪ Voorbereiding 2× 7.7.3 De waterleidingen aansluiten OPMERKING 2 Hang de back-upverwarming op de muurbeugel op. Oefen GEEN overdreven kracht uit wanneer u de leidingen aansluit.
7 Installatie Met aluminium versterkt polyethyleen Klepkit EKMBHBP1 bevat een terugslagklep en een 3‑wegsklep die als volgt in het systeem moeten worden geïntegreerd: Waterinlaat Wateruitlaat OPMERKING Wanneer de back-upverwarming in een omkeerbaar systeem (verwarming+koeling) geplaatst FHL1 voorwaarden van "14.3 Noodzaak van de klepkit" op FHL2 pagina ...
7 Installatie E1+E2 E3+E4 By-pass Back-upverwarming 7 Om ervoor te zorgen dat de stroomtoevoerkabel nooit teveel aan gespannen staat, maak hem met een kabelbinder (ter plaatse te voorzien) vast aan de behuizing van de 3‑wegsklep. Maak deze zo vast dat er geen condenswater langs deze kabel in de motor van de 3‑wegsklep kan komen.
7 Installatie OPMERKING WAARSCHUWING ▪ De inwendige verwarmingstape werkt alleen als de unit Ethyleenglycol is giftig. ONDER SPANNING is. Koppel deze unit om deze OPMERKING reden nooit draai hoofdschakelaar nooit uit tijdens de koude periodes. Glycol absorbeert water uit zijn omgeving. Voeg daarom GEEN glycol toe die aan de lucht werd blootgesteld.
7 Installatie Typische werkstroom De elektrische bedrading aansluiten bestaat doorgaans uit de volgende stappen: Controleren of het systeem van elektrische voedingen voldoet aan de elektrische specificaties van de units. De elektrische bedrading op de buitenunit aansluiten (indien van toepassing). elektrische bedrading regelkast EKCB07CAV3...
7 Installatie Draadtype Methode Onderdeel Aanhaalmoment (N•m) Éénaderige draad X15M 0,8~0,9 AA´ A´ 7.8.4 De elektrische bekabeling op de buitenunit aansluiten 1 Verwijder het deksel van de schakelkast. Zie "7.2.2 De buitenunit openen" op pagina 30. a Éénaderige draad met open lus 2 Strip de isolatie (20 mm) van de draden af.
7 Installatie Voor een voeding met voorkeur kWh-tarief X6YB X6YA X19A Bedrading voor lage spanning Bedrading voor hoge spanning + hoofdvoeding 5 Let op dat de kabels NIET met scherpe randen in contact kunnen komen. 6 Plaats het deksel op de schakelkast. 1 2 3 INFORMATIE Indien optionele of ter plaatse te voorziene kabels...
Pagina 42
7 Installatie Actie Op de regelkast In de kamer Sluit de kabel van de gebruikersinterface aan op de Sluit de kabel van de Sluit de kabel van buitenunit. gebruikersinterface aan op de aansluitingspunten X2M/20+21 van gebruikersinterface de regelkast. aan op de aansluitingspunten Bevestig de kabel met kabelbinders X2M/20+21 van de...
7 Installatie Op de regelkast In de kamer Maak de wandplaat van de Maak de wandplaat gebruikersinterface vast op het van de frontpaneel van de regelkast met de gebruikersinterface M4-bouten en moeren uit de zak met vast op de muur. accessoires.
7 Installatie Bedrading voor lage spanning Bedrading voor hoge spanning Hoofdvoeding OPMERKING De afstand tussen de kabels voor hoge spanning en deze voor lage spanning moet minstens 25 mm bedragen. 3 Maak kabel kabelbinders vast 7.8.9 De voeding van de bedieningskast kabelbinderbevestigingen.
7 Installatie 2 Bevestig kabel kabelbinders kabelbinderbevestigingen, zodat de kabels gespannen liggen en NIET met scherpe randen in contact komen. S5P S6P VOORZICHTIG 2 Bevestig kabel kabelbinders Duw of leg GEEN overtollige kabellengte in de unit. kabelbinderbevestigingen. 7.8.13 De doorverbindingskabel tussen de kast 7.8.15 De digitale inputs voor het met opties en de bedieningskast...
7 Installatie 7.8.20 De voeding van de back-upverwarming Type back- Aansluitingen op de Aansluitingen op de upverwarming voeding van de back- aansluitklemmen aansluiten upverwarming X14M VOORZICHTIG 6 kW 3N~ 400 V 1 2 3 4 5 6 (*9W) Om zeker te zijn dat de unit volledig geaard is, verbind steeds de elektrische voeding van de back-upverwarming 9 kW 3N~ 400 V en de aardingskabel.
8 Configuratie 3 Sluit de 3-wegsklep (een onderdeel van de klepkit) aan op de Configuratie aansluitingen X8M/6+7+10 van de regelkast. OPMERKING Overzicht: Configuratie Wanneer u meerdere draden op een zelfde aansluiting aansluit, zorg ervoor dat ze even dik zijn. Dit hoofdstuk beschrijft wat u moet doen en kennen om het systeem na installatie ervan te configureren.
8 Configuratie Het gebruikertoegangsniveau instellen op Gevorderde eindgebruiker 1 Ga naar het hoofdmenu of naar een van zijn onderliggende menu's: X10A X12A 2 Druk langer dan 4 seconden op Gevolg: Het gebruikertoegangsniveau verandert in Gev. eindgebrkr. Er verschijnt bijkomende informatie en “+” is toegevoegd op de menutitel.
8 Configuratie 7 Bevestig de selectie op het scherm door op te drukken en Installateurinstellng alle gegevens (talen, programma's, enz.) zullen van de Het systeem wordt opnieuw geselecteerde brongebruikersinterface met deze van de andere gestart. gebruikersinterface gesynchroniseerd worden. INFORMATIE Annul. ▪...
8 Configuratie 3 Stel de instellingen van de systeemlayout in: Standaard, Opties, Code Beschrijving Capaciteiten. Voor meer details, zie "8.2 Basisconfiguratie" op [A.2.1.9] [F-0D] Wanneer de bediening van de pagina 52. ruimteverwarming/-koeling via de gebruikersinterface UIT is, is de pomp Systeemlayout altijd UIT.
8 Configuratie Code Beschrijving 8.2.3 Snelle wizard: Opties [A.2.1.9] [F-0D] << vervolg Afstandbuitensensor ▪ 2 (Verzoek) (standaard): De pomp "5 Richtlijnen met betrekking tot mogelijke toepassingen" op werkt op verzoek. Voorbeeld: Door pagina 13. een kamerthermostaat te gebruiken, ontstaat thermo AAN/UIT- Code Beschrijving toestand.
Pagina 54
8 Configuratie back-upverwarming EKMBUHCA3V3 alleen worden Code Beschrijving geconfigureerd om een 3V3-back-upverwarming te zijn. De [A.2.2.F.1] [C-02] Ext BUH bron geünificeerde back-upverwarming EKMBUHCA9W1 kan op 4 Geeft aan dat de ruimteverwarming ook verschillende manieren worden geconfigureerd: door een andere warmtebron dan het ▪...
8 Configuratie Code Beschrijving Code Beschrijving [A.2.2.F.5] [C-08] Extrn sensor (binnen): [A.2.3.3] [6-04] BUH: stap 2: Geldt alleen voor een back- upverwarming met twee stappen (*9W). Als een optionele externe Het verschil in capaciteit tussen de omgevingssensor is aangesloten, moet tweede en de eerste stap van de back- het type van de sensor ingesteld worden.
Pagina 56
8 Configuratie Code Beschrijving Code Beschrijving [A.3.1.1.1] << vervolg [7.7.1.1] [1-00] << vervolg ▪ 2 (Abs+geprog): gewenste [1-01] ▪ [1-00]: Lage aanvoerwatertemperatuur is: buitenomgevingstemperatuur. – [1-02] 40°C~+5°C (standaard: –10°C) ▪ NIET weersafhankelijk (wat [1-03] betekent: NIET afhankelijk van de ▪ [1-01]: Hoge buitenomgevingstemperatuur) buitenomgevingstemperatuur.
Pagina 57
8 Configuratie De aanvoerwatertemperatuur: Modulatie Code Beschrijving Alleen van toepassing in het geval van een regeling via [7.7.1.2] [1-06] << vervolg kamerthermostaat. Wanneer de kamerthermostaatfunctie gebruikt [1-07] ▪ [1-06]: Lage wordt, moet de gebruiker de gewenste kamertemperatuur instellen. buitenomgevingstemperatuur. [1‑08] De unit zal warm water aan de warmteafgevers leveren en de kamer 10°C~25°C (standaard: 20°C) verwarmd...
8 Configuratie OPMERKING +[8-06] Selecteer voorgeprogrammeerde −[8-06] aanvoerwatertemperaturen die overeenstemmen met de kenmerken van de geselecteerde warmteafgevers om het evenwicht tussen de gewenste kamertemperatuur en aanvoerwatertemperatuur te bewaren. Code Beschrijving Voorgeprogrammeerde aanvoerwatertemperatuur voor de primaire Weersafhankelijke curve aanvoerwatertemperatuurzone wanneer NIET weersafhankelijk Instelpunt minimum aanvoerwatertemperatuur vereist om [7.4.2.1] [8-09]...
Pagina 59
8 Configuratie OPMERKING ▪ Wanneer bereiken voor aanvoerwatertemperaturen aangepast worden, moeten alle gewenste aanvoerwatertemperaturen aangepast worden, zodat ze binnen de grenswaarden 0°C 0°C blijven. Absoluut gewenste aanvoerwatertemperatuur ▪ Zorg steeds voor een evenwicht tussen de gewenste Weersafhankelijke gewenste aanvoerwatertemperatuur aanvoerwatertemperatuur gewenste kamertemperatuur en/of de capaciteit (in functie van de Code...
Pagina 60
8 Configuratie Vorstbescherming kamer Code Beschrijving Vorstbescherming kamer zorgt ervoor dat het nooit te koud wordt in [A.3.2.1.2] [3-06] Maximumtemp (verwarm) de kamer. Deze instelling gedraagt zich verschillend afhankelijk van 18°C~30°C (standaard: 30°C) de ingestelde manier om de unit te regelen ([C‑07]). Voer acties uit [A.3.2.1.1] [3-07] Minimumtemp (verwarm)
Pagina 61
8 Configuratie Afsluiter OPMERKING afsluiter bevindt zich primaire Als Noodgeval op Handm ([A.6.C]=0) is ingesteld en de aanvoerwatertemperatuurzone en is aangesloten op de uitgang van unit wordt getriggerd om het noodbedrijf te starten, zal de de verwarming/koeling. gebruikersinterface eerst hiervoor een bevestiging vragen vooraleer te starten.
8 Configuratie bedraagt 22°C en voor koeling 24°C, met een hysteresiswaarde Code Beschrijving van 1°C en een afwijking van 4°C. De omschakeling van [A.5.1.3] [4‑07] Bepaalt of de tweede stap van de back- verwarming naar koeling gebeuren wanneer upverwarming is: kamertemperatuur stijgt tot over het maximum van de gewenste ▪...
Pagina 63
5 over mogelijke toepassingen vermeld staan wanneer de functie bivalente werking geactiveerd is. Code Beschrijving Daikin is NIET aansprakelijk voor schade als gevolg van [7.4.5.1] Wat is de hoge elektriciteits- het niet naleven van deze voorschriften. prijs? INFORMATIE [7.4.5.2]...
8 Configuratie 8.3.3 De systeeminstellingen Code Beschrijving [A.6.2.1] [D‑00] Welke verwarmingen worden toegestaan Automatische herstart te werken tijdens de elektrische voeding Wanneer de stroomvoorziening na een stroomstoring hersteld wordt, met voorkeur kWh-tarief? zal de automatische herstartfunctie de instellingen van de ▪...
Pagina 65
Deze functie is alleen geldig in specifieke omstandigheden waarin de pomp best blijft werken wanneer T <4°C (de pomp zal 0 kW~20 kW, stap: 0,5 kW (standaard: 10 minuten werken en 10 minuten stilstaan). Daikin is NIET 20 kW) aansprakelijk voor schade als gevolg van deze functie. EWAQ+EWYQ004+005BAVP...
Pagina 66
8 Configuratie [9-0D]=0 [9-0D]=5 Code Beschrijving a (kPa) a (kPa) [F‑09] Pomp werkt verder als abnormaal debiet: ▪ 0: Pomp wordt stilgelegd. ▪ 1: Pomp zal werken als T <4°C (10 minuten AAN – 10 minuten UIT) INFORMATIE Indien glycol in het systeem aanwezig is ([E‑0D] ingesteld op “1”) en er gebeurt iets abnormaal met het debiet, zal [F‑09] GEEN invloed hebben en zal de pomp verder werken (intervallen van 20 minuten AAN –...
9 Inbedrijfstelling zekeringen lokaal geplaatste Inbedrijfstelling veiligheidsapparaten voldoen aan dit document en werden niet overbrugd. Overzicht: Inbedrijfstelling De voedingsspanning komt overeen met de spanning op het identificatieplaatje van de unit. Dit hoofdstuk beschrijft wat u moet doen en kennen om het systeem Er zijn GEEN losse aansluitingen of verbindingen of in bedrijf te stellen nadat het werd geconfigureerd.
9 Inbedrijfstelling Proefdraaien. OPMERKING buitenunit voorzien handmatig Stelmotoren proefdraaien. ontluchtingsventiel. De ontluchtingsprocedure vereist een handmatige handeling. Functie dekvloer drogen OPMERKING De functie dekvloer drogen wordt gestart (indien nodig). Wanneer de unit via het handmatig ontluchtingsventiel wordt ontlucht, vang al de vloeistof op die uit het ventiel 9.4.1 Het minimum debiet controleren kan lekken.
UIT gezet werden. Stop Aanpassn 3 Ga naar [A.7.4]: > [Custom.DAIKIN.Value] > Inbedrijfstelling > Installateurinstellingen. INFORMATIE 4 Selecteer een stelmotor en druk op . Voorbeeld: Pomptest. Indien de temperatuur van het watercircuit laag is en er...
Pagina 73
9 Inbedrijfstelling INFORMATIE 24h (1) 36h (2) ▪ Als Noodgeval op Handm ([A.6.C]=0) is ingesteld en de unit wordt getriggerd om het noodbedrijf te starten, zal de gebruikersinterface eerst hiervoor een bevestiging vragen vooraleer te starten. Zelfs wanneer de gebruiker het noodbedrijf NIET bevestigt, blijft de functie Dekvloer 25°C (1) 35°C (2)
10 Aan de gebruiker overhandigen ▪ Toon aan de gebruiker wat te doen om de unit te onderhouden. 15:10 Dekvloer drogen ▪ Leg aan de gebruiker uit hoe hij/zij energie kan besparen (deze tips staan beschreven in de gebruiksaanwijzing). Huidige stap Resterend 14d 12h AWT Gewenst...
11 Onderhoud en service Warmtewisselaar OPMERKING De warmtewisselaar van de buitenunit kan verstopt raken door stof, In Europa worden de broeikasgasemissies van de totale vuil, bladeren, enz. Er wordt geadviseerd de warmtewisselaar koelmiddelvulling in het systeem (uitgedrukt in ton CO jaarlijks te reinigen.
12 Opsporen en verhelpen van storingen Glycolpercentage 12.3 Problemen op basis van Als er glycol werd toegevoegd aan het systeem en het systeem symptomen oplossen moet worden bijgevuld, moet u ervoor zorgen dat het uiteindelijke glycolpercentage overeenstemt met de vereisten in " Het watercircuit 12.3.1 Symptoom: De unit verwarmt of koelt...
12 Opsporen en verhelpen van storingen Mogelijke oorzaken Wat te doen 12.3.3 Symptoom: De pomp maakt lawaai (cavitatie) Het watervolume in de installatie Controleer of het watervolume in is te laag de installatie boven de vereiste Mogelijke oorzaken Wat te doen minimumwaarde ligt (zie "6.3.3 Het watervolume en Er zit lucht in het systeem...
12 Opsporen en verhelpen van storingen 12.3.5 Symptoom: De waterdrukveiligheidsklep Mogelijke oorzaken Wat te doen lekt Er zit lucht in het systeem. Ontlucht handmatig of automatisch. Zie de Mogelijke oorzaken Wat te doen ontluchtingsfunctie in het hoofdstuk "Inbedrijfstelling". De uitlaat van de Controleer of de waterdrukveiligheidsklep is drukveiligheidsklep naar behoren...
Pagina 79
12 Opsporen en verhelpen van storingen Foutcode Gedetailleerde Beschrijving Foutcode Gedetailleerde Beschrijving storingscode storingscode BU: Storing omschakeling BU: Storing temp.stijging koeling/verwarming. inverter stralingslamel. Neem contact op met uw dealer. Neem contact op met uw dealer. BU: Storing spanning/stroom- BU: Directe overspanning (DC) senser.
Pagina 80
12 Opsporen en verhelpen van storingen Foutcode Gedetailleerde Beschrijving Foutcode Gedetailleerde Beschrijving storingscode storingscode Bevriezing warmtewisselaar. Communicatie probleem tussen het hydrodeel en de regelkast. Communicatieprobleem tussen de regelkast en de optiekast. Bevriezing warmtewisselaar. OPMERKING Wanneer het minimum waterdebiet kleiner is dan het debiet vermeld in onderstaande tabel, zal de unit tijdelijk Abnormale verhoging stoppen en zal storing 7H‑01 op de gebruikersinterface...
13 Als afval verwijderen INFORMATIE OPMERKING Indien de unit een stroming detecteert wanneer de pomp Om het koelmiddel te verwijderen (door leeg te pompen), niet aan het werken is, kan een extern toestel deze stop de compressor vooraleer de koelmiddelleidingen te stroming veroorzaken of kan een debietmeter defect zijn verwijderen.
14 Technische gegevens Technische gegevens Een deel van de recentste technische gegevens is beschikbaar op de regionale Daikin-website (publiek toegankelijk). De volledige recentste technische gegevens zijn beschikbaar op het Daikin-extranet (authenticatie vereist). 14.1 Schema van de leidingen: Buitenunit t >...
14 Technische gegevens 14.2 Bedradingsschema: Buitenunit Zie het intern bedradingsschema dat met de unit is meegeleverd (op de binnenkant van het deksel van de schakelkast van de buitenunit). De gebruikte afkortingen hebben de volgende betekenis. Buitenunit: compressormodule Connector Aansluitklem C110~C112 Condensator Aarding DB1, DB2, DB401...
Pagina 84
14 Technische gegevens Engels Vertaling Engels Vertaling Q*DI # Aardlekschakelaar # Contact elektrische voeding met voorkeur kWh-tarief Optie externe buitenomgevingsensor X*M/K1 Aansluitklemmenstrook Voedingstransformator Connector Aansluitklemmenstrook Relais voor verwarming Connector Relais voor koeling PCB3 Serviceprintplaat Optioneel Ter plaatse te voorzien # Afsluiter Regelkastoptie: back-upverwarming Optioneel Ter plaatse te voorzien...
Pagina 85
14 Technische gegevens Engels Vertaling External indoor ambient sensor Optie externe option binnenomgevingsensor Indoor Binnen Max. load Maximale belasting Max. voltage Maximale spanning Min. load Minimale belasting Option box Optiekast Power limitation digital inputs: 5 Digitale inputs V DC detection (voltage supplied vermogenbeperking: 5 V DC by PCB) detectie (spanning geleverd door...
14 Technische gegevens Schema elektrische aansluitingen Typische configuratie Opmerkingen: - Voor signaalkabel: houd minimumafstand tot 2 draden voor lage spanning stroomtoevoerkabels > 5 cm - Beschikbare verwarmingstoestellen: zie combinatietabel Standaard: 4 draden voor lage spanning Regel- kast Optioneel: 4 draden voor hoge spanning Alleen voor EWYQ* Standaard: 4 draden voor lage spanning Regel-...
Pagina 87
14 Technische gegevens A (°C) A (°C) B (°C DB) Temperatuur water dat verdamper verlaat Temperatuur droge bol Relatieve vochtigheid 40% Relatieve vochtigheid 60% Relatieve vochtigheid 80% Voorbeeld: Met een omgevingstemperatuur van 25°C en een relatieve vochtigheid van 40%. Indien het water dat uit de verdamper komt <12°C bedraagt, kan er condensatie optreden.
14 Technische gegevens 14.4 ESP-curve: Buitenunit Noot: Er zal zich een debietstoring voordoen wanneer het minimum waterdebiet niet wordt bereikt. A (kPa) B (l/min) 4D109424 Externe statische druk Waterdebiet Bereik Noten: ▪ Over de streeplijnen: het werkingsgebied wordt alleen uitgebreid naar lagere debieten indien de unit alleen met de warmtepomp werkt en de temperatuur van het debietmedium hoog genoeg is.
Ter plaatse te voorzien Niet door Daikin gemaakte apparatuur en uitrustingen die met het product volgens de instructies in de meegeleverde documentatie gecombineerd mogen worden.
Pagina 91
Instelling installateur verschilt van Tabel lokale instellingen standaardwaarde Breadcrumb Lokale code Naam instelling Bereik, stap Datum Waarde Standaardwaarde Gebruikerinstellingen └─ Voorgeprog waarden └─ Kamertemperatuur 7.4.1.1 Comfort (verwarming) [3-07]~[3-06], stap: A.3.2.4 21°C 7.4.1.2 Eco (verwarming) [3-07]~[3-06], stap: A.3.2.4 19°C 7.4.1.3 Comfort (koeling) [3-08]~[3-09], stap: A.3.2.4 24°C 7.4.1.4...
Pagina 92
Instelling installateur verschilt van Tabel lokale instellingen standaardwaarde Breadcrumb Lokale code Naam instelling Bereik, stap Datum Waarde Standaardwaarde A.2.2.F.1 [C-02] Ext BUH bron 0: Nee 1: Bivalent 2: - 3: - A.2.2.F.2 [C-09] Alarm-output 0: Normaal open 1: Norm. gesloten A.2.2.F.3 [D-08] Externe kWh-meter 1...
Pagina 93
Instelling installateur verschilt van Tabel lokale instellingen standaardwaarde Breadcrumb Lokale code Naam instelling Bereik, stap Datum Waarde Standaardwaarde A.6.3.5.4 [5-08] Amp.grensw v DI Grenswaarde DI4 0~50 A, stap: 1 A 50 A A.6.3.6.1 [5-09] kW-grenswaarde v DI Grenswaarde DI1 0~20 kW, stap: 0,5 kW 20 kW A.6.3.6.2 [5-0A]...
Pagina 94
Instelling installateur verschilt van Tabel lokale instellingen standaardwaarde Breadcrumb Lokale code Naam instelling Bereik, stap Datum Waarde Standaardwaarde [4-04] Waterl. tegen vorst beschermen 0: Pomp werkt intermitterend 1: Pomp werkt continu 2: Geen bescherming [4-05] [4-06] -- (Wijzig deze waarde niet) [4-07] Tweede stap activeren van de back-upverwarming? 0: Nee...
Pagina 95
Instelling installateur verschilt van Tabel lokale instellingen standaardwaarde Breadcrumb Lokale code Naam instelling Bereik, stap Datum Waarde Standaardwaarde [9-04] Temperatuuroverregeling voor de aanvoerwatertemperatuur. 1~4°C, stap: 1°C 1°C [9-05] [9-06] [9-07] [9-08] [9-09] Wat is gewenste delta T bij verwarmen? 3~10°C, stap: 1°C 5°C [9-0A] Wat is gewnste delta T bij koelen?
Pagina 96
Instelling installateur verschilt van Tabel lokale instellingen standaardwaarde Breadcrumb Lokale code Naam instelling Bereik, stap Datum Waarde Standaardwaarde [E-03] Wat is het aantal stappen van de BUH? 0: Geen BUH 1: 1 stap 2: 2 stappen [E-04] Is de energiespaarfunctie beschikbaar op de buitenunit? 0: Nee 1: Ja [E-05]...