▪ Instelling en configuratie: geen bijkomende apparatuur vereist.
5.4.2
Verbruikte energie
U kunt de verbruikte energie op de volgende manieren bepalen:
▪ Door het te berekenen
▪ Via metingen
INFORMATIE
U kunt deze manieren niet combineren: de verbruikte
energie berekenen (voor de back-upverwarming, bijv.) en
de verbruikte energie meten (voor de buitenunit, bijv.) gaat
dus
niet.
Als
u
dat
energiegegevens fout zijn.
De verbruikte energie berekenen
▪ De verbruikte energie wordt intern berekend op basis van:
▪ Het werkelijk opgenomen vermogen van de buitenunit
▪ De ingestelde capaciteit van de optionele back-upverwarming
▪ De spanning
▪ In/opstelling en configuratie: om juiste energiegegevens te
bekomen, meet de capaciteit (door de weerstand te meten) en stel
de capaciteit via de gebruikersinterface in voor de optionele back-
upverwarming (stap 1 en stap 2).
De verbruikte energie meten
▪ Deze manier heeft de voorkeur omdat ze nauwkeuriger is.
▪ Op/instelling en configuratie:
▪ Vereist optiekast EK2CB07CAV3.
▪ Ze vereist wel externe energiemeters.
▪ Wanneer elektrische-energiemeters gebruikt worden, stel het
aantal
pulsen/kWh
voor
gebruikersinterface.
INFORMATIE
Wanneer u het elektrische-energieverbruik meet, zorg
ervoor dat de elektrische-energiemeters de VOLLEDIGE
energietoevoer naar het systeem meten.
5.4.3
Elektrische voeding met normaal kWh-
tarief
Algemene regel
Eén energiemeter die het volledige systeem dekt, is voldoende.
Opstelling
▪ Monteer regelkast EKCB07CAV3 en optiekast EK2CB07CAV3.
▪ Sluit de energiemeter aan op X2M/7 en X2M/8 van optiekast
EK2CB07CAV3.
Energiemetertype
Indien...
Back-upverwarming gevoed via
een monofasig raster (d.w.z. dat
het model van de back-
upverwarming *3V of *9W is en
dat deze op een monofasig
raster is aangesloten)
In andere gevallen (d.w.z. een
*9W-model van back-
upverwarming aangesloten op
een driefasig raster)
EWAQ+EWYQ004+005BAVP
Luchtgekoelde ijswaterkoelgroepen en compacte lucht-water
warmtepompen
4P492900-1 – 2017.06
5 Richtlijnen met betrekking tot mogelijke toepassingen
toch
zou
doen,
zullen
de
elke
energiemeter
in
via
Gebruik een... energiemeter
Monofasig
Driefasig
Voorbeeld
Enkelfasige energiemeter
0
0
58 0
1 5 0
a
b
c
c
d
e
f
A
B
C
D
A Buitenunit
B Regelkast
C Optiekast
D Back-upverwarmingskit
a Elektriciteitskast (L
/N)
1
b Energiemeter (L
/N)
1
c Zekering (L
/N)
1
d Buitenunit (L
/N)
1
e Regelkast (L
/N)
1
f Optiekast (L
/N)
1
g Back-upverwarming (L
de
Uitzondering
▪ U kunt in de volgende gevallen een tweede energiemeter
gebruiken:
▪ Het energiebereik van de eerst meter is onvoldoende.
▪ De
elektriciteitsmeter
elektriciteitskast geplaatst worden.
▪ Een combinatie van driefasige rasters van 230 V en 400 V
(zeer ongebruikelijk) omwille van technische beperkingen van
energiemeters.
▪ Aansluiting en instelling:
▪ Sluit de tweede energiemeter aan op X2M/9 en X2M/10 van
optiekast EK2CB07CAV3.
▪ In de software worden de gegevens van het energieverbruik
van beide meters opgeteld, zodat u NIET hoeft in te stellen
welke meter welk energieverbruik meet. U hoeft alleen het
aantal pulsen van elke energiemeter in te geven.
▪ Zie
"5.4.4 Elektrische voeding met voorkeur kWh-tarief" op
pagina 19
voor een voorbeeld met twee energiemeters.
5.4.4
Elektrische voeding met voorkeur kWh-
tarief
Algemene regel
▪ Energiemeter 1: Deze meet het koelmiddeldeel van de buitenunit.
▪ Energiemeter 2: Deze meet de rest (d.w.z. het hydrodeel van de
buitenunit, regelkast EKCB07CAV3, optiekast EK2CB07CAV3 en
de back-upverwarmingskit).
Opstelling
▪ Sluit energiemeter 1 aan op X2M/7 en X2M/8 van optiekast
EK2CB07CAV3.
Driefasige energiemeter
0
0
58 0
1 5 0
a
b
c
c
g
e
f
g
A
B
C
A Buitenunit
B Regelkast
C Optiekast
D Back-upverwarmingskit
a Elektriciteitskast (L
1
b Energiemeter (L
/L
1
c Zekering (L
/N)
1
d Zekering (L
/L
/L
/N)
1
2
3
e Buitenunit (L
/N)
1
f Regelkast (L
/N)
1
/N)
g Optiekast (L
/N)
1
1
h Back-upverwarming (L
N)
kan
niet
gemakkelijk
Uitgebreide handleiding voor de installateur
d
h
D
/L
/L
/N)
2
3
/L
/N)
2
3
/L
/L
/
1
2
3
in
de
19