7 Installatie
3 kW
1~ 230 V
K1M/1
K5M/13
52,9 Ω
K1M/3
∞
K1M/5
∞
K1M/3
K1M/5
26,5 Ω
K2M/1
K5M/13
∞
K2M/3
∞
K2M/5
∞
K2M/3
K2M/5
52,9 Ω
K1M/5
K2M/1
∞
Voorbeeld van de meting van de weerstand tussen K1M/1 en
K5M/13:
K1M
1 3 5 13
2 4 6 14
Ω
Ω
K5M
1 3 5 13
2 4 6 14
7.8.21
De back-upverwarmingskit op de
bedieningskast aansluiten
INFORMATIE
▪ Moet op regelkast EKCB07CAV3 aangesloten zijn.
1 Voor
de
thermistor,
aansluitingspunten X15M/1+2 van de back-upverwarming en
aansluitingspunten X2M/5+6 van de bedieningskast.
2 Voor de thermische beveiliging, sluit 2 draden aan tussen
aansluitingspunten X15M/3+4 van de back-upverwarming en
aansluitingspunten X2M/11+12 van de bedieningskast.
3 Voor de verbinding met de bedieningskast, sluit 3 draden aan
tussen
aansluitingspunten
upverwarming en aansluitingspunten X2M/13+14+15 van de
bedieningskast.
F1B
1 2 3 4 5 6 7
X15M
Uitgebreide handleiding voor de installateur
48
6 kW
6 kW
9 kW
1~ 230 V
3N~
3N~
400 V
400 V
52,9 Ω
∞
∞
105,8 Ω
105,8 Ω
105,8 Ω
158,7 Ω
105,8 Ω
105,8 Ω
52,9 Ω
105,8 Ω
105,8 Ω
26,5 Ω
∞
∞
∞
52,9 Ω
52,9 Ω
∞
52,9 Ω
52,9 Ω
52,9 Ω
52,9 Ω
52,9 Ω
132,3 Ω
∞
∞
K2M
K2M
1 3 5 13
2 4 6 14
sluit
2
draden
aan
tussen
X15M/5+6+7
van
de
back-
X2M
A4P
15
14
13
12
11
6
5
X1M
X8M
4 Bevestig
de
kabel
kabelbinderbevestigingen.
INFORMATIE
▪ Voor meer bijzonderheden over de verbindingen en
aansluitingen, raadpleeg het bedradingsschema.
▪ Geen een meeraderige kabel.
▪ Voor back-upverwarmingskit EKMBUHCA3V3 is het
NIET
nodig
een
aansluitingspunt X15M/6 van de back-upverwarming en
aansluitingspunt X2M/14 van de bedieningskast.
7.8.22
De klepkit aansluiten
INFORMATIE
Alleen
van
toepassing
(verwarming+koeling) waarin een back-upverwarming is
geplaatst.
1 Sluit de connector van een uiteinde van de connectorkabel (a)
aan op X21A van de printplaat van de buitenunit A1P en laat de
kabel lopen zoals op de afbeelding hieronder wordt getoond.
2 Met
een
ter
plaatse
klemdraadhouder die het ander uiteinde van de connectorkabel
(b) maakt, maak een verbinding met de aansluiting X8M/10 van
de regelkast en verbind de aansluitingen X3M/1+2 van de
buitenunit op de aansluitingen X8M/6+7 van de regelkast.
X7M
a
X21A
X5M
X3M
a
Connector – een uiteinde van de connectorkabel
b
Klemdraadhouder – het andere uiteinde van de
connectorkabel
c
Naar de regelkast
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat de connectorkabel van de klepkit nooit te
strak gespannen staat door deze op de kabelbundel vast
te maken. Zet draadbinders aan beide zijden van de
klemdraadhouder.
Het
waarschuwing kan een kortsluiting en brand veroorzaken.
Luchtgekoelde ijswaterkoelgroepen en compacte lucht-water
met
kabelbinders
op
verbinding
te
maken
tussen
voor
omkeerbare
systemen
te
voorziene
bedrading
en
X21A
b
X4M
c
niet
naleven
van
deze
EWAQ+EWYQ004+005BAVP
warmtepompen
4P492900-1 – 2017.06
de
de