Algemene informatie en veiligheidsinformatie
1.3 Reglementair gebruik
De transmissiemotor is alleen veilig met een geschikte geveranalyse en analyse van de
motorbeveiliging.
Toepassing van de transmissiemotor is toegestaan bij een omgevingstemperatuur van 20 °C
tot +40 °C en voor een installatiehoogte tot 1.000 m boven het normale nulpunt.
Toepassing van de draaigever is toegestaan tot een maximale omgevingstemperatuur van
+40 °C bij een gelijktijdige belasting van de motoren tot maximaal warmteklasse 155 (F).
De draaigever is geschikt voor beschermingsklassen ≤ IP65.
De draaigever is ontworpen voor een maximaal motortoerental van 3000 min
De motor is goedgekeurd voor trillingen en stoten volgens EN 60721-3-3 tot inclusief
klasse 3M3.
Een bestaande rem mag alleen als stoprem met noodstopfunctie worden gebruikt.
De standverwarming alleen tijdens stilstand gebruiken.
De transmissiemotoren zijn volgens de laatste stand van de techniek gebouwd en worden
veilig voor gebruik geleverd. Eigenmachtige veranderingen door de exploitant die de
veiligheid nadelig beïnvloeden, zijn niet toegestaan.
De transmissiemotor is bedoeld om in een andere machine te worden ingebouwd. De
exploitant van de machine is verantwoordelijk voor de inachtneming van de functionele
veiligheid. De verantwoordelijkheid voor de noodzakelijke veiligheidsfuncties en de
bijbehorende eigenschappen berust bij degene die de machine in omloop brengt resp. bij de
exploitant.
10
-1
Bedieningshandleiding, 08/2015, A5E36547813
.
BA 2730