Bijlage
Code
Betekenis
F.733
Verdampingstemperatuur te laag
F.735
Verdampingstemperatuur te hoog
F.740
Omgevingscircuit: inlaattempera-
tuur te laag
F.741
Afgiftecircuit: retourtemperatuur
te laag
F.742
Omgevingscircuit: inlaattempera-
tuur te hoog
F.743
Afgiftecircuit: retourtemperatuur
te hoog
F.782
Verbindingsfout: ventilatoreenheid
2
F.783
Verbindingsfout: Terminal board
(TMB))
46
Oorzaak
–
Geen doorstroming in het omge-
vingscircuit (CV-bedrijf)
–
Te geringe energieopbrengst in het
omgevingscircuit (CV-bedrijf)
–
Temperatuur in het omgevingscircuit
(CV-bedrijf) te hoog voor compres-
sorbedrijf
–
Voeding van externe warmte in het
omgevingscircuit
–
Inlaattemperatuur in het omgevings-
circuit te laag voor compressorstart
verwarmen:
–
Lucht/brijn: omgevingscircuitinlaat-
temperatuur < -28 °C
–
Bodem/brijn: omgevingscircuitinlaat-
temperatuur < −7°C
–
Grondwater/brijn: grondwaterinlaat-
temperatuur < 2 °C
–
Retourtemperatuur in het afgiftecir-
cuit te laag voor compressorstart
Verwarmen:
–
Retourtemperatuur < 5 °C
–
Inlaattemperatuur in het omgevings-
circuit te hoog voor compressorstart
–
Brijninlaattemperatuur > 50 °C
–
Voeding van externe warmte in het
omgevingscircuit
–
Retourtemperatuur in het afgiftecir-
cuit te hoog voor compressorstart
Verwarmen:
–
Retourtemperatuur > 55 °C tot 60 °C
(afhankelijk van de brijninlaattempe-
ratuur)
–
Geen elektrische verbinding
Geen eBUS-verbinding
Kabel niet of verkeerd aangesloten
Installatie- en onderhoudshandleiding flexoTHERM exclusive 0020221001_03
Oplossing
–
Debiet in het omgevingscircuit con-
troleren
–
Dimensionering van het omgevings-
circuit controleren (CV-bedrijf) voor
bodem/brijn en grondwater/brijn
–
Als thermostaatkranen in het afgifte-
circuit voorhanden zijn, op geschikt-
heid voor koelbedrijf controleren
(koelbedrijf)
–
VWL SA (CV-bedrijf)
–
Ventilatoreenheid op vervuiling
controleren
–
EEV controleren (loopt de
EEV in de eindaanslag?
sensor/actortest gebruiken)
–
Lagedruksensor en compressorin-
laatvoeler controleren
–
Inbreng externe warmte verlagen of
onderbreken
–
Ontdooier controleren (verwarmt
hoewel Uit in de sensor-/actortest?)
–
EEV controleren (loopt de EEV in
de eindaanslag? sensor/actortest
gebruiken)
–
Lagedruksensor en compressorin-
laatvoeler controleren
–
Dimensionering van het omgevings-
circuit controleren
–
Sensoren controleren
–
Verwarmen: vierwegklep op werking
controleren
–
Verwarmen: vierwegklep op werking
controleren
–
Omgevingscircuit controleren
–
Sensoren controleren
–
Inbreng externe warmte verlagen of
onderbreken
–
Sensoren controleren
–
Elektrische verbinding van de venti-
latoreenheid 2 controleren (leiding-
aansluiting controleren, contactfout?)
–
eBUS-verbinding met de ventilator-
eenheid 2 controleren
–
Positie adresschakelaar op printplaat
van ventilatoreenheid 2 controleren.
Vereiste schakelpositie: 2
Verbindingskabel tussen de printplaten
van de netaansluiting en thermostaat
controleren