2
Selecteer Navigatie > Koersindicator.
Navigatiewaarschuwingen instellen
U kunt waarschuwingen instellen om u te helpen navigeren naar
uw bestemming.
1
Houd MENU ingedrukt.
2
Selecteer Navigatie > Waarschuwingen.
3
Selecteer een optie:
• Selecteer Afstand tot einddoel om een waarschuwing in
te stellen voor een bepaalde afstand tot uw
eindbestemming.
• Selecteer Bestemming ETE om een waarschuwing in te
stellen voor een resterende geschatte tijd tot u aankomt
op uw eindbestemming.
• Selecteer Uit koers om een waarschuwing in te stellen
voor als u van uw koers afraakt.
• Selecteer Afslagaanwijzingen om afslag-voor-afslag
navigatieaanwijzingen in te schakelen.
4
Selecteer zo nodig Status om de waarschuwing in te
schakelen.
5
Voer zo nodig een afstand of tijdwaarde in en selecteer
Instellingen voor energiebeheer
Houd MENU ingedrukt en selecteer Vermogensbeheer.
Batterijspaarstand: Hiermee kunt u systeeminstellingen
aanpassen om de levensduur van de batterij in de
horlogemodus te verlengen
aanpassen, pagina
41).
Powermodi: Hiermee kunt u systeeminstellingen,
activiteitinstellingen en GPS-instellingen aanpassen om de
levensduur van de batterij tijdens een activiteit te verlengen
(Energiemodi aanpassen, pagina
Batterijpercentage: Geeft de resterende levensduur van de
batterij als percentage weer.
Batterijschattingen: Geeft de resterende levensduur van de
batterij weer als een geschat aantal dagen of uren.
De batterijspaarstand aanpassen
Met de batterijspaarstand kunt u snel systeeminstellingen
aanpassen om de levensduur van de batterij in de watch modus
te verlengen.
U kunt de batterijspaarstand inschakelen via het
bedieningsmenu
(Het bedieningsmenu weergeven, pagina
1
Houd MENU ingedrukt.
2
Selecteer Vermogensbeheer > Batterijspaarstand.
3
Selecteer Status om de batterijspaarstand in te schakelen.
4
Selecteer Wijzig en selecteer een optie:
• Selecteer Wijzerplaat om een energiezuinige watch face
in te schakelen die eenmaal per minuut wordt bijgewerkt.
• Selecteer Muziek om het beluisteren van muziek op uw
smartwatch uit te schakelen.
• Selecteer Telefoon om de verbinding met uw gekoppelde
telefoon te verbreken.
• Selecteer Wi-Fi om de verbinding met een Wi‑Fi netwerk
te verbreken.
• Selecteer Activiteiten volgen om het volgen van de hele
dag activiteiten uit te schakelen, inclusief stappen, etages,
minuten van intensiteit, het volgen van slaap en Move IQ
gebeurtenissen.
• Selecteer Polshartslag om de polshartslagmeter uit te
schakelen.
• Selecteer Pulseoxymeter om de dagacclimatisatiemodus
uit te schakelen.
Uw toestel aanpassen
(De batterijspaarstand
41).
• Selecteer Schermverlichting om de schermverlichting uit
te schakelen.
De smartwatch laat de levensduur van de batterij zien voor
elke aangepaste instelling.
5
Selecteer Waarschuwing Batterij bijna leeg om een
waarschuwing te ontvangen wanneer de batterij bijna leeg is.
Energiemodi aanpassen
Uw toestel wordt geleverd met verschillende energiemodi, zodat
u snel systeeminstellingen, activiteitinstellingen en GPS-
instellingen kunt aanpassen om de levensduur van de batterij
tijdens een activiteit te verlengen. U kunt bestaande
energiemodi aanpassen en nieuwe aangepaste energiemodi
maken.
1
Houd MENU ingedrukt.
2
Selecteer Vermogensbeheer > Powermodi.
3
Selecteer een optie:
• Selecteer een energiemodus die u wilt aanpassen.
• Selecteer Voeg toe om een aangepaste energiemodus te
maken.
4
Voer zo nodig een aangepaste naam in.
.
5
Selecteer een optie om bepaalde energiemodi aan te
passen.
U kunt bijvoorbeeld de GPS-instelling wijzigen of de
verbinding met uw gekoppelde telefoon verbreken.
De smartwatch laat de levensduur van de batterij zien voor
elke aangepaste instelling.
6
Selecteer indien nodig OK om op te slaan en de aangepaste
energiemodus te gebruiken.
Een energiemodus herstellen
U kunt een vooraf geladen energiemodus herstellen naar de
standaard fabrieksinstellingen.
1
Houd MENU ingedrukt.
2
Selecteer Vermogensbeheer > Powermodi.
3
Selecteer een vooraf geladen energiemodus.
4
Selecteer Herstel > Ja.
Systeeminstellingen
Houd MENU ingedrukt en selecteer Systeem.
Taal voor tekst: Hiermee kunt u de taal van het toestel
1).
instellen.
Tijd: Hiermee kunt u de tijdinstellingen wijzigen
pagina
42).
Schermverlichting: Hiermee kunt u instellingen van de
schermverlichting wijzigen
wijzigen, pagina
Geluiden: Hiermee kunt u de toestelgeluiden instellen, zoals
knoptonen, waarschuwingen en trillingen.
Niet storen: Hiermee schakelt u de modus Niet storen in of uit.
Gebruik de optie In slaapstand om de modus Niet storen
automatisch in te schakelen tijdens uw normale slaapuren. U
kunt uw normale slaaptijden instellen in uw Garmin Connect
account.
Sneltoetsen: Hiermee kunt u snelkoppelingen toewijzen aan
knoppen op het toestel
pagina
42).
Auto vergrend.: Hiermee kunt u de knoppen automatisch
vergrendelen om te voorkomen dat de knoppen per ongeluk
worden ingedrukt. Gebruik de optie Tijdens activiteit om de
knoppen te vergrendelen tijdens een activiteit met tijdmeting.
Gebruik de optie Niet tijdens activiteit om de knoppen te
vergrendelen wanneer u geen activiteit met tijdmeting
vastlegt.
(De schermverlichtingsinstellingen
42).
(De sneltoetsen aanpassen,
(Tijdinstellingen,
41