7
Selecteer een optie:
• Selecteer Hardloopscherm om te zien welk
gegevensscherm wordt weergegeven tijdens hardlopen.
• Selecteer Klimscherm om te zien welk gegevensscherm
wordt weergegeven tijdens klimmen.
• Selecteer Keer kleuren om om de schermkleuren om te
keren bij wijziging van de modus.
• Selecteer Verticale snelheid om de stijgsnelheid over tijd
in te stellen.
• Selecteer Modusschakelaar om in te stellen hoe snel het
toestel van modus wisselt.
OPMERKING: Met de optie Huidig scherm kunt u
automatisch overschakelen naar het laatste scherm dat u
hebt bekeken voordat de overgang naar automatisch
klimmen plaatsvond.
3D-snelheid en -afstand
U kunt de 3D-snelheid en -afstand instellen om uw snelheid of
afstand te meten via zowel uw hoogtewijziging als uw
horizontale verplaatsing over de grond. U kunt deze functie
gebruiken tijdens activiteiten zoals skiën, klimmen, navigeren,
hiken, hardlopen of fietsen.
De Lap-knop in- en uitschakelen
U kunt de Ronde-toets instelling inschakelen om een ronde of
rustpauze tijdens een activiteit vast te leggen met LAP. U kunt
de Ronde-toets instelling uitschakelen als u wilt voorkomen dat
u een ronde vastlegt door per ongeluk op de Lap-knop te
drukken tijdens een activiteit.
1
Houd MENU ingedrukt.
2
Selecteer Activiteiten en apps.
3
Selecteer een activiteit.
4
Selecteer de activiteitinstellingen.
5
Selecteer Ronde-toets.
De Lap-knopstatus verandert in Aan of Uit op basis van de
huidige instelling.
Auto Scroll gebruiken
Met deze functie voor automatisch bladeren doorloopt u
automatisch alle schermen met activiteitgegevens terwijl de
timer loopt.
1
Houd MENU ingedrukt.
2
Selecteer Activiteiten en apps.
3
Selecteer een activiteit.
OPMERKING: Deze functie is niet beschikbaar voor alle
activiteiten.
4
Selecteer de activiteitinstellingen.
5
Selecteer Auto Scroll.
6
Selecteer een weergavesnelheid.
De GPS-instelling wijzigen
Ga voor meer informatie over GPS naar
/aboutGPS.
1
Houd MENU ingedrukt.
2
Selecteer Activiteiten en apps.
3
Selecteer de activiteit om deze aan te passen.
4
Selecteer de activiteitinstellingen.
5
Selecteer GPS.
6
Selecteer een optie:
• Selecteer Uit om GPS uit te schakelen voor de activiteit.
• Selecteer Alleen GPS om het GPS-satellietsysteem in te
schakelen.
36
www.garmin.com
• Selecteer GPS + GLONASS (Russisch satellietsysteem)
voor nauwkeurigere positiegegevens in situaties met
slecht zicht op de lucht.
• Selecteer GPS + GALILEO (satellietsysteem van de
Europese Unie) voor nauwkeurigere positiegegevens in
situaties met slecht zicht op de lucht.
• Selecteer UltraTrac om minder vaak spoorpunten en
sensorgegevens vast te leggen
OPMERKING: Door GPS en een ander satellietsysteem
tegelijk te gebruiken, kan de levensduur van de batterij
sneller afnemen dan wanneer alleen GPS wordt gebruikt.
(GPS en andere satellietsystemen, pagina
GPS en andere satellietsystemen
Met de opties GPS + GLONASS of GPS + GALILEO krijgt u
betere prestaties in moeilijk omgevingen en kunt u sneller uw
positie bepalen dan met alleen GPS. Door GPS en een ander
satellietsysteem tegelijk te gebruiken, kan de levensduur van de
batterij sneller afnemen dan met alleen GPS.
UltraTrac
De UltraTrac functie is een GPS-instelling waarmee
spoorpunten en sensorgegevens minder vaak worden
geregistreerd. Door de UltraTrac functie in te schakelen, wordt
de batterijduur verlengd, maar neemt de kwaliteit van de
vastgelegde activiteiten af. U kunt de UltraTrac functie
gebruiken voor activiteiten die een langere levensduur van de
batterij vereisen en waarvoor regelmatige updates van de
sensorgegevens minder belangrijk zijn.
Time-outinstellingen voor de spaarstand
De time-outinstellingen bepalen hoe lang uw toestel in de
trainingsmodus blijft wanneer u bijvoorbeeld wacht op de start
van een wedstrijd. Houd MENU ingedrukt en selecteer
Activiteiten en apps. Selecteer vervolgens een activiteit en de
activiteitinstellingen. Selecteer Time-out spaarstand om de
time-outinstellingen voor de activiteit aan te passen.
Normaal: Hiermee stelt u in dat het toestel na 5 minuten van
inactiviteit overschakelt naar de energiebesparende
horlogemodus.
Verlengd: Hiermee stelt u in dat het toestel na 25 minuten van
inactiviteit overschakelt naar de energiebesparende
horlogemodus. De verlengde modus kan de batterijduur
tussen het opladen verkorten.
De volgorde van een activiteit wijzigen in de
lijst met apps
1
Houd MENU ingedrukt.
2
Selecteer Activiteiten en apps.
3
Selecteer een activiteit.
4
Selecteer Sorteer.
5
Druk op UP of DOWN om de positie van de activiteit te
wijzigen in de lijst met apps.
Widgets
Uw toestel wordt geleverd met vooraf geïnstalleerde widgets die
u direct informatie geven. Voor sommige widgets is een
Bluetooth verbinding met een compatibele smartphone vereist.
Sommige widgets zijn standaard niet zichtbaar. U kunt deze
handmatig toevoegen aan de widgetlijst
aanpassen, pagina
37).
ABC: Geeft gecombineerde hoogtemeter-, barometer- en
kompasgegevens weer.
Andere tijdzones: Geeft het huidige tijdstip van de dag in extra
tijdzones weer.
Body Battery: Geeft uw huidige Body Battery niveau weer en
een grafiek van uw Body Battery niveaus gedurende de
laatste paar uur.
(UltraTrac, pagina
36).
36).
(De widgetlijst
Uw toestel aanpassen