Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

PEUGEOT 2008 Instructieboekje pagina 54

Verberg thumbnails Zie ook voor 2008:
Inhoudsopgave

Advertenties

Ergonomie en comfort
1. Temperatuurregeling
2. Regeling luchtstroom
3. Regeling luchtverdeling
4. Airconditioning aan/uit
5. Automatisch comfortprogramma aan/uit
6. Toegang tot de tweede pagina
7. Instelling van het automatische
comfortprogramma (Langzaam/Normaal/
Snel)
8. Voorverwarming (Elektrisch)
Regeling temperatuur
► Druk op een van de toetsen 1 om de waarde
te verhogen (rood) of te verlagen (blauw).
De weergegeven waarde heeft betrekking
op een comfortniveau en niet op een exacte
temperatuur.
Regeling luchtopbrengst
► Druk op een van de toetsen 2 (- of +) om de
aanjagersnelheid te verlagen of verhogen.
52
Het symbool van de luchtopbrengst
(ventilator) wordt geleidelijk opgevuld als de
aanjagersnelheid toeneemt.
Wanneer de aanjagersnelheid tot een minimum
is verlaagd, stopt de ventilatie.
Naast de ventilator wordt "OFF" weergegeven.
Regeling luchtverdeling
► Druk op toetsen 3 om de
luchtstroomverdeling in het interieur aan te
passen.
Voorruit en zijruiten
Middelste ventilatieroosters en
zijventilatieroosters
Voetenruimte
Wanneer het lampje in de toets brandt, wordt er
lucht in de aangegeven richting geblazen.
U kunt de drie toetsen tegelijkertijd indrukken
voor een gelijkmatige luchtverdeling in het
interieur.
Airconditioning aan/uit
De airconditioning werkt doeltreffend in elk
jaargetijde, mits de ruiten zijn gesloten.
Het systeem stelt u in staat om:
– De temperatuur in de auto 's zomers te
verlagen.
– Beslagen ruiten in de winter bij temperaturen
boven 3 °C sneller te ontwasemen.
► Druk op toets 4 om de airconditioning in of uit
te schakelen.
De airconditioning werkt niet als de
aanjager is uitgeschakeld.
Om sneller koele lucht te verkrijgen kunt
u gedurende enige tijd de luchtrecirculatie
inschakelen. Schakel daarna de toevoer van
buitenlucht weer in.
Het uitschakelen van de airconditioning kan
negatieve effecten hebben (vocht, beslaan
van de ruiten).
Automatisch
comfortprogramma
Deze automatisch stand zorgt voor optimale
regeling van de temperatuur, luchtopbrengst en
luchtverdeling in het interieur, op basis van het
geselecteerde comfortniveau.
► Druk op toets 5 om de automatische stand
van het airconditioningssysteem in of uit te
schakelen.
Het lampje in de toets gaat branden als het
airconditioningssysteem automatisch werkt.
U kunt de intensiteit van het automatische
comfortprogramma wijzigen met de toets
OPTIES door een instelling te selecteren:
– Langzaam: voor een aangename en stille
werking door de luchtopbrengst te beperken.
– Normaal: voor het beste compromis tussen
een comfortabele temperatuur en een stille
werking (standaardinstelling).
– Snel: voor een stevige en doeltreffende
luchttoevoer.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave