Rijden
Druk op de schakelaar om de standen op het
instrumentenpaneel weer te geven.
Bij een auto met een elektromotor kunt u geen
stand selecteren als het lampje READY uit is.
Wanneer de melding verdwijnt, is de
geselecteerde stand geactiveerd en wordt
deze op het instrumentenpaneel weergegeven
(behalve bij de stand NORMAL).
Met de Advanced Grip Control zijn er
aanvullende rijstanden beschikbaar waarbij de
tractie nog beter wordt geregeld.
Zie het desbetreffende hoofdstuk voor meer
informatie over de Advanced Grip Control.
Wanneer het contact wordt aangezet, wordt
standaard de stand NORMAL geselecteerd.
NORMAL
In deze stand wordt teruggekeerd naar de
oorspronkelijke instellingen van de auto.
Verlaagt het stroomverbruik van de tractiebatterij
door het motorkoppel te beperken.
ECO
Verlaagt het energieverbruik door de werking van
de verwarmings- en airconditioningssystemen te
beperken, hoewel deze systemen niet worden
uitgeschakeld.
Vrijloop in stand "ECO": bij de automatische
transmissie EAT8 wordt, afhankelijk van de
uitvoering, het in de "vrijloop" zetten van de auto
aangemoedigd, zodat de auto vaart mindert
zonder op de motor af te remmen. U kunt
brandstof besparen door op het afremmen te
108
anticiperen door tijdig uw voet van het gaspedaal
te halen.
Het stroomverbruik van de tractiebatterij wordt
verder verlaagd door het motorkoppel te
beperken.
SPORT
Deze stand is geschikt voor een
dynamischer rijstijl door aanpassingen aan
de stuurbekrachtiging, de respons van het
gaspedaal en het schakelen bij een auto
met een automatische transmissie, en de
mogelijkheid om de dynamische instellingen
van de auto op het instrumentenpaneel weer te
geven
HANDMATIG
Permanente handbediende stand met een
automatische transmissie en Full Park Assist.
Voor handmatig schakelen met de
schakelflippers.
Hill Start Assist
Dit systeem houdt uw auto bij het wegrijden
op een helling kort (ongeveer 2 seconden) op
zijn plaats. In die tijd kunt u uw voet van het
rempedaal naar het gaspedaal verplaatsen.
Dit systeem is alleen actief als:
– de auto volledig stilstaat met het rempedaal
ingetrapt,
– aan bepaalde hellingcondities is voldaan,
– het bestuurdersportier is gesloten.
Verlaat de auto niet in de korte periode
dat de Hill Start Assist in werking is.
Als iemand de auto moet verlaten terwijl
de motor draait, trek dan de parkeerrem
handmatig aan. Controleer vervolgens of het
waarschuwingslampje van de parkeerrem en
het waarschuwingslampje P op de hendel
van de elektrische parkeerrem permanent
branden (niet knipperen).
De functie Hill Start Assist kan niet
worden uitgeschakeld. Maar als de
parkeerrem wordt aangetrokken om de auto
stil te zetten, wordt de werking van de functie
onderbroken.
Werking
Als de auto bergopwaarts stilstaat, wordt
deze even op zijn plaats gehouden als u het
rempedaal loslaat: