Algemeen onderhoud
4.
Veeg stof en gemorste toner met een droge, pluisvrije
doek weg uit het gebied rondom de tonercassette.
LET OP:
Als u de binnenkant van het apparaat reinigt,
zorgt u er dan voor dat andere interne onderdelen niet
beschadigd raken. Gebruik voor het reinigen geen
oplosmiddelen zoals benzeen of verdunner. Dit kan
problemen met de afdrukkwaliteit en schade aan het
apparaat veroorzaken.
5.
Plaats de afdrukmodule terug. Met de lipjes aan beide
zijden van de cassette en de bijbehorende groeven in het
apparaat wordt de cassette in de juiste positie geleid,
totdat deze vastklikt.
6.
Sluit de bovenklep.
7.
Steek het netsnoer in het stopcontact en schakel het
apparaat in. De printer is gereed wanneer het
apparaatstatuslampje groen is.
®
®
90
Xerox
Phaser
Handleiding voor de gebruiker
3020