KOPLAMPEN: vervangen van een lamp
A
Markeringslichten voor
Verwijder het kapje B en trek aan de lamp-
houder 2.
Lamptype: W5W.
N.B.: let op, dat als de lamp vervangen is,
het afdekplaatje goed geplaatst is.
Voordat u in de motorruimte
werkzaamheden kunt uitvoe-
ren, moet u absoluut het con-
tact uitzetten (zie "De motor
starten en stoppen" in hoofdstuk 2).
(1/2)
1
B
Richtingaanwijzers
Verwijder het afdekplaatje A en draai de
lamphouder 1 een kwart slag.
Plaats voor het inbouwen de lamphouder
goed in verhouding tot het leigat.
Lamptype: PY21W.
N.B.: let op, dat als de lamp vervangen is,
het afdekplaatje goed geplaatst is.
Zorg dat u altijd een doos met reserve-
2
lampen en -zekeringen in de auto hebt,
deze is verkrijgbaar bij uw merkdealer.
De lampen staan onder druk
en kunnen openbarsten bij het
vervangen.
Verwondingsgevaar
Let op bij werkzaamheden
dicht bij de motor, deze kan
nog warm zijn. Bovendien
kan de ventilateurmotor on-
verwacht gaan draaien. Het waarschu-
wingslampje
herinnert u hieraan.
Verwondingsgevaar
in de motorruimte
5.21