RUITENWISSER, SPROEIER
Ruitensproeier
Contact aan: trek de schakelaar 1 naar u
toe en laat deze weer los.
Door een korte actie komt de ruitensproeier
in werking en maakt de ruitenwisser één
wisbeweging.
Door een lange actie komt de ruitensproeier
in werking en maakt de ruitenwisser drie
wisbewegingen, en na enkele secondes nog
een vierde.
(2/2)
1
De werking van een
A
ruitenwisserblad
B
Let op de staat van de ruitenwisserbla-
den. Hun levensduur hangt van u af:
C
– houd de bladen schoon: reinig de
bladen en de ruit regelmatig met
D
water en zeep;
– gebruik ze niet op een droge ruit;
– maak ze los van de ruit als ze lange
tijd niet zijn gebruikt.
Vervang ze in elk geval zodra ze de ruit
niet goed schoonvegen: ongeveer elk
jaar (lees de paragraaf "ruitenwisserbla-
den: vervangen" in hoofdstuk 5).
Voorzorgen bij het gebruik
van de wissers
– Maak, als het vriest of sneeuwt, de
achterruit schoon voordat u de ruiten-
wisser aanzet (de motor kan overver-
hitten).
– zorg dat niets de beweging van de
wisser hindert.
Controleer bij werkzaamheden
onder de motorkap, of de scha-
kelaar van de ruitenwisser in
stand A (uit) staat.
Verwondingsgevaar.
Voordat u iets aan de voorruit
doet (wassen van de auto, ont-
dooien, reinigen van de voor-
ruit, enz.) moet u de schake-
laar 1 in stand A (uit) zetten.
Risico van verwonding en/of bescha-
digingen.
1.95