Installatie voorschriften ThermoMaster F 24 E, F AS 28 E, F 28 E
5.2.3 Adaptatief
Standaard af fabriek wordt het toestel adaptief uitgeleverd.
In deze mode is het gebruik van een buitenvoeler niet mogelijk.
De adaptieve regeling bepaalt aan de hand van de aan/uit tijden van de kamerthermostaat de voor de
installatie benodigde capaciteit en zal er zodoende voor zorgen dat het toestel op de "juiste" belasting
brandt. Bij wisselende omstandigheden (dichtdraaien radiatorkranen b.v.) zal de belasting aangepast
worden (adaptief). Indien tijdens de warmtevraag de ingestelde aanvoertemperatuur bereikt wordt, zal
het toestel gaan moduleren op die temperatuur.
Het toestel zoekt zodoende de bij de installatie horende belasting en zal met optimaal
rendement functioneren.
5.3
Tap-bedrijf
Tapvraag heeft voorrang op cv-vraag.
Detectie vindt plaats middels een stromingsschakelaar . Het toestel moduleert op basis van de
setwaarde van de tap-NTC. Na einde tapping (gedetecteerd door de stromingsschakelaar) zal het
toestel nog in bedrijf blijven tot de setwaarde van de retour-NTC bereikt is. Vervolgens blijft de pomp
nog gedurende 15 seconden bekrachtigd om alle nog aanwezige restwarmte in
pompen. Gedurende deze tijd zal een vanuit cv optredende warmtevraag niet gehonoreerd worden.
Indien er vervolgens geen warmtevraag meer optreedt, zal na 3,5 uur
worden (dit opwarmen duurt ongeveer 20 seconden).
Indien het non-combitoestel wordt voorzien van een externe boiler die voorzien is van een thermostaat
dan wordt de warmtevraag voor warmwater verkregen door de schakelactie van deze thermostaat.
Deze thermostaat bepaalt tevens de hysterese (verschil in °C tussen in en uitschakelen van het
toestel). Bij aanhoudende warmtevraag zal het toestel gaan moduleren vanaf een aanvoertemperatuur
van 87°C. Wordt de aanvoertemperatuur 90°C dan zal het toestel uitschakelen en bij aanhoudende
warmtevraag weer inschakelen bij een temperatuur kleiner dan 85°C.
Indien de externe boiler wordt voorzien van een NTC dan vindt detectie en warm houden van de boiler
plaats op een temperatuur van 60°C. (zie tekening volgende pagina)
5.4
Service-Bedrijf
Het is mogelijk om het toestel gedurende 11 minuten geforceerd op minimale of maximale cv-toerental
te laten branden voor servicedoeleinden.
Houd de mode-toets (
display (knipperend). Tevens is een sleutelsymbool waarneembaar. Druk op de + en/of – toets totdat
de servicecode** verschijnt. Druk vervolgens de
op de + en/of – toets totdat het cijfer 8 verschijnt. Bevestig wederom door de
Druk tenslotte op de + en/of – toets totdat het cijfer 1 (geforceerd laag) of het cijfer 2 (geforceerd
hoog) verschijnt. Gedurende het geforceerd in bedrijf zijn, is er een koffersymbool op het display
zichtbaar.
Indien men ten behoeve van servicedoeleinden meer dan deze 11 minuten nodig heeft, dient men te
resetten en het toestel opnieuw geforceerd te laten branden.
**-servicecode is 96.
) (zie fig. 3) gedurende 10 seconden ingedrukt, het cijfer 0 verschijnt op het
39
de warmtewisselaar
-toets om de keuze te bevestigen. Druk vervolgens
de warmtewisselaar te
opgewarmd
-toets in te drukken.