Aanwijzingen bij de documentatie Aanwijzingen bij de documentatie Typeplaatje Lees de handleiding aandachtig door zodat u alle informatie Het typeplaatje vermeldt het land waar het apparaat ver- begrijpt om de veiligheid tijdens installatie, gebruik en vaardigd is en het land waarvoor het apparaat bestemd is. onderhoud te garanderen.
Gebruik volgens de voorschriften installatie en de eerste ingebruikneming. Instelwerkzaamhe- den, onderhoud en reparatie mogen alleen worden uitge- De HR-gasketels ThermoSystem TS 80/3 - TS 280/3 zijn voerd door een erkend installateur. volgens de huidige stand van de techniek en de erkende veiligheidsvoorschriften gebouwd.
Normen, voorschriften en richtlijnen Levensgevaar door vergiftiging en explosie Door het gebruik van ongeschikt gereedschap of de ver- De Bulex Thermosystem ketel mag uitsluitend door een keerde omgang met gereedschap kan het gastraject ondicht erkend installateur worden geïnstalleerd. worden.
Toestelbeschrijving 3.2.3 Modulatiebereik Draaiknop voor instellen van de CV-aanvoertempe- ratuur Draaiknop voor instellen van de boilertemperatuur Min. belasting Max. belasting Toesteltype (voor toestellen met aangesloten warm- waterboiler). TS 80/3 14,0 17,5 80,0 TS 120/3 22,0 19,0 115,9 3.2.5 Overzicht van de functie-elementen TS 160/3 27,0 17,0...
HR-gasketel monteren HR-gasketel monteren Het toestel kan worden gebruikt bij omgevingstemperaturen van ca. 4 °C tot ca. 50 °C. De HR-gasketel wordt gereed voor aansluiting in een ver- Bij de keuze van de standplaats moet u rekening houden pakkingseenheid met gemonteerde mantel geleverd. met het ketelgewicht inclusief de waterinhoud conform de tabel „Technische gegevens“...
HR-gasketel monteren 4.2.2 Aanbevolen minimumafstanden voor Afmetingen plaatsing R2‘‘ 1 1/2“ R2‘‘ 214,5 4.3 Afmetingen voor buisaansluitingen (in mm) 4.2 Aanbevolen afstanden bij de plaatsing (in mm) > Houd de aanbevolen minimumafstanden aan, om mon- tage- en onderhoudswerkzaamheden met zo min moge- lijk belemmeringen te kunnen uitvoeren.
Installatie Installatie Alle afmetingen in dit hoofdstuk zijn in mm aangegeven. Installatievoorbeelden Voorbeeld 1: Een CV-toestel voor CV (radiators en vloerver- warming) en warmwaterbereiding met solaire ondersteu- ning. Legenda: ThermoSystem 2 Centrifugaalpomp 3 Expansievat 5 Veiligheidsklep 6 Zonnecollector 7 Warmwaterboiler 8 Radiatorcircuit 9 Vloerverwarming 10 Regelklep...
Pagina 13
Installatie Voorbeeld 3: Luchtverwarmingssysteem Legenda: ThermoSystem 2 Centrifugaalpomp 3 Expansievat 4 Veiligheidsklep 5 Luchtverwarming 6 Regelklep voor beveiliging van het minimum circulatiewatervolume 5.3 Voorbeeld hydraulisch systeem 3 Voorbeeld 4: Cascade van 3 voor CV (radiatorcircuits) en warmwaterbereiding met solaire ondersteuning. Legenda: ThermoSystem 2 Centrifugaalpomp...
Installatie HR-gasketel installeren Mantel verwijderen Algemene aanwijzingen bij de CV-installatie > Bouw bij gesloten CV-installaties een typegekeurde, met het warmtevermogen overeenkomende veiligheidsklep > Leg van de uitblaasleiding van de veiligheidsklep op de standplaats een afvoerbuis met inlaattrechter en sifon naar een geschikte afvoer in de plaatsingsruimte. De afvoer moet men in de gaten kunnen houden! >...
Installatie Opgelet! Gevaar! Beschadigingsgevaar door te hoge druk! Gevaar voor beschadiging door lekkend Het gasblok kan door hoge druk beschadigd water! worden. De werkdruk mag niet meer dan Mogelijke ondichtheden aan waterleidingen. > Let erop dat de aansluitleidingen zonder 6 kPa (60 mbar) bedragen. >...
Installatie Watercirculatievolume en drukverliezen Het rookgasafvoersysteem moet geschikt zijn voor de afvoer van de rookgassen. De rookgasleiding moet geschikt De waarden voor de minimale watercirculatievolumes en zijn voor temperaturen tot 120 °C en een overdruk van 200 nominale watercirculatievolumes van de afzonderlijke ver- Pa.
Installatie Condenswaterafvoer De pH-waarde van het rookgascondenswater ligt tussen 3,5 en 4,5. Het condenswater bevat geen ongeoorloofde zware metaalionen. De HR-gasketel is uitgerust met een condenswatercollector en een condenswaterafvoer met sifon. Het condenswater dat bij de verbranding ontstaat, wordt ofwel direct via de sifon in de riolering geleid of eerst geneutraliseerd en daarna in de riolering geleid.
Installatie Elektrische aansluiting 5.9.1 Aansluitingsbedrading in de schakelkast aansluiten Gevaar! > Open de frontmantel (¬ hfdst. 5.3). Levensgevaar door elektrische schok aan > Klap de schakelkast naar voren. spanningvoerende aansluitingen! > Haak het achterste deksel van de schakelkast uit en klap Op de klemmen L en N van de turkooizen dit naar boven.
Installatie Bij gasgestookte toestellen met een totaal nomi- naal warmtevermogen boven 70 kW moet buiten de plaatsingsruimte een noodschakelaar geïn- stalleerd worden, die de stroomtoevoer naar de noodschakelaar in geval van nood 2-polig onder- breekt. Naast de noodschakelaar moet een bordje met de tekst „Noodschakelaar vuurhaard“...
Toestel in gebruik nemen Toestel in gebruik nemen Externe aanvoerthermostaat Een aanvoerthermostaat, bijv. ter beveiliging van vloerver- warmingen, kan op de klemmen „contactthermostaat“ elek- De eerste inbedrijfstelling en de bediening van het toestel trisch in de veiligheidsketen worden opgenomen. en het instrueren van de gebruiker moet door een erkend installateur uitgevoerd worden.
Toestel in gebruik nemen Handeling Opmerking Noodzakelijk gereedschap Gasaansluitdruk controleren Gasdruk moet tussen 1,7 en 2,5 kPa (17 en U- of digitale manometer 25 mbar) gelegen zijn Controleren of sifon gevuld is Indien nodig via rookgasmeetnippel vullen Elektrische aansluitlijst controleren Netaansluiting: klemmen L,N, PE Thermostaat klemmen: „Bus“, /7-8-9 of 3-4 Toestel inschakelen, displayweergave Anders zekeringen controleren...
Bij deskundig gebruik van de vol- kleinste individuele verwarmingsvermogen ingezet worden). gende producten werden aan Bulex HR-gasketels Thermo- Deze gegevens gelden alleen tot het 3-voudige installatievo- System tot nu toe geen onverdraagzaamheden vastgesteld.
6 Toestel in gebruik nemen > Vul de installatie tot een systeemdruk van 0,23 MPa 6.4.1 Aansluitdruk (gasstroomdruk) controleren (2,3 bar) tot 0,25 MPa (2,5 bar) . Door op de toets „-“ te drukken wordt gedurende ca. 3 sec. de actuele waterdruk weergegeven. > Vul het systeem via de ketelvul- en aftapvoorziening aan systeemzijde.
Toestel in gebruik nemen > Meet het CO 6.4.2 CO -gehalte controleren -gehalte in de rookgassen. TS /3 % CO bij nominale % CO bij minimale De meetopening voor de CO -meting moet zelf in de rook- last last gasbuis worden gemaakt. G20 20 mbar 9,3 ±...
Pagina 26
Toestel in gebruik nemen 6.2 Gasdoorstromingsschroef 6.3 Nulpuntschroef > Breng de meetsonde van het rookgas-meettoestel in de De gasinstelling voor de minimale last geschiedt via de nul- meetopening naar binnen. puntschroef (1) (Torx Tx40 onder afdekking) van het gas- > Verwijder de afdekkap van het gasblok. blok.
Toestel in gebruik nemen 6.4.4 Gasomschakeling uitvoeren De omschakeling naar aardgas G25 geschiedt alleen door instelling van het gasblok. Ga als volgt te werk: > Breng de meetsonde van de CO -meter in de meetope- ning bij de rookgasbuis naar binnen. >...
Toestel in gebruik nemen Gebruiker instrueren De gebruiker van het toestel moet over het gebruik en de werking van zijn HR-gasketel geïnstrueerd worden. Na het voltooien van de installatie moet de installateur: > de werking van het toestel en de veiligheidsvoorzienin- gen uitleggen aan de gebruiker, en indien nodig een demonstratie geven en vragen beantwoorden >...
Aanpassen aan de CV-installatie Aanpassen aan de CV-installatie De aanpassing van de HR-gasketel aan de CV-installatie geschiedt in de diagnosemodus. Het bedieningsconcept voor het selecteren van de verschillende parameters en hun instelling is beschreven in ¬ hfdst. 9.2. Enkele instellingen zijn alleen voor de installateur bestemd en kunnen pas na invoer van de servicecode „17“...
Aanpassen aan de CV-installatie Diagnose- Beschrijving Instelbereik Fabrieksinstelling punt d.77 Minimale boilerlast (vermogensbegrenzing boilerlading) in kW instelbare waarden in kW maximaal vermo- d.78 Boilerlaadtemperatuurbegrenzing (gewenste aanvoertemperatuur 75 °C - 85 °C 80 °C in boilerfunctie) in °C d.84 Aantal uren tot volgende onderhoud (invoer van de gebruiksuren 0 ...
Aanpassen aan de CV-installatie Weer- Betekenis De pomp wordt na het branderbedrijf en 5 min. naloop uit- gave geschakeld en binnen telkens 30 min. een keer gedurende Testprogramma voor het ontluchten van CV-circuit, minstens 5 min. ingeschakeld om de energie van het ver- gasketel en evt.
Onderhoud Onderhoud Neem de fundamentele veiligheidsvoorschriften in acht voordat u begint aan onderhoud of reserve-onderdelen ver- vangt: > Schakel het toestel uit. Algemene aanwijzingen > Sluit het toestel af van de stroomtoevoer. > Schakel de gasafsluiter van het toestel uit. >...
Onderhoud Controlelijst onderhoud Controleer in het kader van de inspectie de hier vermelde punten en voer, indien nodig, de dienovereenkomstige onderhoudswerkzaamheden conform het volgende hoofd- stuk uit. Voor het onderhoud moet u de mantel van de HR-gasketel wegnemen. > Schroef hiervoor de schroef boven het multifunctionele schakelveld eruit.
Onderhoud Reiniging van de condenswatercollector 8.3 Beugel aftrekken > Trek de beugel (3) af. > Neem de sifon weg en reinig deze. > Monteer de sifon in omgekeerde volgorde. 8.1 Afb. 8.1 Condenswatercollector reinigen > Schroef de stop op de rookgasmeetopening af en vul de >...
Onderhoud Verbrandingsluchtdrukschakelaar De reiniging van de brander moet een keer per controleren jaar worden uitgevoerd. Hiervoor is het noodza- kelijk om de complete brander-ventilator-een- > Controleer de slangen naar de verbrandingsluchtdruk- heid te demonteren. schakelaar (1, afb. 8.4) op vervuiling en of deze goed zit. Opgelet! Functiestoringen door verkeerde bedrading!
Onderhoud > Blaas de brander buiten de plaatsingsruimte, van buiten > Draai indien nodig de schroeven met 12 Nm vaster aan. naar binnen met perslucht uit. Als geen perslucht aanwe- zig is, kan de brander als alternatief ook met water wor- 8.11 Ontstekings- en ionisatie-/ den uitgespoeld.
Onderhoud 8.12 Veiligheidstemperatuurbegrenzer 8.14 Functiecontrole controleren Voer na voltooiing van alle inspectie- en onderhoudswerk- zaamheden een functiecontrole uit, zoals beschreven in ¬ hfdst. 6.6 8.10 Ontgrendelingstoets Legenda Ontgrendelingstoets veiligheidstemperatuurbegrenzer met afdekkap > Schakel de aan/uit-schakelaar in. > Sluit het CV-circuit af. > Zet het toestel op maximale aanvoertemperatuur en ver- warm het toestel tot de regeluitschakeling.
Verhelpen van storingen Verhelpen van storingen Statusmeldingen > Druk op de toets „i“, om de actuele operationele status af te lezen. > Druk opnieuw op de toets „i“, om de weergavetoestand weer te verlaten. In de volgende tabel zijn alle parameters bij elkaar gezet. Display Statusmeldingen CV-functie...
Verhelpen van storingen Diagnosemodus Voor het aflezen van de operationele toestand en voor de diagnose van storingen kunnen in de diagnosemodus ver- schillende parameters worden afgelezen. > Druk tegelijkertijd op de toetsen „i“ en „+“, om de diag- nosemodus op te roepen. >...
Pagina 40
Verhelpen van storingen Display Betekenis Instelbereik en fabrieksinstelling bij instelbare parameters d.34 Toerentallijstwaarde van de ventilator [10-1/min] d.40 Aanvoertemperatuur [°C] d.41 Retourtemperatuur [°C] d.43 Keteltemperatuur d.44 Actuele waarde ionisatiestroom d.47 Buitentemperatuur [°C] d.50 Offset voor minimaal toerental in rpm/10 Instelbereik: -40 ... +40 d.51 Offset voor maximaal toerental in rpm/10 Instelbereik: -40 ...
Verhelpen van storingen Storingsmeldingen De fouten die in dit hoofdstuk worden beschreven, moeten worden behandeld door een bevoegde technicus en indien nodig door de dienst na verkoop. Fout Beschrijving Mogelijke oorzaak Nr. "F.." Onderbreking aanvoervoeler Onderbreking retourvoeler Kortsluiting aanvoervoeler Kortsluiting retourvoeler Kortsluiting boilervoeler Veiligheidstemperatuurbegrenzer heeft aangesproken Waterdruk te gering, watergebrek...
Verhelpen van storingen Ontgrendeling na uitschakeling door de HR-gasketel reageert niet op 2-punts-regeling > Controleer bij het systeem ProE of het schakelcontact veiligheidstemperatuurbegrenzer (TB) tussen klem 3 en 4 door de externe thermostaat werd gesloten. Als tussen klem 3 en 4 een brug wordt geplaatst en de ThermoSystem in werking gaat, moet de externe thermostaat worden gecontroleerd.
Fabrieksgarantie / Aansprakelijkheid Een tussenkomst onder waarborg brengt geen verlenging van de waarborgperiode met zich mee. Wij danken u omdat u voor Bulex gekozen hebt, het merk De waarborg is niet van toepassing wanneer de slechte wer- van gaswandketels. king van het toestel veroorzaakt wordt door: Bulex waarborgt dit toestel tegen alle fabricatie- of materi- –...
Recycling en afvoer Recycling en afvoer Bij alle producten is het latere recyclen resp. het afvoeren reeds een onderdeel van de productontwikkeling. De fabrieksnormen leggen strenge eisen vast. Bij de keuze van het materiaal wordt rekening gehouden met de hergebruiksmogelijkheden, de demonteer- en scheidbaarheid van materiaal en bouwgroepen en de milieu- en gezondheidsgevaren bij recycling en bij de afvoer van het onvermijdelijk resterende materiaal, dat niet kan...
De verbrandingsluchttoevoer-/rookgasaf- Bulex artikelnummers aangegeven producten voor verbran- voersystemen mogen alleen geïnstalleerd dingsluchttoevoer/rookgasafvoer aangetoond. worden door een erkend installateur. Deze is ook verantwoordelijk voor de correcte 13.2...
> Voor de installatie van de rookgasafvoer den te worden, aangezien bij nominaal verwarmingsver- mag u alleen de betreffende delen van mogen van het toestel de temperaturen bij de oppervlak- Bulex gebruiken. ken van aangrenzende onderdelen niet hoger kunnen worden dan 85°C. Opgelet! –...
Gekeurde en toegelaten verbrandings lucht-/rookgasleidingen – onafhankelijk van de omgevingslucht Gekeurde en toegelaten verbrandings- lucht-/rookgasleidingen – onafhankelijk van de omgevingslucht In dit hoofdstuk worden de voorwaarden beschreven waar- onder u de ThermoSystem ketels mag aansluiten op ver- brandingsluchttoevoer-/rookgasafvoerleidingen. 15.1 Beschrijving –...
Gekeurde en toegelaten verbrandings lucht-/rookgasleidingen – onafhankelijk van de omgevingslucht Opgelet! Hierna worden vier mogelijkheden van de verbrandings- Storingen aan de verbranding door wind- luchttoevoer/rookgasafvoer beschreven: druk! – verbrandingslucht-/rookgasleiding voor van de omge- > De afstand tussen de monding van de vingslucht onafhankelijke werking, verbrandingslucht uit rookgasleiding en het dakoppervlak moet de schacht...
Gekeurde en toegelaten verbrandings lucht-/rookgasleidingen – onafhankelijk van de omgevingslucht 15.4 Verbrandingslucht-/rookgasleiding – onafhankelijk van de omgevingslucht, verbrandingslucht door de buitenmuur 15.2 Verbrandingslucht-/rookgasleiding – onafhankelijk van de omgevingslucht, verbrandingslucht door de buitenmuur Maximale totale buislengte (L1 + L2 + L3 + L4) Minimum schachtdoor- Toesteltype snede...
Gekeurde en toegelaten verbrandings lucht-/rookgasleidingen – onafhankelijk van de omgevingslucht 15.5 Verbrandingslucht-/rookgasleiding – onafhankelijk van de omgevingslucht, verbrandingslucht en rookgasafvoer via dak De afstand tussen de opening van de verbrandingsluchtbuis en het dakoppervlak moet ten minste 0,5 m bedragen, zodat er geen storingen door sneeuw kunnen optreden. De monding van de rookgasleiding moet ten minste 0,5 m boven de verbrandingsluchtleiding liggen, zodat er geen storingen door rookgasrecirculatie kunnen optreden.
Afvoer Afvoer 15.6 Verbrandingslucht-/rookgasleiding – onafhankelijk van de omgevingslucht, verbrandingslucht door de buitenmuur, Zorg ervoor dat de verbrandingsluchttoevoer/rookgasafvoer rookgasleiding op de gevel op correcte wijze worden afgevoerd. Neem de geldende nationale wettelijke voor- schriften in acht 15.4 Verbrandingslucht-/rookgasleiding - onafhankelijk van de omgevingslucht, verbrandingslucht door de buitenmuur, rookgasleiding op de gevel Toesteltype...