Inhoudsopgave Aanwijzingen bij de documentatie 1 15.4 Verbrandingslucht-/rookgasleiding – Gebruikte symbolen onafhankelijk van de omgevingslucht, Neem a.u.b. bij de installatie van het toestel goed nota verbrandingslucht door de buitenmuur....52 van de veiligheidsaanwijzingen in deze installatiehandlei- 15.5 Verbrandingslucht-/rookgasleiding – ding! onafhankelijk van de omgevingslucht, verbrandingslucht en rookgasafvoer via dak ..53 Gevaar! 15.6...
Toestelbeschrijving 2 Gebruik volgens de voorschriften Uitrusting De HR-gasketels ThermoSystem TS 80/3 - TS 280/3 zijn - Modulatiebereik zie tabel 2.3 volgens de huidige stand van de techniek en de erkende - Geringe milieubelasting door extreem lage emissies veiligheidsvoorschriften gebouwd.
2 Toestelbeschrijving Overzicht bedieningselementen Overzicht van de functie-elementen Afb. 2.2 Bedieningselementen ThermoSystem Afb. 2.3 Aanzicht van rechts De bedieningselementen hebben de volgende functies Legenda (zie afb. 2.2): Aanvoer 2 Gasbuis 3 Verbrandingsluchtbox met stoffilter Display voor weergave van de actuele CV-aan- 4 Condensbak voertemperatuur of bepaalde extra informatie 5 Verbrandingsluchtslang...
3 Veiligheidsaanwijzingen en normen Veiligheidsaanwijzingen en normen een aparte plaatsingsruimte gebruikt worden. Hierdoor moet ervoor worden gezorgd dat de verbrandingslucht Vóór de installatie van het toestel moet het plaatselijke altijd vrij is van chemische stoffen. Bij een totaal nomi- energiebedrijf worden geïnformeerd. naal warmtevermogen van het toestel boven 70 kW Het toestel mag uitsluitend door een erkend installateur moet een aparte plaatsingsruimte (stookruimte) gekozen...
Pagina 9
Veiligheidsaanwijzingen en normen 3 Attentie! Nominaal warmtevermogen aardalkaliën Totale Schade aan het gasblok! in kW mol/m hardheid °dH Het gasblok mag alleen worden gecontroleerd ≤ 50 bij specifieke waterinhoud op lekkages met een maximale druk van 110 van de warmteopwekker geen eisen mbar.
3 Veiligheidsaanwijzingen en normen Inspectie en onderhoud Normen, voorschriften en richtlijnen Inspectie, onderhoud en reparaties mogen alleen door De Bulex Thermosystem ketel mag uitsluitend door een een erkend installateur worden uitgevoerd. Niet-uitge- erkend installateur worden geïnstalleerd. voerde inspectie- en onderhoudswerkzaamheden kunnen De installatie dient uitgevoerd te worden in overeen- leiden tot materiële schade en lichamelijk letsel.
Montage 4 Montage Bij de keuze van de standplaats moet u rekening houden met het ketelgewicht inclusief de waterinhoud conform De HR-gasketel wordt gereed voor aansluiting in een de tabel „Technische gegevens“. verpakkingseenheid met gemonteerde mantel geleverd. Voor geluiddemping kunt u een ketelsokkel (geluiddem- pend) of iets dergelijks gebruiken;...
4 Montage 4.2.2 Aanbevolen minimumafstanden voor plaatsing Afb. 4.4 Toestelafmetingen 80/3 - 160/3 200/3 - 280/3 Afb. 4.2 Aanbevolen afstanden bij de plaatsing (in mm) • Houd de aanbevolen minimumafstanden aan, om mon- 1168 1478 tage- en onderhoudswerkzaamheden met zo min mo- 1240 1550 gelijk belemmeringen te kunnen uitvoeren. 4.2.3 Uitlijnen van de HR-gasketel Tabel 4.2 Toestelafmetingen (in mm) • Lijn de HR-gasketel met behulp van de in hoogte ver-...
Installatie 5 Installatie Alle afmetingen in dit hoofdstuk zijn in mm aangegeven. Installatievoorbeelden Voorbeeld 1: Een CV-toestel voor CV (radiators en vloer- verwarming) en warmwaterbereiding met solaire onder- steuning. Legenda: ThermoSystem 2 Centrifugaalpomp 3 Expansievat 5 Veiligheidsklep 6 Zonnecollector 7 Warmwaterboiler 8 Radiatorcircuit 9 Vloerverwarming 10 Regelklep...
Pagina 14
5 Installatie Voorbeeld 3: Luchtverwarmingssysteem Legenda: ThermoSystem 2 Centrifugaalpomp 3 Expansievat 4 Veiligheidsklep 5 Luchtverwarming 6 Regelklep voor beveiliging van het minimum circulatiewatervolume Afb. 5.3 Voorbeeld hydraulisch systeem 3 Voorbeeld 4: Cascade van 3 voor CV (radiatorcircuits) en warmwaterbereiding met solaire ondersteuning. Legenda: ThermoSystem 2 Centrifugaalpomp...
Installatie 5 Algemene aanwijzingen bij de CV-installatie Mantel verwijderen Om de mantel te verwijderen gaat u als volgt te werk: Attentie! Functiestoringen! Spoel de CV-installatie voor de aansluiting van het toestel zorgvuldig door! Daarmee verwijdert u resten zoals walshuid, hennep, kit, roest, las- resten, grove vervuiling e.d.
5 Installatie Attentie! Als het nominale watercirculatievolume te laag wordt, wordt de temperatuurspreiding te groot en begint de brander te pulsen. Daarom dient u ervoor te zorgen dat de in tabel 5.1 aangegeven circulatiewatervolumes aanwe- zig zijn. De centrifugaalpomp van de ketel is niet geïntegreerd in de HR-gasketel en moet daarom zelf op de installatie worden geïnstalleerd.
Installatie 5 Rookgasaansluiting 5.7.2 Verbrandingsluchttoevoer-/rookgasafvoersys- temen 5.7.1 Algemene aanwijzingen De gebruikte rookgasafvoersystemen moeten duidelijk De HR-gasketel kan worden gebruikt met verschillende kunnen worden geïdentificeerd. De uitvoering van het verbrandingsluchttoevoer-/rookgasafvoersystemen. De verbrandingsluchttoevoer-/rookgasafvoersysteem moet verbrandingslucht kan uit de plaatsingsruimte worden u conform de technische informatie en montagehandlei- genomen of van buiten via een verbrandingsluchtaan- dingen van de fabrikant van de rookgasleidingen uitvoe- sluiting worden aangevoerd.
5 Installatie Condenswaterafvoer Als bij de installatie de condenswaterafvoerleiding moet De pH-waarde van het rookgascondenswater ligt tussen worden verlengd, mogen uitsluitend toegelaten afvoer- 3,5 en 4,5. buizen worden gebruikt. Het condenswater bevat geen ongeoorloofde zware me- taalionen. Aansluiting van de condenswaterafvoer De samenstelling ervan voldoet aan de richtwaarden De schoorsteenontwatering wordt met helling in een ge- voor indirecte lozingen conform ATV werkblad A 251.
Installatie 5 Het toestel is voor een gemakkelijkere bedrading uitge- • Breng de leidingen door de kabeldoorvoer in de toe- rust met aansluitstekkers systeem ProE en aansluitklaar stelachterwand door het toestel naar de schakelkast. bedraad. • Gebruik voor geleiding van de kabels door het toestel De nettoevoerleiding en alle andere aansluitkabels de kabelgoot op het linker zijdeel. • Klem de nettoevoerleiding op de daarvoor bestemde (bijv.
Pagina 21
Installatie 5 Externe aanvoerthermostaat Een aanvoerthermostaat, bijv. ter beveiliging van vloer- verwarmingen, kan op de klemmen „contactthermo- staat“ elektrisch in de veiligheidsketen worden opgeno- men. Gasdrukregelaar • Een gasdrukregelaar kan op de klemmen „contactther- mostaat“ elektrisch in de veiligheidsketen worden op- genomen. Condenswater-transportpomp • Sluit de alarmuitgang van een condenswater-trans- portpomp elektrisch aan op de stekker „contactther- mostaat“.
6 Inbedrijfstelling Inbedrijfstelling De eerste inbedrijfstelling en de bediening van het toe- stel en het instrueren van de gebruiker moet door een erkend installateur uitgevoerd worden. De verdere inbe- drijfstelling/bediening voert u uit zoals in de gebruiks- aanwijzing beschreven. Attentie! Vóór de inbedrijfstelling alsmede na inspecties, onderhouds- en reparatiewerkzaamheden moet het gastoestel op lekkages worden getest!
Pagina 23
Inbedrijfstelling 6 Handeling Opmerking Noodzakelijk gereedschap Gasaansluitdruk controleren Gasdruk moet tussen 17 en 30 mbar gelegen zijn U- of digitale manometer Controleren of sifon gevuld is Indien nodig via rookgasmeetnippel vullen Elektrische aansluitlijst controleren Netaansluiting: klemmen L,N, PE Thermostaat klemmen: „Bus“, /7-8-9 of 3-4 Toestel inschakelen, displayweergave Anders zekeringen controleren actief...
6 Inbedrijfstelling Systeem vullen 6.3.2 Sifon vullen • Vul de sifon met water door de rookgasopening in de Attentie! rookgascollector. Functiestoring! Spoel de CV-installatie voor de aansluiting van Gevaar! het toestel zorgvuldig door! Gevaar voor vergiftiging door naar buiten stro- Daarmee verwijdert u resten zoals lasdruppels, mende rookgassen! walshuid, hennep, kit, roest, grove vervuiling e.d. Als het toestel wordt gebruikt met lege con- uit de buisleidingen.
Inbedrijfstelling 6 6.4.1 Controle van de aansluitdruk 6.4.2 CO2-gehalte controleren (gasvoordruk) De meetopening voor de CO2-meting moet zelf in de rookgasbuis worden gemaakt. Attentie! Gevaar voor verkeerde metingen door binnen- stromende secundaire lucht! Dicht de testopening van de meetsonde tijdens de meting goed af, om het binnenstromen van secundaire lucht te verhinderen! Aanwijzing!
6 Inbedrijfstelling • Meet het CO2-gehalte in de rookgassen. Aanwijzing! De maximale trek mag niet hoger zijn dan 20 Pa, omdat anders de resultaten van de TS /3 % CO bij nominale % CO bij minimale last last CO2-meting kunnen worden vervalst. Indien nodig kunt u tijdens de meting het deksel van G20 20 mbar 9,3 ±...
Inbedrijfstelling 6 Aanwijzing! • Om het CO2-gehalte te verhogen, draait u de nulpunt- Verstel alleen in stappen van 1/8e slag en wacht schroef met de klok mee (rechts). na iedere verstelling ca. één minuut tot de • Om het CO2-gehalte te reduceren, draait u de nulpunt- waarde zich heeft gestabiliseerd. schroef tegen de klok in (links). Controleer na de instelling de kwaliteit van de verbran- Controleer na de instelling de kwaliteit van de verbran- ding via de kijkopening:...
6 Inbedrijfstelling Controleren van de toestelfuncties De gebruiker van het toestel moet over het gebruik en Voer na afsluiting van de installatie en de gasinstelling de werking van zijn HR-gasketel geïnstrueerd worden. een functiecontrole van het toestel uit voordat het toe- Na het voltooien van de installatie moet de installateur: stel in werking wordt gesteld en aan de gebruiker wordt • de werking van het toestel en de veiligheidsvoorzienin-...
Aanpassen aan de CV-installatie 7 Aanpassen aan de CV-installatie De aanpassing van de HR-gasketel aan de CV-installatie geschiedt in de diagnosemodus. Het bedieningsconcept voor het selecteren van de verschillende parameters en hun instelling is beschreven in hoofdstuk 6.2. Enkele in- stellingen zijn alleen voor de installateur bestemd en kunnen pas na invoer van de servicecode „17“...
Pagina 30
7 Aanpassen aan de CV-installatie Diagnose- Beschrijving Instelbereik Fabrieksinstelling punt d.77 Minimale boilerlast (vermogensbegrenzing boilerlading) in kW instelbare waarden in kW maximaal vermogen d.78 Boilerlaadtemperatuurbegrenzing (gewenste aanvoertemperatuur 75 °C - 85 °C 80 °C in boilerfunctie) in °C d.84 Aantal uren tot volgende onderhoud (invoer van de gebruiksuren 0 ...
Aanpassen aan de CV-installatie 7 Maximale ketelaanvoertemperatuur instellen Afb. 7.1 Bedieningselementen ThermoSystem Draai de draaiknop (8, afb. 7.1) voor de CV met de klok mee op Maximum. Nu kan de maximale aanvoertempera- tuur voor de CV-functie onder het diagnosepunt „d.71“ tussen 40 en 85 °C worden ingesteld.
8 Onderhoud Onderhoud Gevaar! Levensgevaar door elektrische schok! Algemene aanwijzingen Op de aansluitlijst van het toestel staat ook bij Voorwaarde voor permanente inzetbaarheid en ge- uitgeschakelde aan/uit-schakelaar elektrische bruiksveiligheid, betrouwbaarheid en lange levensduur is spanning. Schakel vóór werkzaamheden aan het een jaarlijkse inspectie/jaarlijks onderhoud van het toe- toestel de stroomtoevoer uit en beveilig deze stel door een erkend installateur.
Onderhoud 8 Controlelijst onderhoud Controleer in het kader van de inspectie de hier vermel- de punten en voer, indien nodig, de dienovereenkomstige onderhoudswerkzaamheden conform het volgende hoofdstuk uit. Voor het onderhoud moet u de mantel van de HR-gaske- tel wegnemen. • Schroef hiervoor de schroef boven het multifunctione- le schakelveld eruit.
8 Onderhoud Reiniging van de condenswatercollector • Maak de slangen (1) en (2) los. Afb. 8.1 Condenswatercollector reinigen • Demonteer het frontdeel van de ketelmantel. Afb. 8.3 Beugel aftrekken • Schroef het deksel van de inspectie-opening (1) af. • Controleer de condenswatercollector op vervuiling en • Trek de beugel (3) af. reinig deze, indien nodig, met een schraper. • Neem de sifon weg en reinig deze. • Controleer de afdichting van de inspectie-opening • Monteer de sifon in omgekeerde volgorde. vóór montage op beschadigingen.
Onderhoud 8 Verbrandingsluchtdrukschakelaar controleren • Controleer de slangen naar de verbrandingsluchtdruk- schakelaar (1) (zie afb. 8.4) op vervuiling en of deze goed zit. Attentie! De met "P1" gemarkeerde aansluiting van de verbrandingsluchtdrukschakelaar moet op de Venturi aangesloten zijn. De met "P2" gemarkeerde aansluiting van de verbrandingsluchtdrukschakelaar moet tussen gasblok en Venturi aangesloten zijn.
8 Onderhoud • Monteer daarna alle onderdelen weer in omgekeerde 8.11 Wisselen van de ontstekings- en volgorde. ionisatie-/bewakingselektrode Attentie! Gevaar voor functiestoringen door afzettingen! Door afzettingen op de elektrodes kunnen er be- lemmeringen van de werking optreden. Vervang de ontstekings- en ionisatie-/bewa- kingselektrode daarom een keer per jaar. Een reiniging is niet voldoende en derhalve niet toe- gestaan.
Onderhoud 8 8.13 Veiligheidstemperatuurbegrenzer controleren 8.14 Functiecontrole Voer na voltooiing van alle inspectie- en onderhouds- werkzaamheden een functiecontrole uit, zoals beschre- ven in hoofdstuk 6.6. Afb. 8.10 Ontgrendelingstoets Legenda 1 TB-ontgrendelingstoets met afdekkap • Schakel de aan/uit-schakelaar in. • Sluit het CV-circuit af. • Zet het toestel op maximale aanvoertemperatuur en verwarm het toestel tot de regeluitschakeling. • Na een wachttijd van twee minuten (temperatuurcom- pensatie) start u het testprogramma „P.5“.
9 Verhelpen van storingen Verhelpen van storingen Statusmeldingen • Druk op de toets „i“, om de actuele operationele sta- tus af te lezen. • Druk opnieuw op de toets „i“, om de weergavetoe- stand weer te verlaten. In de volgende tabel zijn alle parameters bij elkaar gezet. Display Statusmeldingen CV-functie S.00 Geen warmtevraag...
Verhelpen van storingen 9 Diagnosemodus Voor het aflezen van de operationele toestand en voor de diagnose van storingen kunnen in de diagnosemodus verschillende parameters worden afgelezen. • Druk tegelijkertijd op de toetsen „i“ en „+“, om de di- agnosemodus op te roepen. • Kies met de toetsen „+“ en „–“ het gewenste diagno- sepunt.
Pagina 40
9 Verhelpen van storingen Display Betekenis Instelbereik en fabrieksinstelling bij instelbare parameters CV-deellast, instelbare waarden in KW Fabrieksinstelling: maximaal vermogen Pompnalooptijd voor CV-functie Instelbereik: 2,3…60 min; Fabrieksinstelling: 5 min Maximale branderwachttijd bij 20 °C Instelbereik: 2..60 min ; Fabrieksinstelling: 20 min Meetwaarde van de boilertemperatuur [°C] Gewenste waarde van de aanvoertemperatuur/retour [°C] actuele gewenste waarde, vastgesteld uit poti, regelaar, regelingswijze….
Pagina 41
Verhelpen van storingen 9 Display Betekenis Instelbereik en fabrieksinstelling bij instelbare parameters d.34 Toerentallijstwaarde van de ventilator [10-1/min] d.40 Aanvoertemperatuur [°C] d.41 Retourtemperatuur [°C] d.43 Keteltemperatuur d.44 Actuele waarde ionisatiestroom d.47 Buitentemperatuur [°C] d.50 Offset voor minimaal toerental in rpm/10 Instelbereik: -40 ... +40 d.51 Offset voor maximaal toerental in rpm/10...
9 Verhelpen van storingen Storingsmeldingen De fouten die in dit hoofdstuk worden beschreven, moe- ten worden behandeld door een bevoegde technicus en indien nodig door de dienst na verkoop. Fout Beschrijving Mogelijke oorzaak Nr. "F.." Onderbreking aanvoervoeler Onderbreking retourvoeler Kortsluiting aanvoervoeler Kortsluiting retourvoeler Kortsluiting boilervoeler Veiligheidstemperatuurbegrenzer heeft aangesproken...
• Ontgrendel de TB door op de stift (1) te drukken. Spoor na het aanspreken van de TB altijd storingen op en verhelp de storing. Wij danken u omdat u voor Bulex gekozen hebt, de Euro- pese toonaangevende fabrikant van ketels. Algemene aanwijzingen Bulex garandeert dit toestel tegen alle fabricage- of ma-...
- Hij moet binnen de veertien dagen na de installatie de agentschap van Bulex. Wij danken u bij voorbaat voor naar Bulex teruggestuurd worden. Zo niet begint de uw medewerking. garantie pas te lopen vanaf de fabricagedatum van het toestel en niet op de installatiedatum.
Wanneer de uitvoeringsbepalingen van deze mon- Gevaar! tagehandleiding worden nageleefd, wordt de bruikbaar- Vergiftigingsgevaar door ontsnappend rookgas heid van de door Bulex artikelnummers aangegeven pro- bij verkeerde montage! ducten voor verbrandingsluchttoevoer/rookgasafvoer De verbrandingsluchttoevoer-/rookgasafvoer- aangetoond.
Voor de installatie van de rookgasafvoer mag u stand gehouden te worden, aangezien bij nominaal alleen de betreffende delen van Bulex gebruiken. verwarmingsvermogen van het toestel de temperatu- ren bij de oppervlakken van aangrenzende onderdelen Attentie! niet hoger kunnen worden dan 85°C.
Gekeurde en toegelaten verbrandingslucht-/rookgasleidingen – onafhankelijk van de omgevingslucht 15 15 Gekeurde en toegelaten verbrandingslucht-/ rookgasleidingen – onafhankelijk van de omgevingslucht In dit hoofdstuk worden de voorwaarden beschreven waaronder u de ThermoSystem ketels mag aansluiten op verbrandingsluchttoevoer-/rookgasafvoerleidingen. 15.1 Beschrijving - Met de HR-gasketel gekeurde en toegelaten verbran- dingslucht-/rookgasleidingen - Van de omgevingslucht onafhankelijke werking 15.2...
15 Gekeurde en toegelaten verbrandingslucht-/rookgasleidingen – onafhankelijk van de omgevingslucht Hierna worden vier mogelijkheden van de verbrandings- 15.3 Verbrandingslucht-/rookgasleiding – onafhan- luchttoevoer/rookgasafvoer beschreven: kelijk van de omgevingslucht, verbrandings- - verbrandingslucht-/rookgasleiding voor van de omge- lucht uit de schacht vingslucht onafhankelijke werking, verbrandingslucht uit de schacht - verbrandingslucht-/rookgasleiding voor van de omge- vingslucht onafhankelijke werking, verbrandingslucht...
Pagina 51
Gekeurde en toegelaten verbrandingslucht-/rookgasleidingen – onafhankelijk van de omgevingslucht 15 Maximale totale buislengte (L Minimum Toesteltype schachtdoorsnede DN 130 DN 140 DN 150 DN 200 ThermoSystem rond: DN+60 mm 27,2 34,7 43,6 HR TS 80/3 hoekig: DN+40 mm rond: DN+80 mm 30,0 30,0 50,0 hoekig: DN+60 mm ThermoSystem rond: DN+60 mm 10,0 12,4...
15 Gekeurde en toegelaten verbrandingslucht-/rookgasleidingen – onafhankelijk van de omgevingslucht 15.4 Verbrandingslucht-/rookgasleiding – onafhan- kelijk van de omgevingslucht, verbrandings- lucht door de buitenmuur Afb. 15.2 Verbrandingslucht-/rookgasleiding – onafhankelijk van de omgevingslucht, verbrandingslucht door de buiten- muur Maximale totale buislengte (L Minimum Toesteltype schachtdoorsnede...
Pagina 53
Gekeurde en toegelaten verbrandingslucht-/rookgasleidingen – onafhankelijk van de omgevingslucht 15 15.5 Verbrandingslucht-/rookgasleiding – onafhan- kelijk van de omgevingslucht, verbrandings- lucht en rookgasafvoer via dak De afstand tussen de opening van de verbrandingslucht- buis en het dakoppervlak moet ten minste 0,5 m bedra- gen, zodat er geen storingen door sneeuw kunnen optre- den.
Pagina 54
15 Gekeurde en toegelaten verbrandingslucht-/rookgasleidingen – onafhankelijk van de omgevingslucht 15.6 Verbrandingslucht-/rookgasleiding – onafhan- kelijk van de omgevingslucht, verbrandings- lucht door de buitenmuur, rookgasleiding op de gevel Afb. 15.4 Verbrandingslucht-/rookgasleiding - onafhankelijk van de omgevingslucht, verbrandingslucht door de buiten- muur, rookgasleiding op de gevel Toesteltype Maximale totale buislengte (L DN 130...
Pagina 55
Garantie 16 Afvoer 17 16 Afvoer Zorg ervoor dat de verbrandingsluchttoevoer/rookgasaf- voer op correcte wijze worden afgevoerd. Aanwijzing Neem de geldende nationale wettelijke voor- schriften in acht Installatie- en onderhoudshandleiding ThermoSystem HR TS 0020080029_00...
Pagina 56
Bulex Chaussée de Mons, 1425 Bergensesteenweg, 1425 1070 Bruxelles - Brussel Téléphone : 02 555 13 13 Télécopie: 02 555 13 14 Site Internet : www.bulex.be...