1 Veiligheid
een bijkomende startpoging van de warm-
tepomp. Na drie mislukte startpogingen na
elkaar wordt een foutmelding weergegeven.
– Koelcircuitdruk max.: 4,15 MPa
– Wachttijd: 5 min
– Wachttijd: 30 min
1.13 Taak en functie van de druksensor
in het CV-circuit en brijncircuit
In het CV-circuit en brijncircuit bevindt zich
telkens een druksensor die de voorhanden
druk meet.
De druk kan op het display van de warmte-
pomp afgelezen worden. Als de druk in een
van beide circuits onder de minimale be-
drijfsdruk daalt, wordt een foutmelding op het
display van de warmtepomp weergegeven.
– Werkdruk CV-water: ≥ 0,07 MPa
– Werkdruk brijnvloeistof: ≥ 0,07 MPa
1.14 Taak en functie van het ontdooien
van de lucht/brijncollector
Deze functie zorgt ervoor dat de warmtewis-
selaar van de lucht/brijncollector indien nodig
ontdooid wordt.
Hiervoor wordt indien nodig met een elek-
trisch verwarmingselement de brijnvloeistof
naar de warmtewisselaar kortstondig zoda-
nig opgewarmd tot de rijpvorming van buiten
aan de warmtewisselaar ontdooid is. Deze
functie wordt geactiveerd als het tempera-
tuurverschil tussen de aan de warmtewisse-
laar intredende lucht en de brijn in de warm-
tewisselaar groter is dan 7 K. Tijdens het ont-
rijpingsproces schakelt de warmtepomp in
stand-by terwijl de compressor niet in bedrijf
is, de omgevingscircuitpomp loopt verder. Is
een brijntemperatuur in de warmtewisselaar
van 5°C bereikt, wordt het ontdooien door de
elektronica uitgeschakeld.
De opwarming wordt door een veiligheids-
temperatuurbegrenzer bewaakt. Deze veilig-
heidstemperatuurbegrenzer bestaat uit een
resettende temperatuurbewaker die bij 55°C
uitschakelt en bij 35°C zichzelf reset alsook
een niet resettende smeltbeveiliging die bij
104°C geactiveerd wordt. Na het activeren
van de smeltbeveiliging moet de volledige
veiligheidstemperatuurbegrenzer vervangen
worden. Een schema is in het hoofdstuk be-
8
dradingsschema's (→ Pagina 32) aangege-
ven.
Installatie- en onderhoudshandleiding geoTHERM 0020130858_03