Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Vuldruk Van De Cv-Installatie Controleren En Corrigeren; Vuldruk Van Het Brijncircuit Controleren En Corrigeren; Kwaliteit Van Het Cv-Water Controleren En Verbeteren; Heringebruikneming En Proefbedrijf Uitvoeren - Vaillant geoTHERM VWL 35/4 S 230 V Installatie- En Onderhoudshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

8.5.3
Filterelement in de verwarmingsretour
reinigen
2
1.
Sluit alle ontluchtingskleppen.
2.
Draai de wartelmoeren (1) aan het filterelement los.
3.
Verwijder het filterelement (2).
4.
Spoel het filterelement onder water tegen de doorstro-
mingsrichting uit.
5.
Bouw het filterelement opnieuw in.
6.
Vul eventueel de CV-installatie opnieuw.
8.6
Vuldruk van de CV-installatie controleren
en corrigeren
Als de vuldruk onder de minimale druk daalt, wordt een fout-
melding op het display weergegeven.
Minimumdruk CV-water: ≥ 0,05 MPa
Vul water bij om de warmtepomp opnieuw in gebruik te
nemen. (zie hoofdstuk: Installatie vullen (→ Pagina 26)).
Als u vaak een drukdaling vaststelt, dan dient u de oor-
zaak te zoeken en te verhelpen.
8.7
Vuldruk van het brijncircuit controleren en
corrigeren
Als de vuldruk onder de minimale druk daalt, wordt de warm-
tepomp automatisch uitgeschakeld en er wordt een foutmel-
ding op het display weergegeven.
Minimumdruk brijnvloeistof: ≥ 0,05 MPa
Vul brijnvloeistof bij om de warmtepomp opnieuw in
gebruik te nemen. (zie hoofdstuk: Brijncircuit vullen
(→ Pagina 27)).
Werkdruk brijnvloeistof: 0,1 ... 0,2 MPa
Als u vaak een drukdaling vaststelt, dan dient u de oor-
zaak te zoeken en te verhelpen.
0020130858_03 geoTHERM Installatie- en onderhoudshandleiding

Verhelpen van storingen 9

8.8
Kwaliteit van het CV-water controleren en
verbeteren
Controleer het CV-water op voldoende corrosie- en vorst-
beveiliging (zie installatiehandleiding van de gasketel).
8.9
Heringebruikneming en proefbedrijf
uitvoeren
Waarschuwing!
Verwondingsgevaar door hete en koude
componenten!
De warmtepomp mag pas na montage van
alle manteldelen in gebruik worden genomen.
1
Monteer voor de ingebruikneming alle
manteldelen van de warmtepomp en van
de lucht/brijncollector.
1.
Neem het warmtepompsysteem in gebruik.
2.
Controleer het warmtepompsysteem op perfecte wer-
king.
9
Verhelpen van storingen
9.1

Opsporen van fouten

9.1.1
Statuscodes controleren
9.1.1.1 Live monitor oproepen
Menu → Live Monitor
U kunt op het display van de warmtepomp statuscodes
oproepen die u informatie over de actuele bedrijfstoe-
stand van de warmtepomp leveren.
9.1.1.2 Betekenis van de statuscodes
De statuscodes geven informatie over de actuele bedrijfstoe-
stand van uw toestel.
Bij het tegelijk voorkomen van meerdere bedrijfstoestanden
worden de statuscodes afwisselend na elkaar weergegeven.
9.1.2
Foutcodes controleren
Het display geeft de foutcode F.xxx weer. Een tekst ver-
klaart bijkomend de weergegeven foutcode.
Fout in de warmtepomp
Als er een fout in de warmtepomp optreedt.
Foutcodes hebben prioriteit voor alle andere indicaties.
Als er meerdere fouten tegelijk optreden, dan geeft het
display de bijbehorende foutcodes afwisselend gedurende
telkens twee seconden weer.
Verhelp de fout.
Om de warmtepomp opnieuw in gebruik te nemen, drukt
u op de ontstoringstoets (→ gebruiksaanwijzing).
9.1.3
Foutgeheugen opvragen
Menu → Installateurniveau → Foutenlijst
De warmtepomp beschikt over een foutgeheugen. Daar kunt
u de laatste tien opgetreden fouten in chronologische volg-
orde opvragen.
43

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Geotherm vwl 3/4 si 230 v00100130760020126470

Inhoudsopgave