5.4.7
eBUS-verbinding tussen warmtepomp en
lucht/brijncollector tot stand brengen
▶
Leid de eBUS-leiding door de doorvoeren in de toestel-
bodem van de warmtepomp.
▶
Verbind de eBUS-leiding met de eBUS-aansluiting aan
de hoofdprintplaat van de warmtepomp.
13
12
11
10
9
7
8
1
Zekering F1 T2 230 V
voor ventilator en veilig-
heidstemperatuurbegren-
zer
2
Aansluiting elektraspiraal
3
Aansluiting veiligheidstem-
peratuurbegrenzer
4
Spanningsvoeding ventila-
tor
5
Aansluiting spanningsvoe-
ding 230 V / 50 Hz
▶
Verbind de eBUS-leiding met de eBUS-aansluiting (11) in
de elektrische schakelkast van de lucht/brijncollector.
5.4.8
Thermostaat VRC 470 monteren
▶
Monteer de thermostaat volgens de bedienings- en in-
stallatiehandleiding.
5.4.9
Thermostaat en toebehoren aan de
elektronica aansluiten
Opgelet!
Gevaar voor beschadiging door ondes-
kundige installatie!
Netspanning aan verkeerde stekkerklemmen
van het systeem ProE kan de elektronica
vernietigen.
▶
Sluit aan de klemmen eBUS (+/-) geen
netspanning aan.
1.
Open de schakelkast. (→ Pagina 29)
2.
Leid de aansluitleidingen van de aan te sluiten compo-
nenten (bijv. externe thermostaten, buitentemperatuur-
voelers) door de kabeldoorvoeren aan de onderkant
van het toestel.
3.
Gebruik de snoerontlastingen.
4.
Verkort de aansluitleidingen indien nodig.
5.
Ontmantel de buitenste omhulling van flexibele leidin-
gen slechts maximaal 3 cm.
0020130858_03 geoTHERM Installatie- en onderhoudshandleiding
1
6
5
4
3
2
6
onbezet
7
onbezet
8
Aansluiting voeler T9
9
Aansluiting voeler T10
10 Aansluiting stuursignaal
ventilator
11 Aansluiting eBUS
12 eBUS-adresschakelaar
(fabrieksinstelling 1)
13 Bedrijfs-LED
6.
Zorg ervoor dat de isolatie van de binnenste draden
tijdens het ontmantelen van de buitenste omhulling niet
beschadigd wordt.
7.
Isoleer de binnenste draden slechts zodanig dat goede,
stabiele verbindingen tot stand gebracht kunnen wor-
den.
8.
Voorzie de geïsoleerde uiteinden van de draden van
draadeindhulzen om een veilige verbinding vrij van
losse draden te garanderen en hierdoor kortsluitingen
te vermijden.
9.
Schroef de ProE-stekker met behulp van een schroe-
vendraaier aan de aansluitleidingen van de thermostaat
vast.
Aanwijzing
Controleer of de draden mechanisch stevig
worden vastgehouden in de stekkerklemmen
van de ProE-stekker.
10. Steek de ProE-stekker in de bijbehorende aanslui-
ting van de hoofdprintplaat van de warmtepomp
(→ Pagina 33).
11. Installeer de standaardvoeler VR 10. (→ Pagina 34)
12. Installeer de VRC DCF-ontvanger (→ Pagina 34).
13. Plaats de leidingen correct.
14. Beveilig de kabel met de trekontlastingen in de schakel-
kast.
15. Sluit de schakelkast. (→ Pagina 34)
5.4.10 Bijgeleverd toebehoren installeren
1.
Sluit het toebehoren aan zoals in het systeemschema-
voorbeeld HC1 (→ Pagina 57) weergegeven.
–
Werkmateriaal: VRC DCF-ontvanger MET buiten-
temperatuurvoeler
–
Werkmateriaal: VR32
–
Werkmateriaal: VRC 470 systeemthermostaat
2.
Sluit het toebehoren aan zoals in het systeemschema-
voorbeeld HC7 (→ Pagina 58) weergegeven.
–
Werkmateriaal: VRC DCF-ontvanger MET buiten-
temperatuurvoeler
–
Werkmateriaal: Aanvoertemperatuurvoeler VF2
–
Werkmateriaal: VR32
–
Werkmateriaal: Afstandsbediening VR 81/2
–
Werkmateriaal: Mengklepmodule VR 61/2
–
Werkmateriaal: VRC 470 systeemthermostaat
3.
Sluit het toebehoren aan zoals in het systeemschema-
voorbeeld HC10 (→ Pagina 59) weergegeven.
–
Werkmateriaal: VRC DCF-ontvanger MET buiten-
temperatuurvoeler
–
Werkmateriaal: Aanvoertemperatuurvoeler VF2
–
Werkmateriaal: VR32
–
Werkmateriaal: VRC 470 systeemthermostaat
–
Werkmateriaal: VWZ ZK 2-zonekit
Montage 5
33